dinsdag 16 maart 2021

[Pharmacovigilance 1] Over het causaal verband tussen de AstraZeneca-vaccins en trombose kan pas iets zinnigs worden gezegd, als de case reports worden gepubliceerd

De EMA berichtte dit weekend dat "Er geen aanleiding was om aan te nemen dat de recente trombotische gevallen die waren opgetreden ná vaccinatie met AstraZeneca, het gevolg waren van dit COVID-vaccin".

Over welgeteld twee minuten zal de EMA een nieuwe verklaring afgeven nadat op zondag bekend was geworden dat een persoon zonder bekend medisch lijden binnen een etmaal na toediening van AstraZeneca was komen te overlijden met het beeld van trombocytopenie (een laag gehalte aan witte bloedplaatjes). In totaal heeft AstraZeneca 37 gevallen van trombose-activiteit doorgegeven. In perspectief: 17 miljoen vaccins van AZ zijn inmiddels gezet.

Trombose en trombocytopenie (een te laag niveau bloedplaatjes): typerend voor COVID
COVID zelf wordt gekenmerkt door trombotische gebeurtenissen die volgen op infectie met het SARS-Coronavirus-2 (SARS-CoV-2). Sinds 2003 is het een algemeen beeld dat zowel trombose als cytopenie kunnen optreden bij infectie met het SARS-coronavirus. Gedurende de ontwikkeling van de ziekte verschuift de toestand van trombose-activiteit naar een te laag niveau bloedplaatjes. Aan het begin van de infectie wordt de bloedplaatjesproductie opgeschroefd. Bloedplaatjes trekken vervolgens trombi en fibrine aan om microtrombi te vormen in het weefsel van de longen en andere organen. Dit is een poging van het lichaam om beschadigingen te repareren. Een deel van de bloedplaatjes wordt opgeslokt door microtrombose. Bij gebrek aan voldoende bloedplaatjes worden de resterende bloedplaatjes hyperactief gemaakt. Dit is een vorm van overcompensatie die tot totale uitputting van de bloedplaatjesproductie leidt. Het beeld van trombose met hyperactieve bloedplaatjes, gevolgd door een ziekelijk laag niveau van bloedplaatjes, is progressieve trombocytopenie. In zeldzame gevallen kan TTP optreden, trombotische trombocytopenie. Een patiënt met TTP zal paarse plekken op het lichaam en aan de extremiteiten vertonen.

De causaliteitsvraag uit oogpunt van "Pharmacovigilance": het voorzorgsprincipe
De belangrijkste vraag is: is er een causaal verband tussen de toediening van het AstraZeneca-vaccin en de trombosegevallen die bij AstraZeneca zijn gemeld?

De antwoorden die ik tot nu toe heb gehoord, alsmede de verklaring van de EMA die tot gisteren op hun pagina stond, trekken relativerend bedoelde vergelijkingen: "Het virus veroorzaakt trombose, er is geen aanwijzing dat AZ in deze gevallen voor trombose heeft gezorgd" en "17 miljoen vaccins van AZ zijn al toegediend, dus het aantal trombosegevallen onder de AZ-populatie is erg laag".

Mogelijke verklaringen
Vergelijkend onderzoek geeft echter geen antwoord op de causaliteitsvraag. Om iets zinnigs over het verband tussen de AstraZeneca-vaccins en trombose te kunnen zeggen, is het noodzakelijk dat eerst de case reports van de getroffen personen worden gepubliceerd. Het kan namelijk zijn - en dat is iets waarvoor AstraZeneca al een waarschuwing gaf in de bijsluiter - dat de mensen die ernstige trombose of trombocytopenie ontwikkelden ná ontvangst van het vaccin, (aangeboren) trombotische factoren hebben die maken dat dít vaccin niet geschikt voor ze was. Onderaan dit bericht heb ik de waarschuwing van AstraZeneca geplaatst.

Een tweede verklaring is dat een deel van deze personen reeds was geïnfecteerd met het SARS-coronavirus en in de periode ná toediening van het vaccin ernstige trombotische klachten ontwikkelden. Een derde, zéér plausibele verklaring, is dat deze personen recentelijk een infectie met het coronavirus hebben gehad (of nog onder de leden hebben) en dat het vaccin de immuunreactie nog eens een extra stimulans geeft. Vaccinoloog John J.L. Jacobs waarschuwde er in november 2020 al voor: als iemand die het vaccin krijgt, recentelijk besmet is geweest met het coronavirus, kan het vaccin een ongewenste reactie van het immuunsysteem op gang brengen ('boost').

Vooralsnog zullen relativeringen en vergelijkingen geen antwoord bieden. Dat 22 gevallen op 17 miljoen vaccins "relatief laag" is, is geen bewijs voor het causaal verband tussen het vaccin en de gemelde trombosegevallen. De klinische casus moeten eerst bekend worden gemaakt.

Over de bijsluiter

Op de Nederlandstalige webpagina van AstraZeneca, COVID-19, zijn de bijsluiter, informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (Z4-29107) en SmPC (NL-6654/exp.02-2023) te vinden. De bijsluiter maakt duidelijk dat bij mensen met een voorgeschiedenis van trombotische activiteit en trombocytopenie voorzichtigheid is geboden, maar opvallend genoeg gaat het om het risico op blauwe plekken (zie afbeelding). Over de veiligheid van het AZ-vaccin voor mensen met een ernstige immuunstoornis is geen informatie beschikbaar, omdat mensen met ernstige immuunziekten werden uitgesloten van de trial. Ook mensen met ernstige cardiovasculaire, metabole en endocriene aandoeningen werden in de testfase uitgesloten van onderzoek. Opvallend is dat in de SmPC-bijlage wordt gemeld dat mensen met een bekende voorgeschiedenis van een SARS-CoV-2-infectie zijn uitgesloten bij alle onderzoeken in de trials van het AstraZeneca-vaccin.

Het was bij aanvang van het vaccinatieprogramma dus nog helemaal niet duidelijk hoe de AstraZeneca-vaccins zouden uitpakken bij immunogecompromitteerde personen en personen met een voorgeschiedenis van corona-infectie.



Voorzichtigheid geboden met trombose en trombocytopenie, vanwege het risico op blauwe plekken




Geen nadere informatie over contra-indicaties bij het inenten van reeds met SARS-CoV-2 besmette personen