3.3.2 Toetsing van iColumbo
en iRN aan de EHRM-criteria inzake het recht op eerbiediging van het privéleven
Uit
de jurisprudentie van het EHRM kan het toetsingskader voor de toelaatbaarheid
van inmenging door de overheid in het recht op eerbiediging van het privéleven
van de burger worden afgeleid. Het toetsingskader is gebaseerd op de uitleg die
het EHRM geeft aan de uitzonderingsclausule die is neergelegd in artikel 8 lid
2 EVRM, artikel 8 leden 2 en 3 van het EU-Handvest en artikel 52 lid 1 van het
EU-Handvest. Of het recht op eerbiediging van het privéleven zoals bedoeld in
artikel 8 EVRM door de inzet van Big Data-analyses wordt geschonden, moet
worden beoordeeld aan de hand van een aantal criteria.
Ten
eerste moet worden beoordeeld of het privéleven van de betrokkene wordt geraakt
en of het overheidsoptreden jegens betrokkene een inmenging in het recht op
eerbiediging van het privéleven oplevert. Ten tweede moet het overheidsoptreden
waarmee een inmenging wordt gemaakt in het recht op eerbiediging van het
privéleven van de burger, een wettelijke basis hebben die voor iedere burger
toegankelijk is en het overheidsoptreden moet voorzienbaar zijn. Ten derde dient
aan de hand van de uitzonderingsclausule in artikel 8 lid 2 EVRM te worden beoordeeld,
of de inmenging gerechtvaardigd is en of deze (strikt) noodzakelijk is met het
oog op de democratische samenleving. Wanneer de betrokkene is onderworpen aan
geheime surveillancemethoden, dienen ten slotte compenserende factoren te
worden geboden om ervoor te zorgen dat betrokkene het recht op eerbiediging van
het privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM uit kan oefenen. Bij de toetsing
van iColumbo en iRN aan de criteria van het EHRM inzake de beoordeling van
overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven van burgers,
zal het volgende schema worden aangehouden: