Ik wist tot voor kort niet dat het bestond. Ik dacht dat er wéér een nieuw clichéwoord was verzonnen.
Bore-out.
In een wereld waar iedereen het over overspannenheid/burn-out, stress en overprikkeling heeft, lijkt onderprikkeld raken een zeldzaamheid.
Toch is het fenomeen meer dan een beetje herkenbaar voor mij. Ik ben altijd beweeglijk, druk, spraakzaam (niet breedsprakig!) en vatbaar voor onderprikkeling geweest. Verveling voelt voor mij pijnlijk. Mensen die zeggen "Wacht maar af" en "Heb geduld", begrijpen niet dat alles voor mij toch al te langzaam gaat. Ik kan met alles stappen overslaan en ik heb geen rust nodig zoals anderen. Van traagheid ga ik juist achteruit in mijn functioneren. Ik voel dan een nauwelijks te onderdrukken drang om weg te rennen.
Ik ben anders dan de meeste mensen die ik ontmoet. Het wordt bijna altijd aan me gevraagd: of ik hoogbegaafd ben. Onlangs vroeg weer iemand het me, ogenschijnlijk willekeurig. Ze merkte op dat ik zo snel was met verbanden leggen. Ja, ik ben hoogbegaafd. Niet van het type-wiskundige, niet van het type-verstrooide uitvinder. Ik ben van het hyperactieve type; ik doe alles tegelijk, sta vroeg op, val laat in slaap, loop dagelijks minstens een uur. Ik ben hyperflexibel, ongeduldig, een heethoofd, maar ik ben wel duidelijk en krijg werk gedaan.
Mijn positie is ook niet met die van anderen te vergelijken. Ik heb geen naasten meer en moet dus alles in het leven alleen doen en doorstaan. Ik heb geen gezin om de taken mee te verdelen en geen morele steun in mijn huiselijke omgeving, maar ik heb wel snel nieuwe vrienden gevonden met wie ik vaak spreek. Afgezien daarvan moet ik tussen 05:00 en 0:00 álles zelf zien te rooien- en nog nooit ben ik daarvan overspannen geraakt.
Ik krijg in mijn leven alleen maar met tegenslag te maken. Dat ik daar flexibel mee omga, komt niet door een "positieve instelling"; ik ben geboren om oplossingen te vinden voor moeilijkheden. Dat is niet alleen begaafdheid, maar karakter en misschien wel een etnische eigenschap. Mijn mede-Oost-Europeanen staan erom bekend onvermoeibaar te zijn. Als ik andere Slaven ontmoet, vragen ze of ik ook temperamentvol en druk ben. Dat is voor "ons" de norm, onuitputtelijk zijn. Logisch, want we zijn genetisch toegesneden op barre omstandigheden en droge, hete zomers in de woestijnen van de grens met Azië. Zo gek is die evolutionaire trek niet. Mensen noemen me hierom "de Rus".
Op mijn geboortedag was ik al aan het kruipen (ik kroop omhoog en rolde om), ik heb nooit stil kunnen zitten, ik ben hyperflexibel en heb een kort slaappatroon. Nog nooit van mijn leven ben ik ergens moe van geweest. Na 0:30 val ik in slaap en om 05:00 sta ik op.
Op school had ik 12 vakken gekozen, in plaats van een profielwerkstuk meerdere presentaties van wetenschappelijke onderzoeken gemaakt, projecten voor kunst en cultuur uitgevoerd en werd ik gewaarschuwd dat ik mezelf ooit tegen zou komen als ik zo door zou gaan. Op de universiteit werd ik door een studieadviseur gek aangekeken toen ik twee masters in één jaar wilde volgen. Mijn masterscriptie schreef ik in vijf weken. Ik heb niet lang nodig om informatie te verwerken en begrijpend lezen doe ik extreem snel. Mensen noemden me wel "laserogen".
Mijn leven wordt gedefinieerd door een extra snel bioritme. Ik kan niet tegen traagheid en ik heb geen geduld. Dat drukke en chaotische wordt als onvolwassen, onbeheerst en onrustig gezien. "Volwassen" omgevingen zijn rustig, opgeruimd en stil, maar vooral serieus. Zo kan ik niet zijn.
Ik heb nooit beseft dat ik werkelijk vatbaar ben voor onderprikkeling, maar het is toch echt zo. Ik lijd snel onder een gebrek aan intellectuele en fysieke uitdaging. Ik kan ook niet tegen stille omgevingen, gebrek aan levendigheid en chaos of chagrijnige mensen die iedere vorm van enthousiasme de kop indrukken. Mijn dag is echt totaal verpest als ik langdurig met een onverschillig iemand te maken heb. Het soort stilte dat volgt op "nah" en "mwoh" kan ik bijna niet verdragen. Dat doet me altijd denken aan mijn schooltijd.
Mijn schooltijd was heel naar, omdat hoogbegaafdheid werd uitgelegd als "desinteresse". Ik had altijd straf omdat mijn docenten dachten dat ik dwars was. Ik vond alles te makkelijk en had 8 uur lang niets te doen. Ik ging grappen vertellen of met een klasgenoot zitten kletsen en kreeg dan op mijn donder, "omdat ik anderen op zou stoken". Andere kinderen mochten op hun zesde leren lezen terwijl ik op de kleuterschool al twee talen kon lezen en schrijven en de tafels van 2 t/m 11 uit kon rekenen. Mijn schooltijd ging op aan wachten. Dat zou zelfs op de universiteit nog zo gaan. Wachten op de anderen omdat ik alles al onder de knie had.
Het is erger dan verveling en bepaald geen luxeprobleem. Mensen doen alsof sleur en eentonige, niet-uitdagende verplichtingen bij het volwassen leven horen. Dat is omdat de meesten zich eraan verbinden en er niet (meer) los van kunnen breken vanwege een situatie van afhankelijkheid.
Maar voortdurende onderprikkeling in strijd met je eigen ontwerp, pakt heel slecht uit. Ik kan niet tegen rust en stilte. Stilte en saaiheid zorgen bij mij juist voor snel afgeleid zijn en ongedurigheid. Ik kan mezelf niet zijn, omdat ik expressief en direct ben en behoefte heb aan contact met andere snelle praters. Niet aan hysterisch gekakel, want gekakel over onnozele onderwerpen is afschuwelijk.
Op de universiteit was het niet uitdagend. Tijdens de verplichte hoorcolleges die 6 uur duurden, hoorde ik na een kwartier al niet meer wat de professor vertelde omdat mijn aandacht na een niet-pakkende opening en bespreking van te makkelijke stof totaal weg was. Ik probeerde alert te zijn, maar zitten en luisteren werkt bij mij niet.
Ik moet erbij zeggen dat ik absoluut niets heb tegen contact met mensen met een "introverte focus" die behoefte hebben aan rust. Als de persoon een prettig iemand is, dan maakt het me niet uit of diegene druk of rustig is. Mits ik maar wel geregeld contact heb met mensen die qua focus druk/temperamentvol zijn (niet om de tijd vol te lullen of om gedreven over te komen), want dan hoef ik mezelf niet 24/7 af te remmen.
Ik voel me leeggezogen en prikkelbaar als ik 's avonds in een leeg huis kom. Ook na een evenement of na een drukke dag heb ik behoefte aan een levendige omgeving of een thuis, niet aan alleen zijn in een straat waar mijn buren meestal bij hun familie zitten en er dus 0 gemeenschapszin of gezelligheid is.
Ik kan er zelf niets aan veranderen; ik sta om 04:45 op om te gaan werken, kom om 19:00 thuis, moet alles alleen doen en er zijn in mijn omgeving geen mogelijkheden om iets leuks te gaan doen. Ik kan niet zomaar verkassen naar een normaal huis, want ik ben met duizenden anderen om op woningen te bieden.
Soms is het wel gezellig. Dat is als mijn buren en ik buiten zitten te praten, met hun huisdieren erbij. Dan verandert de straat in een biotoop in plaats van een dode stad van cement. Helaas is het voor het merendeel van mijn vrije dagen zo dat mijn buren naar familie zijn. Mijn vrienden wonen te ver weg en ik mis de gezelligheid enorm als ik alleen ben.
Het is niet zo dat ik me afhankelijk stel van anderen; ik heb culturele activiteiten gezocht. In mijn regio is het ontwikkelingsniveau laag; er zijn geen leuke uitgaansgelegenheden, filmhuizen of dansgelegenheden. Ooit was het een echt recreatiegebied, dat is nu allemaal weg. Het liefst zou ik een échte danspartner hebben (voor wie ik ook gevoelens heb, anders vind ik het niet aantrekkelijk...).
Ik heb er de pest aan als mensen vanuit zichzelf voor mij invullen dat ik ook eens rust of vakantie moet nemen. Ook een ergernis is het, als mensen zeggen dat ik vast wel moe zal zijn als ik een lange dag heb gehad of aanvullend cursus en heb gevolgd en me dan actief ontraden om daarna nog iets te gaan doen. Voor mij is het tegenovergestelde slopend! Niet iedereen heeft behoefte aan rust. Het is geen bezinning om thuis te zitten en alleen te zijn, als je daarvoor totaal niet bedraad bent.
Het leven doet voor mij onvoldoende appèl op mijn capaciteiten. Ik heb ook nooit hobby's gehad, omdat ik impulsief leef. Daarom heb ik op vrije dagen geen behoefte aan rust en hobby's, maar aan een bijbaan die fysiek en/of intellectueel wat te bieden heeft. Omdat een hoge fysieke "drive" heb, is fysiek hard werken bevredigend voor mij. Dat kunnen mensen niet rijmen met een academicus, maar stilzitten om te analyseren is voor mij juist een straf.
Direct doorhebben hoe de zaken en sociale verhoudingen zijn verdeeld- waarom "koudwatervrees" en "Het ijs breken" voor mij niet bestaan
Ik heb nog nooit van mijn leven iets echt spannend gevonden. Een eerste werkdag vind ik niet spannend, een presentatie vind ik niet spannend. Ik ken geen koudwatervrees.
Uitspraken als "iedereen moet wennen", "het ijs moet worden gebroken" of "er komt veel op je af als je ergens nieuw bent", gelden niet voor mij. Ik zit anders in elkaar dan de meeste mensen. Ik neem in één seconde waar hoe de verhoudingen ergens zijn, of verandering mogelijk is, of dat mensen elkaar vasthouden in een rigide structuur waarin mensen proberen het hoofd boven water te houden en samen bijdragen aan een goede sfeer een illusie is.
Ik weet ook heel fijn aan te voelen wanneer mensen niet bij me passen. Ik vraag me niet af wat anderen van me denken en vul niet voor een ander in hoe diegene oordeelt. Subtiele signalen geven aan of ik met anderen resoneer. Mensen die deze signalen niet opmerken, proberen zich te compromitteren aan de ander, net zo lang tot ze erachter komen dat ze elkaar niet echt aanvoelen.
Dat razendsnel doorhebben van sociale cues is het tegenovergestelde van koudwatervrees. Dat is voor mensen die niet weten wat (sociaal) van ze wordt verwacht. Mensen die aan zichzelf twijfelen.
Aan een ander kan ik niet uitleggen hoe ik doorkrijg hoe iemand in elkaar zit. Het kan op de meest willekeurige momenten. Het komt ook niet door wat iemand doet, maar door wat diegene aan onbewuste signalen doorgeeft.
Onconventioneel
Wat mensen onconventioneel aan mij vinden, is dat is geen excuus verzin als ik iets niet zie zitten. Omdat alles voor mij al snel te traag gaat, zeg ik het eerlijk als ik aanhik tegen een niet-verplichte bijeenkomst waarvan ik weet dat die te lang gaat duren.
Af en toe een compromis sluiten vind ik niet erg, maar ik weet heel goed in te schatten wanneer ik me rot ga ergeren. Als iets te lang duurt en het tempo te laag ligt, krijg ik de neiging om sarcastisch te worden en de zinnen van anderen af te maken. Dat is voor niemand leuk. Dus als mensen me een uitje proberen aan te bevelen en ik weet dat er te weinig fysieke activiteit of afwisseling zal zijn, zeg ik "nee!".
Ik heb dit altijd zo aangepakt. Ik heb nooit moeite gehad met "nee" zeggen. Het kan zijn dat mensen me daardoor als moeilijk zien. Dat ben ik niet. Ik ben juist heel erg flexibel, ik loop gerust een paar kilometer of handel iets af dat snel gedaan moet worden, ik ben een gesprekspartner, ik houd van snelle (en soms vileine) grappen, ik heb geen aanleg voor overspannen raken, ik ben gebouwd op zware omstandigheden waardoor het dagelijks leven in Nederland voor mij niet veeleisend is (mijn dna komt uit een land met barre omstandigheden).