donderdag 23 december 2021

Culinaire Kerstkaart: gemak en niet-traditioneel!

Wat als je niet van gevulde kalkoen, gourmet, ovenschotels of driegangendiners houdt? Wat te denken van iets makkelijks of iets niet-traditioneels met kerst? Het eten hoeft niet zwaar of ingewikkeld te zijn!

Denk in plaats van ovenschotels of gourmetschotels en zwaar eten ook eens zelfgemaakte mie, bami, spaghetti, een curry of boerenkool, zuurkool of hutspot. Natuurlijk kan patat ook altijd!

Kookinspiratie: niet-traditioneel gemak voor de feestdagen

Zelfgemaakte mie

Ingrediënten
- 2,5 kilo paarse en gele/witte ui;
- 1 bol gedroogde en 1 bol verse knoflook, geraspt;
- Rode, groene, gele en oranje paprika’s;
- Een groot stuk gember, geraspt;
- 2 bakken kastanjechampignons;
- 2 kleine chilipepers;
-
Specerijen (naar eigen inschatting toe te voegen): cayennepeper, gerookte paprika, kaneel, gemalen komijn, kurkuma;
- Optioneel: kip;
- Optioneel: linguine of spaghetti

Snijd de ui, chilipepers en paprika’s in zo klein mogelijke stukjes. Rasp de knoflook en gember. Verhit olijfolie of een andere bakolie in een pan met gietijzeren bodem of een wok. Bak eerst de ui, knoflook en chilipepers op hoog vuur. Wacht tot het water is verdampt en roer af en toe om te voorkomen dat het mengsel aankoekt. Voeg de specerijen (cayenne, kaneel, komijn, kaneel en kurkuma) naar eigen inschatting toe. Voeg de paprika’s en gember toe als het uienmengsel is geslonken. Haal het mengsel van het vuur als het water van de paprika’s en uien bijna geheel is verdampt en houd het mengsel apart. Verhit boter of olijfolie in een pan en snijd de champignons tijdens het verhitten van het braadvet. Laat het water uit de champignons verdampen. Voeg het uien-, paprika- en pepermengsel toe aan de champignons en geef het geheel de tijd om in te dikken. Spoel een hittebestendig bord met kokend water en droog het bord goed. Laat de kip op kamertemperatuur komen en dep de kip droog met stevig keukenpapier. Bak de kip in zonnebloemolie. Spoel het bord nogmaals met kokend water. Snijd hierop de gebakken kip in stukjes en voeg deze toe aan de uien-, paprika- en champignonmix. Serveer de mie met linguine, mie of spaghetti (afhankelijk van de gewenste dikte!).

 














woensdag 22 december 2021

[Klinische genocide] Om deze redenen is het schandalig als een medisch professional zegt: "Het lijkt wel of er niemand dood mag gaan aan corona"

 "Het lijkt wel of er niemand dood mag gaan aan corona". Het is een veelgehoorde volkse uitspraak die geregeld wordt herkauwd door artsen en andere professionals die de zorg voor COVID-patiënten is toevertrouwd. De lieden die deze uitspraak bewust doen, beogen een tweedeling in de samenleving te stimuleren die bestaat uit "gezond vs. zwak", "oud vs. jong", "dik vs. dun", gevolgd door andere vormen van onnatuurlijke selectie. Met het voortdurend herhalen van de frase dat het vooral de mensen met onderliggend lijden zijn die kwetsbaar zijn voor een ernstig verloop van SARS (pertinent onwaar), is de weg vrijgemaakt voor het acceptabel laten lijken van klinische genocide.

Om deze redenen is het niet acceptabel dat zorgprofessionals de mentaliteit hebben "dat mensen best dood mogen gaan aan COVID, omdat de niet-kwetsbaren veel moeten laten".

Het is bijzonder asociaal dat een medisch professioneel meent namens mijn generatie (de jongere generatie) te kunnen stellen dat "Van ons heel veel wordt gevraagd, terwijl wij geen risico van betekenis zouden lopen". Nog nooit ben ik door iemand (die zulke uitspraken doet) benaderd om van mij te vragen hoe ik over klinische genocide denk. Zijn stem is zeker niet de stem van de jongere generaties, want:

1. Zo'n uitspraak impliceert dat er "niet-kwetsbare" groepen zijn ten aanzien van SARS-CoV-2- en dat is een valse voorstelling van zaken
Sinds het eerste coronavirus, SARS-CoV-1 uit 2003, is alom duidelijk dat SARS-Coronavirussen trombose veroorzaken, een stollingsziekte die er uiteindelijk toe leidt dat organen uitvallen. Ook als mensen heel jong, gezond en sportief zijn, kunnen zij door dit coronavirus schade aan de organen oplopen door microtrombose en fibrose. COVID is in geen enkel opzicht vergelijkbaar met griep of verkoudheid. Het griepvirus, influenza, kan al heel ernstig uitpakken (als mensen zeggen "ik heb een griepje", dan hebben zij géén griep, maar een verkoudheidsvirus). SARS-coronavirussen daarentegen, hebben een ongekende neiging om bloedplaatjes te overactiveren, deze te beschadigen, bloedstolling in de organen op te roepen en het weefsel kapot te maken (Unconventional CD147-dependent platelet activation elicited by SARS-CoV-2 in COVID-19, Journal of Thrombosis and Haemostasis). De schade aan het weefsel wordt "endotheliopathie" genoemd (Endothelial Dysfunction, Inflammation and Oxidative Stress in COVID-19- Mechanisms and Therapeutic Targets, Oxidative Medicine and Cellular Longevity).

Zélfs als er een kern van waarheid in de uitspraak zou zitten dat "jonge mensen geen risico lopen voor SARS", is deze uitspraak onhoudbaar. Jongeren zouden namelijk hun complete DNA moeten kennen om te weten of zij geen extra risico lopen op een ernstig verloop van COVID. Onder meer een mutatie aan de TLR7 is een groot risico voor een slecht verloop van COVID onder jongeren. Een mutatie aan TLR7 hoeft nooit problemen te hebben opgeleverd en kan door een infectie met SARS pas aan het licht komen. Een slechte boodschap, omdat juist COVID het immuunsysteem volledig platlegt (SARS Coronavirus Papain-Like Protease inhibits the TLR7, International Journal of Molecular Sciences 2016 May; 17(5): 678).

2. De druk op de reguliere gezondheidszorg en de IC-zorg is onverminderd onwerkbaar
Al vanaf februari 2020 is het heersende paradigma van de overheid "we moeten met COVID leren leven". Nederland heeft nog nooit adequate maatregelen getroffen en wel omdat het plan "ongecontroleerde verspreiding" door het Ministerie van VWS is aangenomen. COVID zorgt voor exponentiële groei van het aantal zieken via tertiaire infecties en clustervorming van besmettingen.

Met de opmerking "Het lijkt wel of er niemand dood mag gaan aan corona" wordt keihard miskend dat de druk op de reguliere gezondheidszorg en de IC-zorg nu al onwerkbaar is. COVID-patiënten die acuut moeten worden opgenomen, zouden de deur moeten worden gewezen.

3. Het gaat om klinische genocide die als acceptabel wordt voorgeschoteld, op manipulatieve en bedrieglijke wijze
Door schijnbare tegenstellingen te creëren tussen "oud vs jong", "dik vs. dun", "met onderliggend lijden vs. zonder onderliggend lijden", wordt op slinkse wijze ingespeeld op het sentiment: als u gezond bent, dan wordt van u verwacht dat u zich aan enkele maatregelen moet houden om oude, dikke of mensen met immuunproblemen te beschermen. Dit sentiment wordt gevoed door te doen alsof u zich "enórm moet opofferen" om de veiligheid van anderen te garanderen.

Wat degene die zijn mentaliteit laat blijken bedoelt te zeggen, is: "Als u ouder bent of niet in perfecte gezondheid verkeert, mag u dood neervallen. U mag erin barsten. Het maakt niet uit dat u nog vele (misschien wel tientallen) ziektevrije jaren voor zich hebt, u kunt de ziekte krijgen, want u bent niets waard. Er zijn nu al meer dan 20.000 doden en langdurig zieken door (niet met, maar door) COVID, maar er mogen nog veel meer slachtoffers vallen". 

Natuurlijk zal de zender van de boodschap van klinische genocide opmerken dat hij dit niet letterlijk bedoelt te zeggen, want manipulatoren verdraaien hun boodschap altijd. Dat is nu juist het slinkse.

4. Mensen mogen in SARS-CoV-2 stikken (letterlijk, want dat is het verloop)
Een slecht verloop van SARS/COVID betekent dat de longblaasjes vollopen met stolsels en fragmenten van beschadigd weefsel. De zuurstofsaturatie wordt laag en als de persoon niet in staat is om direct zorg te krijgen, stikt hij/zij erin. Heeft de persoon het geluk om in het ziekenhuis te worden opgenomen, dan houdt een ernstig verloop van COVID in dat de persoon in coma moet worden gebracht. Na 3 weken lijkt het alsof het beter gaat, waarna de persoon plotseling dood in het ziekenhuisbed ligt of na ontslag uit het ziekenhuis doodgaat.

De familie kan geen afscheid meer nemen, want vanaf het moment van acute ademnood en het in coma brengen, glijdt de persoon weg uit het bewustzijn. Een onmenselijke situatie: geen afscheid meer kunnen nemen van een naaste is géén "nieuw normaal" en al helemaal niet een situatie "waar we maar mee moeten leren leven".


zondag 19 december 2021

[Gezondheidsrecht] Patiënt is de dupe van gebrekkige communicatie in triage-procedures (+ Hoe moet het dan wel? Verbeterpunten voor de NHG HASP)

De patiënt wordt door de manier waarop de verwijzing is vormgegeven, de toegang tot noodzakelijke medische zorg ontzegd
Ondanks de invoering van het elektronisch patiëntendossier en in weerwil van uitdrukkelijke toestemming van de patiënt voor correspondentie tussen zorgverleners, is het aan de orde van de dag dat patiënten de dupe worden van gebrekkige communicatie in de verwijzing en triage-procedure.

In schrijnende medische casus is het meer dan slechts incidenteel dat de behandeling van de patiënt wordt afgewezen tijdens de triage, zonder dat de patiënt op de hoogte wordt gebracht van de afwijzing en de reden van afwijzing. De reden voor weigering van de toegang tot de zorg ligt buiten de invloed en informatievoorziening van de patiënt.

Ernstig is dat de patiënt in de regel maanden na van het kastje-naar-de-muur gestuurd te zijn, er via een verborgen aantekening in de anamnese achter moet komen dat de behandeling van de hand wordt gewezen om een reden die geheel buiten de patiënt om gaat: de manier waarop de verwijsbrief is geformuleerd, wordt aangegrepen om de patiënt de toegang tot noodzakelijke zorg te ontzeggen. Aangezien de verslaglegging van de afwijzing in de triage-procedure ontbreekt, kan de patiënt er niet achter komen waarom de toegang tot de zorg wordt ontzegd. 

Hoe verder na een afwijzing door de triage-arts, zonder dat inzicht is gegeven in de reden? De patiënt wordt teruggewezen naar een andere specialist of naar de huisarts, om vervolgens weer te moeten worden aangemeld voor de triage-procedure, gevolgd door een afwijzing op de luttele grond dat "de aanvraag eerder is afgewezen", om de patiënt daarmee zonder gegronde reden het recht op adequate zorg te ontnemen. Zorgverleners wijzen naar elkaar en hoewel de patiënt niet klem hoort te komen zitten tussen verwijzers die in het geheel niet corresponderen, is het wel de realiteit dat de patiënt er continu zelf voor moet waken dat de verwijzing op de juiste wijze verloopt.

Dit heen-en-weer-wijzen van verwijzer naar triage-arts leidt tot onmogelijke situaties voor patiënten die direct medische zorg nodig hebben en tot talloze zinloze verwijzingen die duizenden tot zelfs tienduizenden euro's meer kosten, dan het bieden van toegang tot de juiste zorgverlener. 

Hoe komt zo'n onmogelijke situatie (waarin de patiënt zonder gegronde reden de zorg wordt ontzegd in de triageprocedure) tot stand?
In de medische praktijk wordt de NHG HASP-richtlijn als model aangehouden voor het aanpassen van de verwijzing aan de eisen van de triage-procedure.

1. Omissie. De verwijzende arts of instantie neemt niet alle relevante passages uit de consultverslagen in de verwijsbrief op
Een kapitaal criterium is dat alle relevante passages en zorgvragen uit de consultnotities/consultverslagen en anamnese in de verwijsbrief dienen te worden opgenomen. De triage-arts leest de consultnotities níet, maar gaat af op de onderbouwing van een aanvraag in de verwijsbrief. De patiënt zal tergend lang (maanden) tussen verwijzer en zorgverlener heen en weer worden gesleept zonder dat er zicht op behandeling komt, omdat er een omissie van cruciale consultaantekeningen in de verwijsbrief. Alle relevante passages uit het consultverslag dienen ter onderbouwing in de verwijsbrief te staan, omdat de triage-arts alleen de verwijzing beoordeelt.

2. De onderbouwing in de verwijsbrief is te algemeen ("Algehele malaise" of "vermoeidheid" is nietszeggend)
Niet alleen de omissie van belangrijke consultnotities/passages uit het consultverslag in de verwijsbrief leidt tot afwijzing van de patiënt in de triageprocedure. Ook als de verwijzende (huis)arts de onderbouwing van het verzoek tot behandeling te algemeen formuleert, is dit een reden om de triage ten nadele van de patiënt uit te laten vallen, zelfs als de patiënt concreet en duidelijk is geweest in het beschrijven van symptomen en disease burden

3. Zorgverleners communiceren niet en leggen geen verantwoording af over de genomen beslissingen
De patiënt en de verwijzer krijgen geen inzicht in de reden van afwijzing en de patiënt raakt zelfs niet op de hoogte van de uitkomst van de triage, als het patiëntendossier géén correspondentie bevat. Het vergt voor de patiënt zelf onnodig veel moeite en onmogelijke bureaucratische hordes om erachter te komen wát de uitkomst van de triage is en waarom de patiënt het recht op noodzakelijke (en zelfs urgente) zorg wordt onthouden. Het elektronisch patiëntendossier is al jaren een feit en patiënten kunnen met één druk op de knop toestemming geven voor de uitwisseling van gegevens, maar als zorgverleners weigeren om er gebruik van te maken, heeft het EPD geen enkel nut.

Hoe moet het dan wel?

1. Hoe de kern van het verwijsbericht wordt ingekleed, is belangrijk voor de kans van slagen van het behandeltraject en bepalend voor het besluit om tot behandeling over te gaan. De reden en context voor de verwijzing moeten voldoende worden onderbouwd (Richtlijn informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist (Richtlijn HASP, herziene versie december 2020). De huisarts dient bij verwijzing de vanuit het Huisartsinformatiesysteem (HIS) automatisch gevulde rubrieken op juistheid te controleren (Richtlijn HASP, p. 19);
2. De verdeling van de verantwoordelijkheid, die eenvoudig te vinden is op de HASP-kaart van december 2017 via de hoofdpagina van de NHG, dient duidelijker te worden gemaakt jegens de patiënt. De patiënt is er niet bij gebaat om van verschillende actoren in het zorgproces te horen dat een andere zorgverlener verantwoordelijk is. De huisarts is verantwoordelijk voor de medische klacht tot aan het eerste medische consult van de specialist en de verantwoordelijkheid voor de overige zorg blijft bij de huisarts (Richtlijn HASP, herziene versie december 2017, p. 72). De specialist neemt niet alleen kennis van de inhoud van de verwijzing door de huisarts, maar dient ook gebruik te maken van eigen bronnen ter beoordeling van de zorgvraag door de patiënt (Gedragscode HASP);
3. De tabel diagnostische bepalingen, versie 31 (11 juli 2019) maakt het gemakkelijk om in één klik over de juiste gestandaardiseerde documentatie te beschikken;
4. De huisarts overweegt een update als er zaken zijn die het beleid van de geconsulteerde kunnen doorkruisen (Richtlijn HASP, p. 71).

Verbeter de correspondentie richting andere zorgverleners en patiënten
1. Maximeer de tijdsduur voor informatie-uitwisseling over een afwijzing.
Ten aanzien van de tijdigheid van de berichtgeving stel ik voor om een maximale tijdsduur te stellen aan de informatie-uitwisseling over de afwijzing van de behandeling door de medisch specialist. In de Richtlijn is hierover niets te vinden ('Model van informatie-uitwisseling', Richtlijn HASP december 2017, p. 14);
2. Vaar niet op standaardinvullingen om de context voor een verwijzing te geven.
Ten aanzien van de informatie-uitwisseling van de huisarts ten opzichte van de specialist is het begrijpelijk dat een standaard is opgenomen, maar deze standaard moet per geval kritisch worden beschouwd. Mijn voorstel is om niet standaard 'ter geruststelling van de patiënt' als invulling van de context op te geven. De praktijk heeft ook te maken met bewuste patiënten die niet op zoek zijn naar geruststelling, maar voor een specifieke ziekte verwezen dienen te worden naar een specialistisch ziekenhuis;
 3. Motiveer de reden van afwijzing, zodat deze transparant is jegens de patiënt.
Ook de reden van de afwijzing van een behandeling door het gespecialiseerde ziekenhuis moet beter worden onderbouwd jegens de patiënt. Een vermelding onder het kopje 'beleid', bestaande uit de zin "huisarts gebeld, patiënt wordt doorverwezen naar de tweedelijnsziekenhuis" (letterlijk citaat, M.B.), zonder nadere motivering, maakt het voor de patiënt niet inzichtelijk waarom het specialistische/academische ziekenhuis een afwijzing geeft.

donderdag 9 december 2021

#1 De misstanden bij UWV, inhoudelijk beoordeeld door een rechtsgeleerde: Het ondeskundige oordeel van de UWV-verzekeringsarts. De vele ficties die de verzekeringsarts toepast en het gebrek aan validiteit en onafhankelijkheid van het verzekeringskundig verslag

Door: meester Mercedes Bouter LL.M., rechtsgeleerde

De verzekeringsarts heeft vanuit het bezuiningsdoel van UWV de taak om de rechtspositie van de betrokkene te vernietigen met een beroep op het argument "dat wellicht in de toekomst adequate behandeling mogelijk wordt" en dat daarom de voorziening wordt afgewezen

Het verzekeringskundig oordeel van de (UWV-)verzekeringsarts is tweeledig. Ten eerste dient de verzekeringsarts een oordeel te geven over de arbeidsgeschiktheid van de aanvrager van een sociale verzekering (o.a. WIA en WAJONG). Het oordeel over de arbeidsgeschiktheid van de aanvrager wordt integraal in het verzekeringsgeneeskundig verslag vastgelegd; een strikte scheiding van "arbeidskundig oordeel" en "verzekeringsgeneeskundig oordeel" is niet te maken.
Ten tweede dient de arts een oordeel te geven over de vraag, of de arbeidsongeschiktheid duurzaam is. 

Beide oordelen worden geveld aan de hand van ficties. Het gaat niet om een inhoudelijke beoordeling van de realiteit, maar om een gefingeerd oordeel. Aanwijzingen voor de (UWV-)verzekeringsarts inzake de WAJONG zijn gegeven in het "Compendium Participatiewet Wajong en SMBS". De arbeidskundig analist haalt zogenaamde "taken" (die geen verband hoeven te houden met daadwerkelijk bestaande arbeid) uit het Takenbestand UWV 2015.

De ficties ten aanzien van het begrip "duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen" zijn het resultaat van de WAJONG 2015. De Rijksoverheid beoogt met deze bezuinigingsmaatregel zoveel mogelijk arbeidsongeschikten (zieken en gehandicapten) af te laten vloeien naar een uitkering onder het bestaansminimum.

Ondergetekende heeft de dossiers over de UWV-schandalen, de wettelijke bepalingen van de WAJONG 2015 en WIA, alsmede de richtlijnen, beroepscodes en leidraden voor het schrijven van de verzekeringskundige rapportage, op rechtmatigheid geanalyseerd en komt tot het volgende oordeel over de misstanden in het handelen van UWV. In de verzekeringskundige en arbeidskundige rapportages van UWV en in de formele besluitvorming werden uitsluitend inconsistenties, onzorgvuldigheden en onrechtmatigheden geconstateerd. Die onzorgvuldigheden en onrechtmatigheden zijn zodanig omvangrijk, dat er een drieluik aan moet worden gewijd.

Dit eerste deel heeft betrekking op de inhoud van de verzekeringskundige en arbeidskundige rapportage van UWV: wat maakt dat het oordeel van de UWV-verzekeringsarts en arbeidskundige rapportage juridisch onhoudbaar en medisch-wetenschappelijk niet-valide moeten worden geacht?


1. Het criterium "Een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie" wordt beoordeeld aan de hand van "taken" die niet in daadwerkelijke arbeidsfuncties bestaan

Het arbeidsvermogen kan, aldus de instructie voor UWV, alleen worden bepaald aan de hand van taken. Het gaat net zoals bij de talloze ficties die in het Compendium zijn opgenomen, niet om taken die daadwerkelijk verband houden met bestaande arbeid. In het Takenregister staat bijvoorbeeld dat een potje op een plankje zetten, handjeklap doen of de armen in de lucht doen onder taken vallen die worden betrokken in de beoordeling van het arbeidsvermogen. Zo kan aan de aanvrager worden gevraagd hoe hij/zij zijn bed opmaakt (zie 1.2.4.2 van het Compendium: "Klant verricht één of meer taken in het dagelijks leven"). Er kan aan de aanvrager zelfs worden gevraagd of hij/zij in staat is om een uur lang te bukken of te hurken, ook als deze "vaardigheden" evident geen deel uitmaken van een realistische functie. Om de "belastbaarheid van de klant te kunnen meten", wordt de arbeidsanalist de opdracht gegeven te controleren "..of de aanvrager dagelijks 60 minuten per uur, 8 uur per dag kan staan" en of de aanvrager "dagelijks 60 minuten per uur, 8 uur per dag kan reiken".

Het doel is om de aanvrager op grond van onzinopdrachten zo snel mogelijk af te laten vloeien naar de Participatiewet. Het Compendium legt dan ook vast dat "arbeidskundige taken geen arbeidskundige taken hoeven te zijn". Dit de eerste belangrijke contradictie die is bestemd om te bezuinigen op WIA/WAJONG en overige voorzieningen voor arbeidsongeschikten.

2. De validiteit en onafhankelijkheid van het verzekeringskundig oordeel is niet gewaarborgd, door het gebrek aan onderbouwing en door (wederom) ficties en inconsistenties
De verzekeringsarts heeft de taak om de aanvraag van een uitkering te stuiten door een beroep te doen op het "Beoordelingskader duurzaamheid ontbreken arbeidsvermogen ten behoeve van beoordelingen voor de Wajong 2015". In het Compendium Participatiewet Wajong en SMBS wordt aangegeven dat de verzekeringsarts níet hoeft te onderbouwen dat de aanvrager arbeidsvermogen kan ontwikkelen. De verzekeringsarts moet een prognose stellen en mag zich baseren op algemene richtlijnen van het UWV.

Het komt voor dat verzekeringsartsen aanvragers en cliënten meer dan onbeschoft bejegenen. Het gaat om uitspraken als "U bent toch gewend om met pijn te leven" en het bewust schofferen van cliënten die een oncologische behandeling ondergaan. Ik adviseer dan ook om gesprekken met de verzekeringsarts en arbeidskundige/arbeidsanalist van uitkeringsinstanties en UWV vast te leggen. Hiervoor hebt u geen toestemming nodig, maar u kunt wel vooraf melden dat u gesprekken opneemt.

2.1 Een enorme inconsistentie in de UWV-instructie: de UWV-arts mag zonder beargumentering stellen "dat in de toekomst misschien behandeling mogelijk is", maar vooruitlopen op de medische wetenschap is niet toegestaan

Opvallend is dat de verzekeringsarts niet vooruit mag lopen op toekomstige medische ontwikkelingen, terwijl de (UWV-)verzekeringsarts wél de prognose mag stellen dat "de aanvrager in de toekomst wellicht arbeidsvermogen kan ontwikkelen, als er in de toekomst een adequate behandeling mogelijk wórdt". De UWV-arts mag zonder een inhoudelijke beargumentering van de prognose (wel of niet duurzaam arbeidsongeschikt) een verzekeringskundig oordeel uitbrengen, zodat het voor de betrokkene niet inzichtelijk is hoe de verzekeringsarts tot dit oordeel is gekomen. De instructie van het UWV is aldus uitermate tegenstrijdig en heeft tot doel om de rechtspositie van de aanvrager te vernietigen.

De aanvrager wordt immers bewust de mogelijkheid onthouden om het oordeel van de UWV-verzekeringsarts inhoudelijk te (laten) toetsen. Met een enkel beroep op algemene richtlijnen door de verzekeringsarts is dit oordeel schimmig. Een medische prognose, ofwel de differentiaaldiagnose, moet worden beargumenteerd met medische bevindingen. De prognose van een verzekeringsarts ontbeert de wetenschappelijk-medische onderbouwing als de argumentatie van de verzekeringsarts op algemene (zelfs niet van toepassing zijnde) richtlijnen wordt gebaseerd.

2.1 Inconsistentie 2: volledig arbeidsongeschikten worden financieel gedupeerd onder het mom van "een financiële prikkel tot re-integratie" (bezuinigingmaatregel WAJONG 2015)
Is de aanvrager 100% arbeidsongeschikt verklaard maar wordt de voorziening van de hand gewezen omwille van de bezuinigingsdoeleinden van de Rijksoverheid? Dan kan, zoals hiervoor uiteengezet, worden gefingeerd dat de aanvrager "niet duurzaam arbeidsongeschikt kan worden geoordeeld, uitgaande van de hypothetische situatie dat er ooit behandelmogelijkheden komen".

Dat de voorziening wordt afgewezen en de aanvrager zo snel mogelijk afvloeit naar de Participatiewet, wordt gepresenteerd met het excuus dat de arbeidsongeschikte financieel moet worden geprikkeld om te re-integreren op de arbeidsmarkt. Hiermee wordt bedoeld dat iemand die op medische gronden absoluut geen arbeidsvermogen heeft en dit ook in de toekomst niet kan ontwikkelen, door een financiële benadeling opeens arbeidsvermogen zou verkrijgen. Natuurlijk moet deze inconsistentie constructie bij de naam worden genoemd: het is een ordinaire bezuinigingsmaatregel. Het gaat er niet om of iemand arbeidsvermogen krijgt, het gaat erom om zoveel mogelijk aanvragers en cliënten te dumpen onder het bestaansminimum.

2.2 De UWV-arts dient zich te richten naar de regels en aanwijzingen van UWV "in de bedrijfsmatige context van UWV"

Tekenend is dat UWV, de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) en NOVAG thans een richtlijn dienen te introduceren om de onafhankelijkheid van de UWV-arts te verbeteren.
In het Statuut wordt onder "Verantwoordelijkheid van UWV-arts ten opzichte van UWV", gecodificeerd dat "...de UWV-verzekeringsarts zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden dient te houden aan de aanwijzingen, door of namens het UWV gegeven met het oog op de bedrijfsmatige context van UWV". De taak van de UWV-arts is intentioneel vaag: "De arts is erop gericht om zijn praktijk te verbeteren en bij te dragen aan een efficiënte praktijkvoering, gestoeld op doelmatig handelen".

2.3 De (evidence-based) deskundigheid van het oordeel van de UWV-verzekeringsarts heeft thans géén juridische basis
Naar verluidt zal eind 2021 de deskundigheid van het oordeel van de UWV-arts een basis krijgen in het Statuut voor Verzekeringsartsen van UWV. In het Reglement en het Professioneel Statuut Verzekeringsartsen UWV zal worden opgenomen dat "Verzekeringsartsen evidence-based dienen te gaan werken en de oordelen dienen te baseren op de stand van de wetenschap".

2.4 Wat als de visie van UWV en de visie van de UWV-arts afwijkend zijn?
De UWV-arts, die volgens het toekomstige Statuut "In lijn met de beroepscode onafhankelijk tot beargumentering van zijn oordeel dient te komen" en UWV dienen bij een meningsverschil over de uitleg van het Statuut een beroep te doen op een geschillencommissie. Strekt een verschil in zienswijze tussen UWV en de verzekeringsarts niet uitsluitend tot de uitleg van het medisch oordeel, dan is het oordeel van het management van UWV beslissend.

3. Het glazenbollenwerk van de UWV-arts: in stand gehouden door het ontbreken van een effectieve remedie (ofwel: er bestaat in Nederland géén wetenschappelijk onderlegde rechterlijke instantie die het oordeel van de verzekeringsarts toetst)

Deze tweedeling is niet te verantwoorden. Het standaardoordeel van de (UWV-)verzekeringsarts luidt, zoals gezegd, "dat nu niet kan worden beoordeeld hoe het in de toekomst is". Dit argument is niet valide en kan het deskundigenoordeel dan ook niet dragen. Hoe kan het dat een dergelijk niet-valide argument, wetenschappelijk beschouwd een absoluut lekenoordeel, als rechtmatig wordt aanvaard?
De reden is uiteraard de taak van de UWV-arts om zoveel mogelijk uitkeringen af te wijzen. Juridisch wordt het glazenbollenwerk van de UWV-arts in stand gehouden door het gebrek aan een onafhankelijk rechterlijk oordeel.

De rechtsstaat geldt niet voor belanghebbenden: géén equality of arms en géén effectieve juridische remedie

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 2017 heeft hierin géén verandering gebracht. Hoewel de "Equality of Arms" een algemeen toetsingskader heeft gekregen in het oordeel van de CRvB, kan de rechter volstaan met het oordeel dat de UWV-verzekeringsarts zich aan de formele procedures heeft gehouden. Een inhoudelijke toetsing komt slechts aan de orde, indien de appellant een onafhankelijke deskundige betaalt om rapport uit te brengen. Het inwinnen van contra-expertise kost gemiddeld meer dan 1000 euro, zonder dat hier een financiële bijdrage voor wordt geboden.

Van daadwerkelijke equality of arms is dan ook géén sprake. Het bezwaarlijke is dat voor gedupeerden die een besluit op onrechtmatige en niet-toetsbare gronden van UWV hebben ontvangen, geen effectieve remedie bestaat. Het gaat hier uitsluitend om een ordinaire bezuinigingsmaatregel die succesvol wordt "nageleefd" door juridisch en wetenschappelijk niet-valide besluiten op te leggen.

Verder lezen
"Verzekeringsartsen willen weg bij UWV", Trouw 11 november 2017;
"Verzekeringsarts: verlengstuk van UWV of onafhankelijk deskundige?", Capra Advocaten 5 september 2017;
"UWV-arts beslist als rechter over een arbeids(on)geschiktheid: 'Ik ben Sinterklaas niet'", Eenvandaag 18 april 2019;
"Weet de rechter wat hij niet weet? Bij beroepszaken over arbeidsongeschiktheid ontbreekt vaak de medische kennis", Medisch Contact 4 december 2019;
"UWV past ambtseed aan na zorgen artsen en accountants dat zij geen kritiek over UWV mogen uiten", SV 14 mei 2020;
"Onthef de UWV-arts van zijn taak als waarzegger", Trouw 11 januari 2019;
"Stuurt minister Koolmees aan op het einde van de UWV-artsen?", Trouw 26 juni 2019;
"Onderbouwing UWV bij keuring vaak onvoldoende", Trouw 27 december 2018;
"Het UWV bepaalt wanneer iemand nog werk kan verzetten, maar de criteria zijn juridisch niet toetsbaar", Trouw 21 april 2018






woensdag 1 december 2021

WMO-schande. Het traineren van burgers in een medische noodtoestand door bureaucratisch bestuur.

Ik heb de WMO-aanvraag ingediend voor twee cliënten in een medisch acute situatie. Het gaat om een situatie waarin de ADL-verrichtingen op zeer korte termijn onmogelijk zijn geworden; aldus een absolute onmogelijkheid. Cliënten kunnen elkaar niet in de ADL ondersteunen door de medische problematiek en de mogelijkheden van de sociale kaart zijn al uitgeput (voor de duidelijkheid: dit is als niemand in de omgeving helpt en geen familieleden aanwezig zijn die de cliënt kunnen ondersteunen in de dagelijkse verrichtingen die nodig zijn om te overleven, zoals voedsel bereiden en kleine boodschappen doen, anders dan de boodschappen die thuisbezorgd kunnen worden via een webshop). Het is meer dan gebruikelijk dat het sociale netwerk niets doet om personen in medische nood te ondersteunen, dat is de realiteit die maakt dat een WMO-aanvraag het laatste middel is.

Eindeloze WMO-procedures om de burger in acute medische nood te traineren
Om 03:30 's nachts is een eindeloze wizard met vragen die onderdeel uitmaken van de WMO-procedure dan eindelijk afgerond. Gedetailleerde medische verslagen zijn overgelegd aan leken van de gemeente die moeten oordelen over medische kwesties, zéér privacygevoelige gegevens zijn met het WMO-team van de gemeente gedeeld. Dat zeer privacygevoelige gegevens moeten worden overgeleverd aan een niet-medicus die op afstand moet oordelen of een patiënt in staat is om zelf de ADL te verrichten, is nog niet het ergst.

Het gaat, zoals gezegd, om een medisch urgente situatie die zich binnen zeer korte tijd heeft voorgedaan en waarbij twee van mijn cliënten niet in staat zijn om elkaar in de dagelijkse levensverrichtingen (gericht op pure overleving) te ondersteunen. Tegen de achtergrond van dát urgente karakter is het schrijnend dat het WMO-team na 6 weken nog niets van zich heeft laten horen. Niets. Geen bericht, geen telefonisch contact, het WMO-team laat het in het geheel afweten zonder opgaaf van reden, ondanks meerdere contactinitiatieven van mijn kant. Mijn cliënten zouden, gezien de ernst van hun medische klachten, niet in staat zijn om zich bezig te houden met deze slepende bestuurlijke processen. Het kost letterlijk hele dagen en nachten om de fouten van overheidsorganen recht te zetten en onrechtmatige overschrijding van termijnen te beantwoorden met bezwaar en beroep.

De beslistermijnen in de Algemene wet bestuursrecht worden aangegrepen om de burger te onthouden van zorg en middelen die noodzakelijk zijn om te overleven

Het bestuursrecht is zo ingericht dat bestuursorganen 6 tot 8 weken de tijd hebben om een besluit te nemen. Deze termijn is de maximumtermijn en wordt door de overheid aangegrepen om de burger zo lang mogelijk te onthouden van de middelen of zorg die nodig is en zijn om te overleven. Om de minimale voorwaarden voor het bestaan te kunnen vervullen. De bestuursprocedures van de Algemene wet bestuursrecht worden, aldus, aangegrepen om het proces van aanvraag tot toekenning te traineren. De enige manier waarop advocaten iets kunnen doen tegen deze opgeworpen dam van bestuurstermijnen, is bezwaar maken tegen het niet-tijdig genomen besluit. Dan dient het besluit alsnog integraal te worden genomen door het bestuursorgaan, maar daarmee is de burger minstens twee maanden lang onthouden van de zorg en middelen die nodig zijn om in leven te blijven.

De in medische nood verkerende burger kan barsten. Het is een schandvlek en hier is het laatste woord nog niet over gevallen.