vrijdag 26 juli 2019

3.4-3.5 Mogelijkheden en ontwikkelingen waarmee de inzet van strafrechtelijke Big Data-analyses voldoet aan de EHRM-criteria inzake 8 EVRM


3.4  Hoe kan de Nederlandse wetgever ter zake van de inzet van iColumbo en iRN voldoen aan de EHRM-criteria voor het recht op eerbieding van het privéleven van de burger?

Naar aanleiding van het onderzoek in voorgaande hoofdstukken en het onderhavige hoofdstuk, zijn wettelijke mogelijkheden en nieuwe ontwikkelingen de revue gepasseerd, waarmee Nederland bij de inzet van iRN en iColumbo (en nog te ontwikkelen technologieën) mijns inziens in de pas zou lopen met de criteria die door het EHRM aan het overheidsoptreden worden gesteld. Ik licht enkele mogelijkheden en concrete ontwikkelingen uit en geef aan wat hun relevantie is in relatie tot de criteria van het EHRM. 

1. Een aanscherping van de proportionaliteit en subsidiariteit 

Mogelijkheid: een afspiegeling van artikel 26 van de Wiv 2017 opnemen in de nieuwe Wpg

Een mogelijkheid waarmee de inzet van iRN en iColumbo beter zou aansluiten bij de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit zoals die zijn gesteld door het EHRM, is te vinden in artikel 26 van Wiv 2017.[1] De proportionaliteitseis in Wiv 2017 houdt in dat gegevensverzameling achterwege moet blijven, indien de uitoefening van de bevoegdheid tot gegevensverzameling de betrokkene een onevenredig nadeel in vergelijking met het nagestreefde doel (bijvoorbeeld bescherming van de democratische rechtsstaat) oplevert (artikel 26 lid 2 Wiv 2017). De subsidiariteitseis van Wiv 2017 houdt in, dat iColumbo slechts zal mogen worden gebruikt, indien deze methode in vergelijking met andere methoden het minste nadeel voor de betrokkene oplevert (artikel 26 lid 1 Wiv 2017).[2] 

Met een terughoudende inzet van iColumbo onder vigeur van de Wiv 2017 zou de overheidsinstantie in lijn met de proportionaliteits- en subsidiariteitscriteria van het EHRM handelen; ook zou het knelpunt van onduidelijkheid over de proportionaliteit en subsidiariteit worden weggenomen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat Wiv 2017 slechts van toepassing is, indien de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst Big Data-analyse zou gebruiken. De wetgever zou in overweging kunnen nemen om een afspiegeling van artikel 26 Wiv 2017 op te nemen in de Wpg.

Ontwikkeling: een verplichte gegevensbeschermingseffectbeoordeling (PIA) in de Wpg

In de nieuwe Wpg wordt een verplichting tot het uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling opgenomen (PIA, artikel 4c lid 1 Wpg). Deze bepaling kan worden beschouwd als een stimulans om de proportionaliteit en subsidiariteit van de inzet van iColumbo expliciet af te wegen en te motiveren. Het PIA functioneert binnen ICT-diensten van overheidsinstanties, waaronder opsporingsdiensten, als correctief middel: het dwingt de gegevensverwerker standaard tot heroverweging van gemaakte afwegingen en tot het kiezen van de minst ingrijpende oplossing om een doel te bereiken. Het PIA is van toepassing op gesystematiseerde verwerking en analyse van persoonlijke aspecten en categorieën van persoonsgegevens, waarmee het iColumbo en iRN onder het bereik van het PIA vallen. 

2. Verbetering van onafhankelijk en effectief toezicht

Ontwikkeling: audit-logging en afweging van de noodzaak tot operationeel gebruik 

Het werken met audit-logbestanden (systematische controle) moet het Big Data-proces voor de toezichthoudende instantie inzichtelijk maken (aandachtspunt 21 van het PIA).[3] Aandachtspunt 24 van het PIA geeft regels voor de verbetering van de evaluatie van het data-analyseproces.[4] De gegevensverwerker moet aangeven of de datasets of extracten daarvan, van voldoende relevantie zijn voor operationeel gebruik (bijvoorbeeld voor het nemen van een beslissing tot vervolging). Daarnaast moet de verwerker evalueren of de opbrengst van de data-analyse van voldoende waarde is om de noodzaak van de gegevensverwerking te kunnen rechtvaardigen, wanneer wordt overgegaan tot operationeel gebruik. Bovendien wordt van de verwerker verwacht dat de uitkomst van de data-analyse reproduceerbaar is. De reproduceerbaarheid van het analyseproces is van belang voor de mogelijkheid tot uitoefening van effectief toezicht door een onafhankelijke partij. De verwerker wordt in punt 26 bevolen een monitoring- en loggingsbeleid te voeren, om de inzichtelijkheid tegenover de toezichthouder te verbeteren. 

3.5  Deelconclusie
Het gebruik van het iRN-netwerk en iColumbo in het kader van Big Data-analyses voor strafvorderlijke doeleinden is getoetst aan artikel 10 van de Nederlandse Grondwet en het toetsingskader van het EHRM voor het beoordelen van inmengingen in het recht op eerbiediging van het privéleven van betrokkene. Het toetsingskader van het EHRM is opgebouwd uit de volgende criteria: er moet een inmenging zijn in het privéleven van de betrokkene, deze inmenging moet bij wet zijn voorzien, noodzakelijk zijn voor het gerechtvaardigde doeleinde van de handhaving van de democratische samenleving, waarbij de inmenging moet worden gecompenseerd door duidelijke, gedetailleerde regels aan de toepassing van geheime methoden van datasurveillance, waaronder iColumbo en het afgeschermde netwerk iRN kunnen worden verstaan. Geconstateerd is dat de belangrijkste knelpunten zijn gelegen in het ontbreken van gedetailleerde wetgeving om de inzet van iRN en iColumbo te normeren, waaronder wetgeving die duidelijk maakt onder welke omstandigheden de betrokkene aan de data-analyse kan worden onderworpen. Ook kan het onafhankelijke toezicht op de inzet van data-analyse als iColumbo in gevaar komen door het gebrek aan inzicht in volledig geautomatiseerde processen die plaatsvinden na de invoering van de zoekopdracht.
                                        

[1] Zie 2.2.1 voor een korte omschrijving van Wiv 2017.
[2] Kamerstukken II 2016/17, 34 588, nr. 3, p. 7-8, 39-40.
[3] Toelichting: Big Data analyse, Model GEB Rijksdienst (PIA), Big Data JenV, versie 1 april 2018, p. 25.
[4] Toelichting: Big Data analyse, Model GEB Rijksdienst (PIA), Big Data JenV, versie 1 april 2018, p. 26.