vrijdag 27 september 2024

Hoera! Het is de week van de eenzaamheid. Dit zijn de grootste clichés die ik tegenkom

In de week van de eenzaamheid kom ik met mijn gewauwel over de grootste misvattingen en clichés waar ik me aan erger. De meest sleetse missers over eenzaamheid zijn:

1. Dat eenzamen kluizenaarstypes of introvert gefocuste personen zijn;
2. Dat sociale media debet zijn aan eenzaamheid. Een globaal onderzoek toont aan dat de wereldwijde piek rond 1990 lag, nog voordat burgers toegang hadden tot internet;
3. Eenzame mensen zouden sociale fobieën hebben;
4. Contact met willekeurige mensen zou eenzaamheid oplossen of het voor een deel wegnemen;

5. Eenzame mensen zijn vast verlegen/arrogant/complex/vervelend/veeleisend/onaantrekkelijk/agressief. Er moet "iets" aan de eenzame persoon te wijten zijn;
6. Eenzaamheid is gelijk aan depressie;
7. Eenzame mensen zouden hun eigen gezelschap niet waarderen;
8. Een huisdier zou eenzaamheid oplossen;
9. Vrijwilligerswerk en hobby's zouden eenzaamheid verhelpen

Ik heb een passend credo over eenzaamheid, omdat ik precies ervaar wat de kern is.

Eenzaamheid is het gebrek aan gelijkwaardig, wederkerig contact. 

Valse vrienden helpen niet, duizenden contacten helpen niet; het gaat om die behoefte aan nauwe banden met mensen die je aanvoelen en die je zelf ook aanvoelt.

We hebben bijna allemaal behoefte aan nauw contact met individuen van onze eigen diersoort. Daar is het ontwerp naar. Het mag een evolutionair restant zijn om de aangeboren behoefte te hebben om onderdeel te vormen van sociale groepen (vrienden, een relatie en familie), maar het geeft wel een drang die niet te onderdrukken valt. Het is instinct. Structureel alleen zijn of géén onderdeel uitmaken van een eigen kring met nauw contact, gaat tegen dat ontwerp in en dat levert gevoelens van eenzaamheid op. Niemand heeft in deze context iets aan het cliché "Eenzaamheid is iets anders dan alleen zijn". Dat is een truïsme. Is iemand ooit iets met truïsmen opgeschoten??

Een huisdier kan dat gemis aan menselijk contact niet ondervangen. Verbitterde mensen zeggen dat ze meer van dieren houden dan van mensen. Er is niets mis mee als het je persoonlijke keus is om alleen met dieren om te gaan, maar ze zijn qua communicatieniveau en neurologische feedback niet gelijkwaardig in contact. Met een huisdier vorm je geen sociaal netwerk. Dat is niet om te zeggen dat ze minderwaardig zijn; ze zijn niet gelijkaardig.

Met werk, vrijwilligerswerk en hobby's kun je wel duizenden mensen ontmoeten. Die kwantiteit is geen garantie voor het krijgen van waardevolle contacten. De gedachte erachter, "Help mensen die het slechter hebben, dan voel je je beter over jezelf" is vals altruïsme en het vergelijken met mensen die het wellicht slechter hebben, maakt niet dat eenzaamheid minder wordt. Vergelijkingen gaan meestal mank.

Een schromelijk onderschat fenomeen is situationele eenzaamheid. Armoede, chronische aandoeningen, culturele verschraling, verschraling in de medische sector (mensen die niet de medische zorg krijgen die nodig is om een normaal bestaan te hebben) en een grote fysieke afstand tot vrienden, dragen allemaal bij aan eenzaamheid. Het is niet zo dat je in Nederland iets kunt bereiken als je de middelen of lichamelijke gesteldheid niet hebt om anderen te bereiken. Gecreëerde schaarste als woningnood, zorgarmoede door te speculeren met zorgmiddelen en hyperinflatie grijpen allemaal in in onze levens en hebben ook weerslag op eenzaamheid. Die verdiept door verschraling van basisvoorzieningen. 

Vanuit mezelf
Voordat mensen goedbedoeld advies aandragen om "gelukkig" te worden, wil ik ze vragen om zich eens voor te stellen om een empaat te zijn en hier niemand meer op aarde te hebben om van te houden. Om zich voor te stellen om zonder geliefde familie achter te blijven. Of een variant daarop: geen hechte familie te hebben. Mensen stellen zich altijd voor dat de dood het ergste is, maar ik vind eenzaamheid erger dan de dood. Eenzaamheid maakt een mens kapot, inspiratieloos, onverschillig en leeg. 

Voor mij is dit een afschuwelijk bestaan. Ik besta voor mezelf. Ik heb geen partner, geliefde, geen familie die ik ken. Langdurig ben ik zonder partner en wat ik ontzettend mis in mijn leven, is aanraking. Het leven is kil als je voor jezelf opstaat en 's nachts de ogen weer sluit. En nee, het ligt niet aan mij dat ik geen vriend heb. Ik ben niet ontoegankelijk, gesloten, ik verlang alleen maar naar een man die bij me hóórt. Het is niet leuk of bevrijdend om niet te worden vastgehouden als ik daar juist behoefte aan heb. Het is alsof ik een danser ben zonder partner. 

Ik kan het met veel mensen goed vinden. Maar ik mis een man. Al zou ik duizend echte vrienden hebben, dan nog zou ik de aanraking, de geur, de stem, de huid, de warmte van een man missen. Het is niet dat ik me schaam om alleen te zijn. Ik ben niet bepaald de enige; er zijn minstens 2,1 miljoen mensen die alleen zijn. 

Er zijn meerdere uitingsvormen van eenzaamheid. Ik ben nog nooit depressief geweest; ik heb nooit te maken met schuldgevoelens, minderwaardigheid, passiviteit, gebrek aan humor en lethargie. Integendeel, het lijkt of ik het leven van een ADHD'er heb. Ik ben druk, ik kan nooit stilzitten, ik praat veel en snel, ik begin aan iets nieuws en ben het zat omdat ik het al snel te makkelijk vind of nieuwe impulsen krijg, mensen kunnen moe worden van mij. Soms voel ik me een volwassen kleuter. Ik ben de kleindochter van een kunstenaar en musicus. Misschien verklaart dat een deel van mijn manier van denken en doen. 

Maar ik heb al vanaf jonge leeftijd existentiële en situationele eenzaamheid. Als kind was ik zeer  heldervoelend en kon ik daar niet met leeftijdsgenoten over praten. Ik wist soms iets over mensen terwijl anderen dat niet zagen. Ook kon ik er niet over uit dat mensen allemaal vast zaten in hun dagelijkse patroon. Dat wilde ik niet. Ik vond het raar dat mensen het zo vanzelfsprekend vinden dat het leven vooral bestaat uit aan verwachtingen van anderen voldoen. Die acceptatie van autoriteit vond ik als kind al bizar. Wie was de ander, of in bredere zin, wie waren al die anderen om te bepalen dat het geijkte pad van de hoogste opleiding en daarna aan het werk, het ultieme bestaan uitdrukt? 

Mijn ouders komen hier niet vandaan. Ze vestigden zich in deze regio voor werk. In de nieuwbouwwijk was het in de eerste jaren goed te doen. Op school zou ik met aso's te maken krijgen die door de grootschalige sloop uit stadsbuurten waren verjaagd  Na 2010 is het eiland overspoeld met asocialen uit pauperbuurten. Ik probeerde een woning te vinden buiten de regio, maar het valt niet mee om op de huizenmarkt door te breken. Ongewild zit ik nu vast aan de regio. Door de verpaupering in de buitenwijken is ook het aanbod in recreatie en cultuur in de kernen compleet weggevaagd. Situationele eenzaamheid is dat ik hier geen gelijken kan vinden en ook geen interesses deel met de meesten.

Een andere uiting van situationele eenzaamheid, is dat ik niet het leven heb dat bij mij past. Ik heb altijd danser, musicus en kunstenaar willen worden en ik voel me ook aangetrokken tot mensen (mannen) uit de wetenschap en artistieke wereld. Ik pas niet bij mensen die vooral een uitvoerende en volgzame aard hebben. 

Ik kan met veel mensen (behalve dan asocialen; mensen moeten wel in staat zijn om een redelijk gesprek te voeren) goed overweg. Van nature ben ik daar flexibel in. Het lijkt door de focus van mijn berichten op taboe-onderwerpen alsof ik complex en zwaar op de hand ben, maar ik ben juist extreem makkelijk. Ik ben een grappenmaker en verteller zonder sardonisch genoegen.

Als het niet vanuit mijzelf zou komen, dan zou ik het niet kunnen verdragen om 9-10 per dag met anderen om me heen te functioneren en dan zou ik thuis instorten en chagrijn krijgen. Dat heb ik niet. Ik sta gewoon de volgende dag om 04:30 weer op en heb nooit last van buiigheid. Ik heb nooit een ochtendhumeur, ik ben om tien voor zes 's ochtends al aan het rennen naar het station. Het is geen verworven overlevingsmechanisme, dit is wie ik ben.

Mensen zien niet aan me dat ik eenzaam ben. Ik heb het niet in me om gelaten over te komen. Ik twijfel niet aan mezelf- ik ben juist een furieus, direct type met zelfspot.
Veel mensen zien me ook als vrolijk en druk en dat is ook hoe ik ben, want ik heb er behoefte aan noch belang bij om iets voor te wenden. Vrolijk zijn en eenzaam zijn, is géén paradox!

Ik ben nog steeds eenzaam. Op vrije dagen zoals het weekend, is iedereen naar familie. Mensen vertrekken hier en ik heb geen gezelligheid om me heen. Het is niet dat ik mezelf niet gezelschap weet te houden. Ik mis langdurig gelijkwaardige, nauwe banden in mijn bestaan.

Er is een groot contrast tussen eenzaam zijn vanwege de behoefte aan gezelligheid en contact, of eenzaam zijn omdat je nooit op jezelf kunt zijn en niet zelf beslissingen durft te nemen. De laatste categorie mensen is bang voor autonomie en heeft zwak besef van een eigen identiteit. Ik heb studiegenoten en collega's gehad die zo waren en ik werd er helemaal gestoord van. Ze wilden zich vastklampen; samen naar de universiteit of naar het werk, samen op de bus, samen op de trein, samen naar een niet-verplicht college, samen pauzeren, hetzelfde eten, samen terugreizen, samen naar besprekingen. Zo'n definitie van vriendschap is verstikkend. Als ik daarin mee zou gaan, dan zou ik waarschijnlijk altijd iemand om me heen hebben omdat simpelweg iedere stap gevolgd wordt door de ander. Dat is niet mijn definitie van gelijkwaardig contact. En ook niet de manier om eenzaamheid weg te nemen.

De realiteit is dat het een levenslange opgave is en dat sommigen voor altijd eenzaam zullen blijven.
En dat hoeft echt niet te wijten te zijn aan "iets" dat met een eenzame persoon "mis" is. Mensen die graag beweren dat je nooit alleen hoeft te zijn en dat er wel iets met je aan de hand is als je langdurig eenzaam bent, zijn wandelende clichés die bitterheid projecteren. Meestal zijn zulke mensen ook stompzinnig van geest. Bovendien heeft niemand er iets aan.