dinsdag 16 januari 2024

Een eerlijk gesprek is een bespiegeling

Ik heb recentelijk een leuk gesprek gehad met iemand die heel eerlijk was. Ik gaf aan dat ik nu dossiers van cliënten door het hele land behandel, over uiteenlopende rechtsvragen, maar dat ik op zoek ben naar een wat meer vaste standplaats (reizen vind ik geen probleem, maar ik wil het werk meer centraliseren dan nu het geval is).

Zij schatte mij (accuraat!) in als iemand die onderzoekend is, probleemoplossend wil werken en niet het type is om heel systematisch/erg gestructureerd, zonder vrijheid om naar eigen inzicht te interpreteren en zonder communicatieve rol te werken. Ik houd er erg van om met mensen te praten. Met anderen in gesprek gaan kan een goede bespiegeling zijn. Niet dat ik geen zelfinzicht heb, maar het is fijn om ook eens met een ander te praten over wat nu echt bij mij past.

Ik had eindelijk ook eens niet met dat stigma te maken van "Je bent zeker iemand die zich snel verveelt". Dat was de insteek van het gesprek gelukkig totaal niet. Ik verveel me juist bijna nooit. Ik moet alleen wel het werk doen waar variatie in zit, vandaar dat het behandelen van rechtsvragen en ingewikkelde juridische dossiers bij mij past.

Wat ik doe, is het schrijven van pleitnotities, het opstellen en indienen van juridische vorderingen, juridische producties schrijven die argumentatief volledig steekhoudend zijn, advies geven over de procespositie van cliënten en betogen schrijven over de botsing van rechtsgebieden. Vooral het laatste vind ik het meest interessant: in het dagelijks leven ontstaan voortdurend situaties waarin twee of meerdere rechtsgebieden schuren.

Voorbeelden daarvan zijn de botsing van het overeenkomstenrecht met het erfrecht, het schuren van het strafrecht met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het huisrecht (grondrechten en het EVRM) en situaties waarin de handhavende taak van overheidsambtenaren overgaat in handelingen die door het gebied van de strafvordering worden besteken (bevoegdheidskwesties).

Het is de betekenis van het recht in de praktijk dat mijn motivatie was om meester in de rechten te worden. Zowel in de leefomgeving als in het dagelijks handelen zijn situaties van overeenkomstenrecht, strafrecht, arbeidsrecht, aansprakelijkheidsrecht en bestuursrecht áltijd aan de orde. 

Ik ben gericht op informeren, onderzoeken waar de overheid en de sector strafrecht verbeteringen aan kunnen brengen, actie ondernemen. Ik ben vooral een prater. Ik ben erg gericht op contact. Ik bel mensen ook graag direct als ik iets wil weten, of als ik wil weten hoe het met de consequenties van een zaak zit. Niet iedereen houdt daarvan of is zo ingesteld, daarom tast ik het ook af per situatie en per persoon. Dat ik niet van heel gestructureerd en rituelen houd, heeft er wel mee te maken dat ik vaak het woord voer en een lopend verhaal afsteek. Ik ben niet van het "Wie ben je, waar kom je vandaan, wat doe je in je vrije tijd?", maar geef aan wat ik zelf te melden heb. Ik heb de indruk dat ik in mijn sector moet inbinden, omdat introspectieve neigingen als lezen en rustig zijn als serieus worden gezien. 

Ik ben praatgraag, maar ik ben geen babbelaar, geen zenuwenlijder die geen stiltes wil laten vallen en ook niet iemand die praat om de tijd maar vol te kletsen. Ik zit altijd vol met ideeën. Gelukkig heb ik dit jaar vrienden gevonden die hetzelfde zijn en er dus tegen kunnen. Die weten precies hoe ik in elkaar zit. Na een paar gesprekken was dat duidelijk; de herkenning, het gevoel iemand al lang te kennen, niet in hoeven binden. Mensen vinden die eerlijk zijn en geen last hebben van snel gekwetste ego's, is een verademing. Naast gezelschap is dat ook de waarde van het hebben van contacten om goed mee te kunnen praten: het is een bespiegeling.