woensdag 6 januari 2021

[Vaccinatiefiasco] Waarschuwing! De illusie "Vaccinatie beschermt anderen" is de nieuwste misser die voor fiasco's zal zorgen

Een korte waarschuwing van mijn kant. Het SARS-CoV-2-/COVID-vaccinatieprogramma is vandaag van start gegaan in Nederland. Al maanden is duidelijk dat géén antwoord wordt gegeven op inhoudelijke vragen over de prioritering van RNA-vaccins voor hoogrisicogroepen en de indeling van "categorieën doelgroepen" op grond van het vaccinatieschema.

De overheidscampagnes zijn er ten onrechte op gericht om de bevolking de indruk te geven dat het vaccin ánderen beschermt. De discussie die wordt aangewakkerd, gaat erover dat noodzakelijke maatregelen kunnen vervallen als iemand het vaccin heeft gekregen. Dit is een misvatting die het nieuwste hardnekkige onwetenschappelijke cliché dreigt te worden. De gevaccineerde wordt zelf minder ziek als het vaccin effect heeft. De gevaccineerde kan het virus ondertussen wel aan anderen doorgeven, omdat hij drager wordt als hij geen noodzakelijke maatregelen treft.

Vandaag werd live op tv getoond dat een medewerker uit de gezondheidszorg het Pfizer-vaccin (RNA) kreeg toegediend. Zij merkte op dat ze anderen daarmee wilde beschermen. Het ministerie van VWS gebruikt de beelden als onderdeel van de vaccinatiecampagne die de illusie erin moet rammen "Dat je een vaccin niet voor jezelf neemt, maar voor de bescherming van je omgeving". Met het voorstel voor een vaccinatiebewijs wordt die misvatting gevoed. Er zijn op het moment dat ik dit schrijf levendige discussies gaande over het afschaffen van alle maatregelen op het moment dat mensen zijn ingeënt. 

Het is er weer één om toe te voegen aan de lijst met publieke misinformatie die in strijd is met de wetenschap:

1. "Carnaval vier je toch in groepjes";
2. "Dit virus is niet héél besmettelijk en als het in Nederland komt, zal de verspreiding beperkt blijven";
3. "Handen wassen en afstand houden zijn de belangrijkste maatregelen";
4. "Aërogene transmissie van SARS-CoV-2 speelt geen rol";
5. "Kinderen spelen geen belangrijke rol in de verspreiding van het virus";
6. "Je mag je mondmasker af als je een vaste zitplaats hebt, want afstand houden voorkomt verspreiding";
7. "Mensen zijn alleen besmettelijk als ze klachten hebben";
8. "Het nemen van het vaccin is belangrijk om uw omgeving te beschermen"

Mensen die argumenteren "Dit land telt 17 miljoen virologen (stuurlui aan wal)" of "Dat het achteraf makkelijk praten is, omdat niemand wist hoe het uit de hand zou lopen",  zijn ernstig onwetend. Een overheid heeft de taak om te anticiperen. Regeren is vooruitzien. Vooruitzien was mogelijk en er werd perfect op tijd gewezen op wat komen zou. Alleen...er werd niets mee gedaan. Aankijken, achterover leunen, bij geringe dreiging zeggen dat het niet meer terug te dringen is, de verantwoordelijkheid bij de burger leggen ( "..als jullie je nou gedragen..") en kleine brandjes blussen als alles al verwoest is, dat is het heersende non-crisismanagement.

Wetenschappers wisten in januari 2020 dat het virus een SARS-virus is, één van de ernstigste categorieën van virussen. Met 20 jaar internationale ervaring met SARS wist de wetenschappelijke wereld ook in januari 2020 wat ons te wachten stond als niet direct zou worden ingegrepen. Door bewijs in de wind te slaan, door invalide onderzoeken als "bewijs" te gebruiken, door de allocatie van beschermende middelen vanaf februari 2020 te belemmeren en door zelfs nú, in januari 2021, toewijzing van beschermingsmateriaal aan de medische sector weg te stemmen (!), is ervoor gekozen om fiasco op fiasco te laten volgen.

Ik voorzie dat er weer clusters van besmettingen zullen ontstaan door mensen die zich ten onrechte níet als doorgever van het virus beschouwen. De illusie "Vaccinatie beschermt anderen" is de nieuwste misser die voor instandhouding van de eindeloze reeks fiasco's zorgt. Ondertussen staat er in de politiek niemand op om deze vicieuze cirkel van fiasco's te doorbreken. Het blijft bij salonfähig de indruk wekken dat het allemaal prioriteit heeft. Als de oppositie wél een voorstel doet dat de verspreiding van het virus aan banden kan leggen, wordt de oppositie tandeloos gemaakt. Alles hangt af van bewust allocatiebeleid. Daarom zijn de burgers voor hun veiligheid op zichzelf aangewezen. 

Ik zou willen dat iedereen de verantwoordelijkheid kon dragen én de middelen had om noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen. Dan waren we al sinds 2020 uit deze crisis geweest, zonder de stinkende wonden van het non-management.

Over allocatie en "equitable" distributie van vaccins en prioritering. "Wie het eerst komt, die het eerst maalt" hanteren in het vaccinatieprogramma is medisch-ethisch onverantwoord
Onderstaande vragen heb ik in november 2020 voorgelegd tijdens de livestream "COVID-vaccins" van het Algemeen Dagblad. Ten onrechte wordt in diverse media geïnsinueerd dat het om "ik wil zelf kiezen welk vaccin ik ontvang!" gaat. Het gaat om een fundamenteel andere kwestie: namelijk, of de meest geschikte vaccins aan de juiste doelgroepen worden toebedeeld. Het gaat dus niet om "luxe keuzevrijheid", maar om de juiste allocatie van middelen. Het uitgangspunt dat wordt gehanteerd door de overheid is echter "Wie het komt, die het eerst maalt", omdat men het vaccin moet accepteren dat op de uitnodiging vermeld staat. Afwijzen mag, maar dan is er geen alternatief (consequentie: de toch al obscure status van het vaccinatiebewijs wordt verder gecompliceerd als mensen niet het juiste middel krijgen). Ik heb het @MinVWS sinds 2020 herhaaldelijk om uitleg gevraagd en het voorstel ingediend om zo nodig zélf voor een vaccin te betalen (het vaccin kost minder dan 8 Euro), maar vanuit het ministerie komt tot op heden géén respons.

De Gezondheidsraad heeft op 24 december 2020 het advies uitgevaardigd om primair ouderen en medische risicogroepen het vaccin BNT162b2 toe te kennen en wel begin 2021 (COVID-19-vaccinatie: BioNTech/Pfizer, nr. 2020/29, 24 december 2020, p. 4, 9 en 20). Pfizer is voor de oudere doelgroep en de doelgroep met medische/chronische aandoeningen hoogst effectief, veilig en derhalve het meest geschikt bevonden. Het vaccin van AstraZeneca dient volgens de Gezondheidsraad toebedeeld te worden aan zorgpersoneel, de volgende doelgroep in het geplande vaccinatieprogram. De Gezondheidsraad baseert de verantwoording over de advisering inzake de toebedeling van vaccins aan bepaalde doelgroepen op het uitgangspunt dat de overheid de taak heeft om de bevolking en het maatschappelijk leven te beschermen en op het uitgangspunt van een rechtvaardige verdeling van zorg. De Gezondheidsraad komt tot het advies voor het vaccineren van de genoemde doelgroepen met de hoogste gezondheidsrisico's, om de gezondheidszorg (ic-capaciteit) te ontlasten en om ziektelast te verlagen. Niet alleen het verlagen van de druk op de ic's heeft prioriteit; het tegenaan van DALY, disability adjusted life years, is een subdoel van de prioritering van ouderen.

De overheid heeft de grondwettelijke verplichting om de volksgezondheid te beschermen en dient daartoe alle nodige maatregelen te treffen (art. 22 Grondwet). De overheid heeft zich tevens aan internationaal recht verbonden door lid te worden bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR); volgens het IVESCR is de staat verplicht om epidemische ziekten te voorkomen, te behandelen en te bestrijden (art. 12 lid 2 onder c IVESCR) en omstandigheden te scheppen die één ieder in geval van ziekte geneeskundige bijstand en verzorging waarborgen (art. 12 lid 2 onder d IVESCR). Staten die lid zijn bij het IVESCR, hebben de plicht om te bewerkstelligen dat de verdeling van "schaarse" middelen niet tot disproportionele gezondheidsconsequenties leidt. Bovendien hebben staten rekening en verantwoording af te leggen en kwetsbare groepen bij te staan in het verkrijgen van toegang tot de hoogste standaard van gezondheidszorg (General Comment No. 14, "The right to the highest attainable standard of health care (Article 12 IVESCR)", Economic and Social Council E/C.12/2000/4). De overheid kan zich ten aanzien van het uitvaardigen van gezondheidsbeleid dat dient te voldoen aan het principe van "equitable distribution", niet beroepen op de schaarste van de te verdelen middelen. Specifiek bepaalt de internationale case law dat staten zich niet achter het argument van schaarste kunnen verschuilen, indien een minderheid een levensbedreigende conditie heeft die bepaling en uitvoering van een gezondheidsstrategie vereist.

Volgens het Framework voor de allocatie en prioritering van COVID-19-vaccins van SAGE dienen de nationale staten groepen te prioriteren die door onder meer biomedische factoren (medische predisposities) onevenredig zwaar onder de COVID-19-pandemie hebben te lijden (WHO SAGE values framework for the allocation and prioritization of COVID-19 vaccination, 14 September 2020). De Council on Bioethics wijst overheden op de noodzaak om transparant te zijn ten aanzien van de distributie van de COVID-vaccins. Bij het afleggen van rekening en verantwoording dient uitleg te worden gegeven over de afwegingen achter het toekennen van een bepaald vaccin aan een bepaalde doelgroep (Fair and equitable access to COVID-19 treatments and vaccines, Nuffield Council on Bioethics, 29 mei 2020). Een impliciete prioritering van doelgroepen bij de distributie van medicijnen en vaccins wordt gekenmerkt door onduidelijkheid, het falen van de overheid om passende strategieën te identificeren en afwezigheid van publieke verantwoording voor genomen beslissingen (Di Constanzo, 'Healthcare Resource Allocation and Priority-Setting. A European Challenge', European Journal of Health Law 27 (2020): 93-114). Dit proces wordt wel "aanmodderen" genoemd.

De Minister van Volksgezondheid is gehouden tot het bevorderen van de kwaliteit en doelmatigheid van de publieke gezondheidszorg en draagt zorg voor de instandhouding en verbetering van de landelijke structuur. De Minister dient de interdepartementale samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg te bevorderen (art. 3 leden 1 en 2 Wet publieke gezondheid). De Minister van VWS is via het RIVM verantwoordelijk voor het voeren van de regie op de uitvoering van het vaccinatieprogramma (art. 6b Wet publieke gezondheid; Kamerstukken II 2015/16, 34 472, nr. 3, paragraaf 2.1.2). De Gezondheidswet wijst de Gezondheidsraad aan om de Minister te adviseren over de stand der wetenschap en volksgezondheid (art. 22 Gezondheidswet) en een Staatstoezicht om toe te zien op de volksgezondheid (art. 36 Gezondheidswet). De adviescolleges van de Gezondheidsraad hebben volgens de Kaderwet adviescolleges de taak om het Ministerie van VWS en de Tweede Kamer te adviseren inzake beleid en de invulling van Algemene Maatregelen van Bestuur (art. 17 Kaderwet adviescolleges). De Tweede Kamer kan ingevolge de wet zelf advies inwinnen en initiatief nemen.

Vaccins en bescherming tegen tertiaire transmissie van SARS-CoV-2
Zoals gezegd, is allerminst duidelijk of een vaccin andere personen tegen infectie met het coronavirus beschermt. De indruk die ten onrechte wordt gewekt door de vaccinatiecampagne, is dat mensen een vaccin nemen om anderen te beschermen tegen infectie. De situatie kan zich echter voordoen dat de gevaccineerde het virus overbrengt op anderen: hij/zij heeft een zogenaamde "reservoirfunctie" en fungeert dus als gastheer, zonder zelf ernstig ziek te worden. Als er helemaal geen gezondheidsklachten optreden omdat het vaccin tegen ziekte beschermt, zou de gevaccineerde kunnen denken dat hij/zij anderen niet kan besmetten. Dat kan weer talloze besmettingen opleveren. De achterliggende gedachte is niet openlijk benoemd. Die is terug te vinden in de Memorie van Toelichting uit 2015 en gaat over vaccins in het algemeen: pas als zoveel mogelijk mensen zich hebben laten inenten, is de samenleving veilig. Het Rijksvaccinatieprogramma neemt tot uitgangspunt dat derden tegen infectie worden beschermd indien de vaccinatiegraad minstens 95% beloopt (Kamerstukken II 2015/16, 34 472, nr. 3 (Memorie van Toelichting), paragraaf 2.1.1).