maandag 16 maart 2020

Dit is geen tijd voor recalcitrantie en politieke spelletjes

Laconiek gedrag, een gevaar voor het land
"Het is maar griep"
"Stel je niet zo aan man, wat een paniekzaaierij"
"Massahysterie"
"Het is een mediahype"
"De angst voor het virus is erger dan het virus zelf!"
"Ik ben er klaar mee!"

Volkswijsheden en recalcitrantie zijn gevaarlijk in tijden van nood, zoals nu. Recalcitrantie en laconiek gedrag zijn in het bijzonder een risico voor verspreiding op de niveaus van "local transmission" en "community transmission", ofwel de verspreiding binnen clusters van steden, dorpen en lokale verbanden.

Al vóór de bekendmaking van het eerste geval in Nederland werd de verantwoordelijkheid bij de burger gelegd. Onder het mom van 'gebruik je gezonde verstand' is het aan de inwoners van ons land overgelaten of zij zelfstandig over zouden gaan tot isolatie en sociale distantiëring om het risico op verspreiding van het virus te verkleinen. Een verantwoordelijkheid die veel burgers helaas niet aankunnen en dat heeft zich vertaald in deze crisis. Het ergste is: dat het zo uit de hand zou lopen, was voorzien.

In eerste instantie, toen het virus zich nog buiten de landsgrenzen begaf, was de gedachte aan een dreigende epidemie te abstract voor velen. Er werd geuit dat het wel met een sisser af zou lopen, dat het niet meer dan een (media)storm in een glas water was, dat men nu wel klaar was met dat gezeur over een griepje, dat het maar om onderbuikgevoelens gaat of dat wetenschap maar een mening is (ja hoor, daar is-'ie weer!). De aluminiumhoedjes geloofden zelfs dat iedere geïnfecteerde slachtoffer is geworden van het 5G-netwerk.

Hoe de fase van preventie rampzaligerwijs én voorspelbaar faalde
Een rampzalige slag werd in de fase van preventie toegebracht door economische belangen te laten prevaleren. Vakantiegangers mochten nog steeds uitreizen naar risicogebieden, terwijl al duidelijk was dat deze gebieden brandhaarden vormden. Toeristen werden op Schiphol geïnterviewd terwijl zij geringschattend, met een lachje om de mond, lieten weten dat ze zich geen zorgen maakten over zichzelf. Over zichzelf, dat was duidelijk. Op dat moment had moeten worden ingegrepen, door een uitreisverbod uit te vaardigen en géén reizigers uit risicogebieden het land binnen te laten. Als zij de landsgrenzen over zouden trekken, hadden zij direct in isolatie moeten worden geplaatst. Direct werd daarop gehamerd, maar de adviezen van virologen werden in de wind geslagen.

Het RIVM berichtte zelfs dat het er op dat moment niet naar uitzag dat Nederland zou worden getroffen, evenmin dat de kans groot was dat infecties gemakkelijk van mens-op-mens over zouden gaan. In februari 2020 was bekend dat het virus gemakkelijk tussen mensen onderling overdraagbaar was. De analyse van deze transmissie moest nog gevalideerd en peer-reviewed worden. Vóórdat de publicatie in The Lancet zal worden gepubliceerd, staat de preprint op medRxiv en mag er nog niet officieel uit geciteerd worden. Opvallend is dat het RIVM wel degelijk citeert uit nog niet gepeerreviewde prints, zoals de literatuurvermelding op de site van professionals duidelijk maakt (LCI Richtlijn COVID-19).

De terugkeer van toeristen uit risicogebieden viel samen met het carnaval. Een ongelukkige combinatie. Teruggekeerde vakantiegangers uit risicogebieden hoefden slechts in thuisisolatie op het moment dat zij symptomen zoals hoge koorts hadden. De incubatietijd werd verkeerd ingeschat en ten onrechte werd tot uitgangspunt genomen dat geïnfecteerde personen pas een besmettingsgevaar zijn als zij aan de symptomen voldoen. Het verbaasde dan ook niet dat de eerste bevestigde gevallen de vakantiegangers betroffen die naar risicogebieden waren afgereisd om te skiën. De lokale transmissie kwam door contact van deze risicogebiedbezoekers met derden. De eerste golf van besmettingsgevallen bestond uit vakantiegangers en carnavalsvierders. Daar kwamen de slachtoffers van lokale transmissie bij.

Het station van preventie was in februari 2020 al gepasseerd. De west-Europese landen waren in staat geweest om te anticiperen, maar een giftige cocktail van jarenlange bezuinigingen op de gezondheidszorg en medische wetenschap en een waan van onaantastbaarheid hebben erin geresulteerd dat deze crisis niet adequaat kon worden opgevangen. In de cruciale fase van het vroegtijdig indammen is gefaald door achteroverleunende beleidsmakers. Hoe vaak de noodzaak van isolatie van verdenkingen met COVID-19 ook door wetenschappers onder de aandacht werd gebracht, de bevolking moest het zien te stellen met boodschappen als 'handen wassen' en 'géén handen meer schudden!'. De directeur-generaal van de WHO luidde op 11 maart 2020 de noodklok. De passiviteit van nationale staten is alarmerend. Landen moeten detecteren, testen, behandelen, isoleren en contacten van geïnfecteerden traceren om "community transmissions" door clusters te voorkomen.

Ook nu kom ik opmerkingen tegen als "Je kunt het virus niet meer stoppen, alleen nog maar vertragen, dus heeft het geen zin om thuis te blijven" en "Kinderen hebben er niet zo'n last van, dus zij vormen geen risico voor zichzelf en voor de verspreiding". Deze hardnekkige cirkelredeneringen zijn gevaarlijk voor de omgeving, omdat zij die in fabels geloven, daar ook naar handelen. Daarom móet de overheid stringent optreden.

Ik onderstreep nogmaals dat dit géén kwestie is van 'oordelen over het verleden met de kennis van nu'. De mensen die critici de mond willen snoeren, vergeten dat reeds in 2003 lering was getrokken uit de SARS-epidemie. De aanbevelingen en richtlijnen die in de afgelopen twintig jaar zijn ontwikkeld en bijgeschaafd, hadden effectief toegepast kunnen en moeten worden.

Bedreiging van een effectieve aanpak door politiek-economische beweegredenen
Een andere kapitale bedreiging voor een effectieve aanpak is de politiek. Helaas staan ten tijde van medische crises géén wetenschappers aan het hoofd van het land. De aanpak is afhankelijk van het politieke spel dat zich op nationaal en internationaal toneel afspeelt. De crisis is het lijdend voorwerp geworden van de strijd om politiek gewin. Er is verzet van burgers tegen regels die door de overheid worden opgelegd, omdat de politieke partijen op wantrouwen kunnen rekenen. De passiviteit die tot nu toe werd getoond, zorgt voor woede onder een deel van de bevolking. Burgers die politici prangende vragen voorleggen, krijgen geen antwoord. Wetenschappers zien met lede ogen aan dat hun inzichten niet serieus worden genomen door politici zonder wetenschappelijke achtergrond. Het gaat om de vorm van de boodschap. Het doel is om draagvlak te creëren voor economische overwegingen. Het beoogde economisch gewin op de korte termijn stond in de weg aan vroege indamming van deze ramp. Op dit moment kan niet worden getest omdat er een tekort aan materieel is. Ook zijn onvoldoende beschermende middelen voorhanden. Het nastreven van kortetermijngewin heeft, geheel naar verwachting, voor stagnatie van de economie gezorgd.