zondag 19 maart 2023

[18:25] Teruggeworpen/7Noord/Duister

Het is zaterdagavond, 18 maart 2023 en het is precies een maand geleden dat mijn moeder doodging. De eerste week passeerde snel, ondanks dat bijna iedereen me toen al in de steek had gelaten en ik alles zelf kon bekijken. Het was moeilijk om de beslissing te nemen over de dienst. De mensen die van tevoren hadden aangegeven "Je kunt me altijd bellen en ik wil graag samen met je aanwezig zijn op de dienst", lieten het afweten. Dat vond ik niet erg voor mijzelf, maar het feit dat zíj in de steek is gelaten zit me voor altijd dwars.

Af en toe verlang ik er opeens naar om terug te gaan naar de tijd waarin ze in het ziekenhuis lag. Dat vreemde gevoel tijdens het wachten op de uitslagen, was een mengsel van hoop op behandelmogelijkheden en het besef de belangrijkste persoon in mijn leven te gaan verliezen. Toch was er, met het iedere dag naar het ziekenhuis reizen en weer terug, nog enig gevoel van perspectief. In dat vacuüm van hoop en vrees zat iets bijzonders.

Al kon het niet erger dan dag en nacht dat gebroken gevoel te hebben. Mijn huis was mijn thuis niet, ik hoorde daar niet op dat moment. Wat juist nu zo sterk in mijn geheugen zit, is dat we iedere ochtend en avond belden. Ik moest altijd mijn telefoon bij me hebben om bereikbaar te zijn. Ik was altijd alert, maar dat was ik graag. Ik zou haar zo weer willen bellen. Het is zó raar om niet meer bereikbaar te hoeven zijn en niet meer alert te hoeven zijn omdat ik niemand meer heb. Ik heb letterlijk alleen nog mezelf.

Eenzaamheid op de hotelkamer
Nu pas, vier weken later, word ik ineens teruggeworpen op het gevoel dat ik had toen ik op de hotelkamer van het gastenhuis lag. Ik wist niet wat ik met mezelf moest. Ik wist dat ik haar ging verliezen. Die eerste week, waarin ik alleen op pad moest en geen uitvalsbasis had om te overnachten en niemand had om even te bellen, was een onvoorstelbaar eenzaam moment. Ik probeerde nog ergens hoop in te vinden. 

Ik mag blij zijn dat ik op zo'n moment internet had, want er was echt niemand. Net zoals de andere dagen in het gastenhotel was ik naar de keuken, koffieruimte en lobby gegaan, maar de mensen zonderden zich totaal af. Ze gingen gelijk op hun kamer zitten. Zelfs tegenover de medewerkers van het hotel kon er geen groet af. Ik kan daar niet tegen. Ik ben bij gebrek aan beter ook maar op mijn kamer gaan zitten, maar ik vond het wel vreselijk.

Ik keek naar alle lampjes in de stad. Ze schenen wrang naar me. Ze verlichtten het uitzicht op de weg naar huis. Ik werd er steeds aan herinnerd hoe wij na haar eerdere behandelingen en controles met goede uitslagen "gewoon" huiswaarts wegreden van het ziekenhuis. Het deed me letterlijk pijn dat het nu niet meer zo zou gaan.

7Noord
Het begon op 7Noord. Ik was een kind dat net naar groep 7 zou gaan, een vroege leerling. Mijn moeder was een jonge patiënte op oncologie. In die tijd liet iedereen het al afweten. Ik was een jongvolwassen kind, net uit de prepuberteit gekomen (dus die ellende hadden we al achter de rug) en ik wist me te redden. Toch had ik er toen al geen goed woord voor over dat er zelfs niemand was die ook maar een oogje in het zeil wilde houden. Wat als ik niet voor mezelf had kunnen zorgen? Dan was er niemand geweest die mij op zou vangen tijdens haar behandeling. Ik heb daarom ook op de man af gezegd: "Dus eigenlijk zouden jullie mijn moeder gewoon dood laten gaan".

Afgezien van die onbetrouwbaarheid of onberekenbaarheid van de meeste mensen als iemand écht een keer hulp nodig heeft, hadden wij het altijd goed. Het is jammer om nooit eens een toeschietende hand te hebben gehad, maar dat deed niet af aan het ongebreidelde optimisme. Ik had zelf ook altijd vertrouwen in de goede afloop van de behandeling. Als kind heb ik geen moment gedacht: 'Dit gaat fout aflopen'. De tweede keer ook niet, ondanks dat de herstelperiode bruut werd verstoord.

Er stond een inbreker op de stoep terwijl zij in het ziekenhuis lag en ik haar aan de telefoon had. Het was een verslaafde asielzoeker uit Sierra Leone die in Groningen stond ingeschreven, maar helemaal naar het westen was afgereisd om bij mij de deur in te rammen met een steen en daarna de steen door de ruit te gooien. Natuurlijk kon ik niet zien wat er gebeurde, maar ik heb direct 112 gebeld, heb een grote schep gepakt, ben via de achterdeur weggegaan en heb de deur op slot gedraaid. Ik was woedend! Een buurvrouw heeft mij bij haar binnen gevraagd, terwijl de dader gearresteerd werd. In de nasleep kregen mijn moeder en ik van de verhuurder de rekening gepresenteerd. We hebben tijdens haar herstelperiode keihard moeten procederen tegen de onterechte rekening van de inbraak. 

De derde keer was wrang. Het perspectief zoals het in de statistieken werd gepresenteerd: "De overlevingskans is ongeveer 5 jaar", vond ik heel wrang. Waarom die 5 jaar? Het wrange gevoel en de vragen verdwenen toen ze één dag na de operatie alweer naar huis mocht. Het was een bijzonder gevoel als ze de ochtend na ieder van de vier behandelingen weer gewoon mee naar huis kon. Zo ook na de controles. Het terugkeren naar huis na een goede uitslag heeft iets magisch.