Hoe politiek de aanpak van SARS bedreigt: het voorkomen en beperken van zoönotische pandemieën heeft géén politiek-economische prioriteit (1999-...)
Sinds 1999 hebben wetenschappers zich wereldwijd actief ingezet om een SARS-draaiboek te ontwikkelen. In 2004 heeft het Institute of Medicine Forum on Microbial Threats een overzichtelijke samenvatting van het SARS-draaiboek gepubliceerd onder de titel "Learning from SARS: Preparing for the Next Disease Outbreak" (link: lees het boek gratis via NCBI).
Het draaiboek is helder en eerlijk: de uitbraak van het SARS-coronavirus en de epidemie van 2003 was achter de rug en een terugkeer lag niet op de loer, maar er zou wel een nieuwe corona-epidemie uitbreken als overheden op dezelfde voet door zouden gaan. De eerste grote bedreiging was dat de handel in met coronavirussen besmette dieren weer door kon gaan in China, ondanks de nog vers in het geheugen liggende SARS-epidemie. Dat ruim 180 miljoen forenzen binnen en buiten China pendelen, maakt globalisering een gevoelige factor in de verspreiding van coronavirussen.
In 2009 werd in het draaiboek "Sustaining Global Surveillance and Response to Emerging Zoonotic Diseases" gehamerd op het belang van het aanscherpen van wereldwijde surveillance en monitoring van bedreigingen en zoonotische ziekten, waaronder coronavirussen. Als bedreiging van de internationale gezondheid wordt genoemd de politiek-economische onwil om te investeren in adequate surveillance en een adequate aanpak van opkomende zoönotische pandemieën. Botsende politieke belangen staan tot op heden in de weg aan de bestrijding en beperking van de verspreiding van zoönotische virussen, waaronder SARS-CoV (Political: Governance of Global Efforts to Improve Surveillance and Response Capabilities, Chapter 8: Recommendations, Challenges and looking to the Future, in: "Sustaining Global Surveillance and Response to Emerging Zoonotic Diseases", National Research Council, 2009, te lezen via NCBI). Het zijn de bezuinigingen die ervoor hebben gezorgd dat overheden hebben gefaald in een adequate aanpak van SARS-CoV-2 (2019-2020).
De situatie in 2020: het overheidsoptreden faalt na 20 jaar wederom
De WHO roept alle Europese landen op om de meest drastische maatregelen te treffen. "Elk land zonder uitzondering, moet de meest drastische maatregelen nemen om de dreiging te stoppen of af te remmen", aldus regiodirecteur Hans Kluge op 17 maart 2020. Tot drastische maatregelen is het Nederland tot op heden niet gekomen, omdat de schijn van een 'lockdown' krampachtig vermeden wordt. Het is nog geen anderhalve week geleden dat sociale distantie werd aanbevolen en de mensen zijn al die 'striktheid' al zat, terwijl er juist géén sprake is van strikte maatregelen. De overheid had vanaf het begin, vanaf de geïmporteerde infectiegevallen, over moeten gaan tot actief testen, contactonderzoek en isoleren. Hoe sneller een overheid maatregelen oplegt, des te sneller kan resultaat worden geboekt.
Eerder berichtte ik over de eenzijdigheid van de scenario's die door het RIVM werden gepresenteerd op 18 maart 2020. In de grafieken van het EVRM werd het "Lockdownscenario" voorgesteld als het wekenlang opsluiten van de inwoners, waarna het virus keihard om zich heen zou slaan als de lockdown weer zou worden opgeheven. Het lockdownscenario lijkt zo lijnrecht te staan tegenover andere maatregelen, zoals isoleren en behandelen. Ik heb uitgelegd dat een lockdown juist niet onbenut voorbij dient te gaan, maar gebruikt dient te worden om zoveel mogelijk te testen (RT-PCR), gevallen te isoleren, te behandelen en nog voor de opheffing van de lockdown de laatste gevallen te controleren.
Waarom is testen zo belangrijk?
Testen is cruciaal om een pandemie het hoofd te kunnen bieden. Het tijdig uitvoeren van een sensitieve RT-PCR is zelfs de belangrijkste methode om te bepalen of maatregelen moeten worden getroffen om verspreiding en lokale transmissie te voorkomen. Positief geteste gevallen moeten direct worden geïsoleerd en contacten moeten worden getraceerd, getest en eventueel geïsoleerd. Contactonderzoek is een absolute voorwaarde voor het indammen van deze pandemie (How much is coronavirus spreading under the radar?, Nature News Explainer, 13 maart 2020). Dat kan betekenen dat wel honderden contacten gedurende minstens 14 dagen moeten worden gemonitord.
Volgens gedetailleerde schattingen vertegenwoordigen asymptomatische besmettingen en gevallen waarbij milde klachten spelen, 60% van het totale aantal coronagevallen. Testen is noodzakelijk, omdat deze groep het virus blijft verspreiden (Covert coronavirus infections could be seeding new outbreaks, Nature News, 20 maart 2020).
Het belang van serologisch onderzoek: antilichamen
De verspreiding vanaf de eerste infectiegevallen in China, Wuhan, vond onder de radar plaats. In zo'n geval kan het netwerk van de verspreiding niet direct in kaart worden gebracht. Op dat moment biedt serologisch onderzoek uitkomst: op grote schaal moet worden getest wie antilichamen tegen het coronavirus in zich draagt. In Nederland zou dit moeten gebeuren. Serologisch onderzoek is een stap vooruit in het bereiken van de nu nog uiterst hypothetische "groepsimmuniteit". Om een andere reden is serologisch onderzoek nodig: patiënten die relatief laat worden getest, kunnen virale waarden tonen die te laag zijn om door RT-(q)PCR te worden gedetecteerd. Vanaf 10 dagen na de eerste symptomen worden antilichamen waargenomen, zodat serologisch onderzoek wordt geprefereerd voor deze groep (Temporal profiles of viral load in posterior oropharyngeal saliva samples and serum antibody responses during infection by SARS-CoV-2: an observational cohort study, The Lancet Infectious Diseases, 23 maart 2020).
Op 14 maart 2020 werd in een prepublicatie op MedRxiv bekendgemaakt dat met 2019-nCoV besmette rhesusmakaken antilichamen tegen 2019-nCoV hadden ontwikkeld. Na een tweede blootstelling aan het coronavirus is géén terugval of herhaalde infectie opgetreden. Immuniteit van de populatie wordt niet bereikt door een ieder bloot te stellen; het belang van deze prepublicatie is erin gelegen dat de getroffen antilichamen het referentiekader vormen voor het te ontwikkelen vaccin (Reinfection could not occur in SARS-CoV-2 infected rhesus macaques, bioRxiv, 14 maart 2020). Het plasma van mensen die COVID-19 hebben overleefd, kan worden ingezet om opname van met coronavirus besmette personen op de IC te voorkomen. Daarvoor is toestemming nodig van de nationale overheid (How blood from coronavirus survivors might save lives, Nature News, 24 maart 2020).
Testen is de "backbone" in de aanpak van deze pandemie. Zonder tests en contactonderzoek verergert de pandemie. Het ligt niet aan de capaciteit van de laboratoria dat onvoldoende wordt getest; het is een kwestie van politieke afwegingen dat de allocatie van middelen onvoldoende is. Het kan niet genoeg worden benadrukt dat testen en contactonderzoek cruciale methoden zijn om verdere verspreiding te voorkomen ('Scientists exposed to coronavirus wonder: why weren't we notified?', Nature News, 20 maart 2020).
Sinds 1999 hebben wetenschappers zich wereldwijd actief ingezet om een SARS-draaiboek te ontwikkelen. In 2004 heeft het Institute of Medicine Forum on Microbial Threats een overzichtelijke samenvatting van het SARS-draaiboek gepubliceerd onder de titel "Learning from SARS: Preparing for the Next Disease Outbreak" (link: lees het boek gratis via NCBI).
Het draaiboek is helder en eerlijk: de uitbraak van het SARS-coronavirus en de epidemie van 2003 was achter de rug en een terugkeer lag niet op de loer, maar er zou wel een nieuwe corona-epidemie uitbreken als overheden op dezelfde voet door zouden gaan. De eerste grote bedreiging was dat de handel in met coronavirussen besmette dieren weer door kon gaan in China, ondanks de nog vers in het geheugen liggende SARS-epidemie. Dat ruim 180 miljoen forenzen binnen en buiten China pendelen, maakt globalisering een gevoelige factor in de verspreiding van coronavirussen.
In 2009 werd in het draaiboek "Sustaining Global Surveillance and Response to Emerging Zoonotic Diseases" gehamerd op het belang van het aanscherpen van wereldwijde surveillance en monitoring van bedreigingen en zoonotische ziekten, waaronder coronavirussen. Als bedreiging van de internationale gezondheid wordt genoemd de politiek-economische onwil om te investeren in adequate surveillance en een adequate aanpak van opkomende zoönotische pandemieën. Botsende politieke belangen staan tot op heden in de weg aan de bestrijding en beperking van de verspreiding van zoönotische virussen, waaronder SARS-CoV (Political: Governance of Global Efforts to Improve Surveillance and Response Capabilities, Chapter 8: Recommendations, Challenges and looking to the Future, in: "Sustaining Global Surveillance and Response to Emerging Zoonotic Diseases", National Research Council, 2009, te lezen via NCBI). Het zijn de bezuinigingen die ervoor hebben gezorgd dat overheden hebben gefaald in een adequate aanpak van SARS-CoV-2 (2019-2020).
De situatie in 2020: het overheidsoptreden faalt na 20 jaar wederom
De WHO roept alle Europese landen op om de meest drastische maatregelen te treffen. "Elk land zonder uitzondering, moet de meest drastische maatregelen nemen om de dreiging te stoppen of af te remmen", aldus regiodirecteur Hans Kluge op 17 maart 2020. Tot drastische maatregelen is het Nederland tot op heden niet gekomen, omdat de schijn van een 'lockdown' krampachtig vermeden wordt. Het is nog geen anderhalve week geleden dat sociale distantie werd aanbevolen en de mensen zijn al die 'striktheid' al zat, terwijl er juist géén sprake is van strikte maatregelen. De overheid had vanaf het begin, vanaf de geïmporteerde infectiegevallen, over moeten gaan tot actief testen, contactonderzoek en isoleren. Hoe sneller een overheid maatregelen oplegt, des te sneller kan resultaat worden geboekt.
Eerder berichtte ik over de eenzijdigheid van de scenario's die door het RIVM werden gepresenteerd op 18 maart 2020. In de grafieken van het EVRM werd het "Lockdownscenario" voorgesteld als het wekenlang opsluiten van de inwoners, waarna het virus keihard om zich heen zou slaan als de lockdown weer zou worden opgeheven. Het lockdownscenario lijkt zo lijnrecht te staan tegenover andere maatregelen, zoals isoleren en behandelen. Ik heb uitgelegd dat een lockdown juist niet onbenut voorbij dient te gaan, maar gebruikt dient te worden om zoveel mogelijk te testen (RT-PCR), gevallen te isoleren, te behandelen en nog voor de opheffing van de lockdown de laatste gevallen te controleren.
Waarom is testen zo belangrijk?
Testen is cruciaal om een pandemie het hoofd te kunnen bieden. Het tijdig uitvoeren van een sensitieve RT-PCR is zelfs de belangrijkste methode om te bepalen of maatregelen moeten worden getroffen om verspreiding en lokale transmissie te voorkomen. Positief geteste gevallen moeten direct worden geïsoleerd en contacten moeten worden getraceerd, getest en eventueel geïsoleerd. Contactonderzoek is een absolute voorwaarde voor het indammen van deze pandemie (How much is coronavirus spreading under the radar?, Nature News Explainer, 13 maart 2020). Dat kan betekenen dat wel honderden contacten gedurende minstens 14 dagen moeten worden gemonitord.
Volgens gedetailleerde schattingen vertegenwoordigen asymptomatische besmettingen en gevallen waarbij milde klachten spelen, 60% van het totale aantal coronagevallen. Testen is noodzakelijk, omdat deze groep het virus blijft verspreiden (Covert coronavirus infections could be seeding new outbreaks, Nature News, 20 maart 2020).
Het belang van serologisch onderzoek: antilichamen
De verspreiding vanaf de eerste infectiegevallen in China, Wuhan, vond onder de radar plaats. In zo'n geval kan het netwerk van de verspreiding niet direct in kaart worden gebracht. Op dat moment biedt serologisch onderzoek uitkomst: op grote schaal moet worden getest wie antilichamen tegen het coronavirus in zich draagt. In Nederland zou dit moeten gebeuren. Serologisch onderzoek is een stap vooruit in het bereiken van de nu nog uiterst hypothetische "groepsimmuniteit". Om een andere reden is serologisch onderzoek nodig: patiënten die relatief laat worden getest, kunnen virale waarden tonen die te laag zijn om door RT-(q)PCR te worden gedetecteerd. Vanaf 10 dagen na de eerste symptomen worden antilichamen waargenomen, zodat serologisch onderzoek wordt geprefereerd voor deze groep (Temporal profiles of viral load in posterior oropharyngeal saliva samples and serum antibody responses during infection by SARS-CoV-2: an observational cohort study, The Lancet Infectious Diseases, 23 maart 2020).
Op 14 maart 2020 werd in een prepublicatie op MedRxiv bekendgemaakt dat met 2019-nCoV besmette rhesusmakaken antilichamen tegen 2019-nCoV hadden ontwikkeld. Na een tweede blootstelling aan het coronavirus is géén terugval of herhaalde infectie opgetreden. Immuniteit van de populatie wordt niet bereikt door een ieder bloot te stellen; het belang van deze prepublicatie is erin gelegen dat de getroffen antilichamen het referentiekader vormen voor het te ontwikkelen vaccin (Reinfection could not occur in SARS-CoV-2 infected rhesus macaques, bioRxiv, 14 maart 2020). Het plasma van mensen die COVID-19 hebben overleefd, kan worden ingezet om opname van met coronavirus besmette personen op de IC te voorkomen. Daarvoor is toestemming nodig van de nationale overheid (How blood from coronavirus survivors might save lives, Nature News, 24 maart 2020).
Testen is de "backbone" in de aanpak van deze pandemie. Zonder tests en contactonderzoek verergert de pandemie. Het ligt niet aan de capaciteit van de laboratoria dat onvoldoende wordt getest; het is een kwestie van politieke afwegingen dat de allocatie van middelen onvoldoende is. Het kan niet genoeg worden benadrukt dat testen en contactonderzoek cruciale methoden zijn om verdere verspreiding te voorkomen ('Scientists exposed to coronavirus wonder: why weren't we notified?', Nature News, 20 maart 2020).
De essentie van testen: RT-PCR en serologisch onderzoek (antilichamen) |