zondag 26 september 2021

Realisatiepunten om vermijdbaar leed te voorkomen: COVID verspreidt zich aërogeen, in de incubatietijd (zonder klachten) en via-via (tertiair)

2020/2021

Een traumatiserend schandaal: vermijdbaar leed
Het is niet traumatiserend dat adequate maatregelen moeten worden getroffen om een pandemie te beëindigen. Het is traumatiserend dat Nederland en sommige andere westerse landen een model van "ongecontroleerde verspreiding" hebben geadopteerd en dat met dát doel voor ogen, nooit maatregelen ter bestrijding van de SARS-CoV-2-pandemie zijn getroffen. Het ergste leed is dat de medische sector zwaar is getroffen en dat (reguliere) ziekenhuiszorg een kwestie van roulette is voor patiënten, die zich in hun toch al kwetsbare positie moeten overleveren aan een gevaarlijke toestand. Dat in de ziekenhuizen patiënten worden besmet doordat bezoekers en personeelsleden géén > FFP2 dragen, is een onvergeeflijk en onvergetelijk schandaal. Het gaat om totaal onnodig want vermijdbaar letsel. Aërogene transmissie niet willen bestrijden binnen de ziekenhuizen is wetens gezondheidsschade bij en de dood van patiënten berokkenen.

Illusoire maatregelen houden de pandemie draaiende
Hoe hardnekkig, dat mensen zichzelf hebben wijsgemaakt dat Nederland ooit maatregelen heeft ingevoerd. Die zijn illusoir. Zinloze maatregelen zoals "1,5 meter-afstand", "handen ontsmetten" en "ellebogen schudden in plaats van handen schudden" zijn zelfs reeds 2 eeuwen geleden ontkracht, omdat het concept van aërogene transmissie (verspreiding via de lucht, de hoofdroute van de verspreiding van virussen) vorm had gekregen. Het is nooit een controversieel onderwerp geweest onder (aërosol)ingenieurs. Politici en toegeeflijke media hebben bewust het beeld gevoed dat dit virus slechts via oppervlakken en directe druppels zou worden verspreid, om de bevolking beïnvloedbaar te maken voor het scenario-groepsimmuniteit.  

De realiteit is dat dit SARS-virus via gasdeeltjes in de lucht wordt overgebracht door mensen die nog geen gezondheidsklachten hebben. In de incubatietijd, de tijd die verstrijkt tussen besmetting en het optreden van klachten zoals niezen en hoesten, zijn mensen het besmettelijkst. In deze presymptomatische of zelfs asymptomatische fase is de besmettelijke virale lading het hoogst. Mensen brengen het virus over door de ademen en te praten. Mondneusmaskers die goed aansluiten en hoge filtercapaciteit hebben (minstens FFP2) zijn de belangrijkste middelen om verspreiding van het virus tegen te gaan. 

Bizar genoeg heeft een groot deel van de bevolking zich wijs laten maken dat zij zichzelf niet dienen te beschermen tegen het virus. Dit deel van de bevolking is niet in staat om logisch te denken en gelooft de onderbuikgevoelens die door het hoofd van het RIVM zijn verspreid om zo snel mogelijk "groepsimmuniteit" te kunnen bereiken: mondneusmaskers zouden niet werken, zelfs al zijn legio wetenschappelijke publicaties, onder meer uit de gelederen van het Ministerie van VWS zélf, voorhanden die de effectiviteit van FFP2/FFP2 in de preventie van aërogene verspreiding aantonen.

Gelukkig is niet iedereen zo cognitief aangedaan en ongeëduceerd dat massaal verheugd wordt gereageerd op het afwezig zijn van beschermende maatregelen, maar een groot deel van de natie wordt kennelijk wel blij van de gedachte dat men in Nederland vrijelijk geïnfecteerd mag worden en naasten mág infecteren. Iedere poging tot een adequate maatregel wordt door dat soort volk gezien als een bedreiging van de vrijheid om besmet te raken en anderen te besmetten. Zo werkt het niet met het grondrecht op vrijheid, maar dat is uiteraard te moeilijk te begrijpen voor ze.