Mijn moeder ging als yup in mijn ouderlijk huis wonen. Ze verdiende goed, ze kon zich veel veroorloven, was absoluut niet gierig of onhebbelijk en voelde ook niet de behoefte om te etaleren. Iedereen was gewoon welkom. Om een bovenmodaal inkomen te hebben werkte ze ook hele dagen, soms de weekenden en nachten. Er gebeurde iets waar ze géén enkele invloed op had. Ze werd als dertiger geconfronteerd met kanker en het perspectief was niet goed. Het was echter niet de kanker die ons leven voorgoed zou verpesten.
"Ze zeggen allemaal dat ze kanker hebben"
Mijn moeder raakte arbeidsongeschikt door kanker en werd op onrechtmatige gronden 100% arbeidsgeschikt bevonden tíjdens de chemo, operaties en bestralingen
Ze had de pech om arbeidsongeschikt te raken door kanker. Na 10 chemo's, talloze bestralingen, een zware operatie en na een paar jaar een tweede keer primaire kanker met een nog zwaardere operatie, kon ze niet meer terugkeren naar haar werk. Ze werd geconfronteerd met keuringsartsen die haar op onrechtmatige wijze volledig arbeidsongeschikt oordeelden, op basis van imbeciele opdrachten als handjeklap en armpje strekken die ze moest uitvoeren volgens de protocollen van UWV. Terwijl mijn moeder in het chemotraject zat, was ze volgens zo'n keuringsarts arbeidsgeschikt. Het was bij de tweede keer kanker dat een medewerker van het
bestuursorgaan letterlijk zei: "Ze zeggen allemaal dat ze kanker hebben,
maar als je bij mij komt, ga je aan de slag".
Onder de armoedegrens worden gestort tijdens kanker: geen inkomen om te kunnen leven
Omdat er geen buffers overblijven als iemand arbeidsongeschikt raakt door kanker en zware behandelingstrajecten, werden wij ver onder de armoedegrens gestort. Ik heb een hekel aan mensen die onzin roepen als "We hebben het zo goed in Nederland", "Wij zijn hier maar ontevreden terwijl ze in echt arme landen altijd gelukkig zijn". Een leven in armoede in Nederland is allesbehalve een leven met privileges, relativeren is betekenisloos. Het zijn de vermogenden die van "wij hebben het zo goed en zijn zo ontevreden" spreken, net als de dode woorden "Je hoeft in Nederland niet in armoede te leven".
De impact van een leven onder de armoedegrens is al groot, daar komt bij dat het leven onder de armoedegrens tijdens ziekten als kanker extra onmenselijk is. Ik benadruk hierbij: het leven in armoede kwam niet door kanker, maar door de schandalige beleidskeuzes van onze overheid om ernstig zieken in de ellende te storten. Het betekent dat er niet eens vervoer is om naar het ziekenhuis te kunnen. Het betekent dat ik niet naar het ziekenhuis kon om mijn moeder te bezoeken. Dat ze geen geld kon reserveren voor begrafeniskosten.
Afwijzing van huishoudelijke ondersteuning: "U hebt een kind in huis, dus u krijgt geen WMO-voorziening"
Mijn moeder vroeg altijd op tijd om hulp en we hebben nooit enige vorm van hulp gekregen. We kregen geen huishoudelijke hulp, omdat deze WMO-voorziening bij de eerste, tweede en derde keer kanker werd afgewezen. De eerste keer dat mijn moeder kanker had, werd ik als kind dat net als vroege leerling naar groep 7 zou gaan, geacht om het complete huishouden te doen, te koken en dat te combineren met school. De bezuinigingsregel was "is er een kind in huis, dan krijg je geen huishoudelijke hulp bij kanker".
Jarenlang de zware was op de hand moeten doen, omdat bijzondere bijstand wordt afgewezen
Tijdens haar behandelingen ging de wasmachine kapot. De bijzondere bijstand werd op wederom onrechtmatige gronden afgewezen en het bezwaar werd ongegrond verklaard. Ik heb jarenlang de was moeten doen in de wasbak, met kokend water uit de waterkoker. Het zware beddengoed en linnengoed, de kleding, alles heb ik op de hand moeten doen.
Na de chemo en na een operatie met het ov moeten, omdat het vervoer vanuit het ziekenhuis niet wordt vergoed
Mijn moeder kreeg geen vervoer vergoed, dus moest ze met het ov naar het ziekenhuis om chemo te krijgen. Leven ver onder de armoedegrens betekent dat er na het betalen van de vaste lasten geen geld overblijft om normaal van te kunnen eten. Kleding en vakanties waren niet eens denkbare uitgaven en een auto hadden we niet. Er waren geen posten om op te bezuinigen, of zoals Nibud dat zo eufemistisch formuleert: "Budgetteren".
Schuldhulpverlening doet niet aan preventie van financiële problemen: "U moet eerst schulden hebben"
Mijn moeder zocht al vroeg hulp om schulden te voorkomen. Ze raadpleegde het netwerk van de gemeente, bezocht de oncologisch maatschappelijk werker en meldde zich bij schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening deed niet aan preventie. Omdat mijn moeder geen schulden had, konden ze haar niet helpen. Omdat ik op het voortgezet onderwijs zat, werden mij door het team-schuldhulpverlening ten zeerste aanbevolen om te stoppen met school en direct aan het werk te gaan om nootjes op koekjes te leggen in een fabriek (de vacature werd me aangereikt). Ze wisten dat ik bijna klaar was met mijn Atheneum. Een tweede advies van de gemeentelijke schuldhulpverlening was om een zo hoog mogelijke studieschuld aan te gaan, zodat wij de rekeningen konden betalen en konden eten. Ik heb ze daarop geschreven dat wij in een neerwaartse spiraal werden gestort. De reactie was: "Het is uw keus".
Tijdens haar behandeling voor longkanker werd mijn moeder weer opgeroepen voor "her"keuringen. "Team Rechtsbescherming" van het bestuursorgaan probeerde haar te misleiden tot een niet-ontvankelijk beroep (en werd ermee geconfronteerd dat ik inmiddels Meester in de Rechten was)
Bij de derde keer primaire kanker werd mijn moeder wederom opgeroepen voor "her"keuringen en goedgekeurd. Nu komt het smerige: de volledige arbeidsongeschiktheid was reeds in een beschikking opgenomen, waarna mijn moeder een brief ontving die het eerdere oordeel op niet-bestaande gronden weersprak. Een bestuursorgaan kan niet een beschikking uitvaardigen en die beschikking in een andere brief ineens intrekken zo het het bestuursorgaan dunkt. Het orgaan ontkende dat een beschikking een op juridische gevolgen gericht besluit is (Algemene wet bestuursrecht).
Tijdens de behandelingen voor longkanker zou mijn moeder dus aan de slag moeten gaan. Ik heb het bezwaarschrift ingediend. De jurist van het "Team Rechtsbescherming" probeerde mijn moeder ertoe te verleiden om het bezwaarschrift en een beroepsprocedure aan te gaan, terwijl men weet dat het overslaan van de bezwaarfase ertoe leidt dat een verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering in beroep. Met andere woorden: de jurist van team rechtsbescherming probeerde de boel zo te manipuleren dat mijn moeder met lege handen zou komen te staan. Mijn moeder zei dat ze het gesprek had opgenomen en dat ze geenszins van plan was om het bezwaarschrift te verscheuren. Er werd prompt een gesprek ingepland.
Voorafgaand aan het gesprek met "Team Rechtsbescherming" kregen wij een onbegrijpelijk stapeltje jurisprudentie thuisgestuurd. De jurist van het bestuursorgaan had fragmenten van enkele uitspraken gekopieerd en gemarkeerd. Ik heb de volledige jurisprudentie opgezocht in de database. Daaruit bleek dat de rechter had geoordeeld dat een werkschuwe bankhanger die lichamelijk niets mankeerde, maar alle pogingen tot arbeidsbemiddeling pertinent afwees en niet op afspraken verscheen omdat hij nergens zin in had, verweten kon worden niet aan zijn re-integratie mee te werken.
Ik ging mee naar het gesprek met de jurist van Team Rechtsbescherming. Ze schrok zich rot toen ik liet weten Meester in de Rechten te zijn en aangaf dat de jurisprudentie die zij had gestuurd, totaal irrelevant was, gelet op de inhoudelijk merites van de zaken die zij had gekopieerd. Ik gaf aan dat ze de totstandkoming van de wetgeving niet goed had begrepen en dat ik haar de parlementaire geschiedenis zou toesturen. Ik kreeg een slecht excuus te horen: "Het spijt ons dat er miscommunicatie is ontstaan, het is voor mij zo lang geleden dat ik bestuursrecht heb gedaan, ik weet ook niet alles meer van toen".
Uiteindelijk kwam er een brief met "Wij respecteren uw situatie. Daarom tonen wij hierbij coulance".
Dus als mijn moeder en ik er niet direct bovenop hadden gezeten met onze scherpe juridische visie, had mijn moeder "aan het werk gemoeten" tijdens de behandelingen voor longkanker (met de daarbij horende beenmergdepressie die ervoor zorgde dat ik haar met de rolstoel naar en van behandelingen moest vervoeren)
Hoe pure slechtheid van mensen bij de overheid en tegenwerking ons een kloteleven heeft bezorgd
In niets, maar dan ook in niets, hebben wij enige steun gekregen. We hebben alleen maar tegenwerking gehad in het leven. Mijn moeder was heel tevreden met haar eigen leven en met ons als gezin. Zij was gelukkig, maar werd het leven onmogelijk gemaakt door overheidsinstanties die haar dwarsboomden tijdens haar behandelingen en tussen de behandelingen in. Het zijn monsters die dit beleid hebben uitgevaardigd. Het zijn geen mensen. Pure slechtheid. Helaas worden ze zelf niet direct met deze ellende geconfronteerd, want dat zou goed zijn voor ze om zich wat meer in te kunnen leven hoe het is voor iemand die tijdens een ernstige ziekte een trap na krijgt.
Mijn moeder verdiende het niet om zo schofterig te worden bejegend. Het is een schandvlek hoe wij zijn behandeld. Ik heb ook een kloteleven gehad. Er is buiten ons als gezin om niets waar ik op terug kan kijken. Als ik naar oude foto's kijk, dan zie ik een altijd vrolijk kind en mijn moeder die ook opgewekt is. Dat is voordat we met de onrechtmatige overheid werden geconfronteerd. Er was al die jaren ook niemand die ook maar een poot naar ons uitstak. We mochten het zelf uitzoeken. Het is dat mijn moeder altijd scherp van geest was, tot op het laatst. Die alertheid, dat ik niets pik maar instanties (juridisch) langs de lat leg, is een karaktertrek die ik met haar gemeen heb.
We zijn enorm in de staart gebeten.