Ik ben nu 3 maanden totaal alleen. Direct na de dood van mijn moeder hoorde ik al van kennissen 'We zullen je maar met rust laten'. Bijna iedereen vult het voor me in: 'Je zult wel genoeg aan je hoofd hebben', 'Je hebt het druk genoeg met alles regelen'.
Ik weerspreek de mensen die dat zeggen door te zeggen dat ik niet met rust gelaten wil worden, maar ik kan het niet aan hun verstand krijgen: ze maken direct aanstalten om weg te lopen.
Het ergst is als ik aangeef hoe eenzaam het is dat iedereen dit tegen me zegt: dat wordt beantwoord met 'Ja, verlies is ook een heel eenzaam iets'.
Het is demotiverend om in de steek te worden gelaten, maar het ergst van alles is dat mensen het altijd maar nodig vinden om voor anderen in te vullen hóe zij zich moeten voelen. Dat is niet nodig. Ik kan mijn gevoel altijd uitstekend verwoorden, maar als mensen zich eenmaal iets voor de geest hebben gehaald, is dat beeld te hardnekkig om het uit hun hoofd te praten. Als "troost" krijg ik dan nog de woorden toe: 'Ik weet zeker dat jij jezelf weet te redden'.
Nou, fijn is dat. Ik ben niet op mezelf, ik ben niet erg op mijn innerlijke belevingswereld gericht, ik heb nooit de neiging om me te isoleren, het liefst heb ik dat mensen spontaan bij me binnenlopen of aan de stamtafel gaan zitten en ik heb het niet snel "te druk" om tijd voor bezoek te maken. Ik houd van drukte, praten, levendigheid. Dat heb ik altijd gehad en het gaat tegen mijn natuur in om totaal alleen te zijn. Het is niet dat ik niet tegen mijn eigen gezelschap kan. Aan gedwongen alleen-zijn heb ik een hekel. Er is niets leuk, leerzaam of heilzaam aan in de steek gelaten worden.
'Verlies is een eenzaam iets waar je doorheen moet' is een slecht excuus. Het verlies is wat het is. Die eenzaamheid, dat is het gevolg van genegeerd worden.
Juist door die opgelegde sociale isolatie waar ik in ben gestort, word ik nu teruggevoerd naar herinneringen aan die pijnlijke, eenzame situatie in afwachting van mijn moeders operatie aan haar hersentumoren en de weken erna. Mijn onderbewustzijn brengt me iedere nacht terug bij de situatie in het ziekenhuis, haar eerdere ziekenhuisbezoeken die tot eind 2022 altijd een goede afloop hadden en de eenzaamheid die ik voelde toen ik op de hotelkamer moest zitten, in afwachting van wat komen zou. Ik keek toen naar mezelf in de spiegel en zag een vreemde. Niet omdat ik was losgezongen van de realiteit, maar omdat ik besefte dat mij een immens verlies stond te wachten. Er was geen opluchting en geen positief iets om te vinden, zeker niet in zo'n eenzame situatie waarin ik letterlijk niemand had om op terug te vallen. Mijn spiegelbeeld zou er helemaal alleen voor komen te staan. Ik zag op dat moment een anoniem iemand. Ik wist niets van onze familiegeschiedenis af, ik was de laatste persoon in dit land van onze familielijn. De gedachte bekroop me dat zomaar een familielijn zou worden uitgewist, alsof wij nooit hebben bestaan. Zo oneerlijk dat zo'n waardevol iemand als zij uit het leven zou worden gerukt.
Ik kan niets met mensen die zeggen dat het haar tijd was om te gaan. Ze is niet uit ouderdom gegaan, maar uit de pech van het hebben van een genetische mutatie die dood en verderf zaait onder jongeren. Ze wilde het leven absoluut niet verlaten, ze keek juist uit naar de toekomst. Het voelt alsof er iets onvoltooid is, al hebben we gelukkig wel al het belangrijke in het leven met elkaar besproken. Ik zou willen dat ze er nog was. Mede vanwege haar zeldzame oprechte persoonlijkheid. Ik verheerlijk haar geenszins; ze vertelde gerust mensen in hun gezicht wat ze van mensen vond, daarin kon ze confronterend zijn, maar ze stond altijd voor oprechte mensen klaar en zou nooit iemand laten barsten.
Ik heb recentelijk gelukkig contact met oprechte mensen. Dat contact geeft mij in ieder geval de overtuiging dat oprechte mensen bestaan. Aangezien ik veel negatieve mensen heb meegemaakt, was dat echt wel nodig om de motivatie te blijven voelen.