De wet die nabestaanden die medebewoner waren, na de dood van de hoofdbewoner moet beschermen, is een illusie.
Ik heb hier zelf mee te maken. Mijn moeder en ik hebben eerder bij de verhuurder een verzoek tot medehuurderschap ingediend. Op onrechtmatige gronden, zonder de juridische stukken en het aangeleverde bewijs te bekijken, heeft de verhuurder dit verzoek gepasseerd.
De verhuurder mocht het verzoek tot medehuurderschap niet weigeren, omdat er geen rechtsgeldige grond was tot weigering (N.B.: het excuus dat een verhuurder "Kinderen van hoofdbewoners nooit medehuurder maakt", is géén rechtens houdbare grond. Deze afwijzingsgrond zal dan ook door de rechter van de hand worden gewezen, omdat slechts de voorwaarden van art. 7:267 lid 3 BW juridisch relevant zijn. Andere argumenten zijn bluf van de verhuurder).
Ik was dan ook bezig met de kantonprocedure om het medehuurderschap te verkrijgen, toen ik genoodzaakt raakte om bij mijn moeder in de palliatieve unit in te wonen om daar dag en nacht voor haar te zorgen. Omdat de palliatieve unit buiten de bewoonde wereld lag en niet zomaar voor mij bereikbaar was voor ov, kon ik niet tussen de stad en de unit pendelen om de rechtszaak door te zetten.
Onrechtmatig handelen door de verhuurder: weigering van de wettelijk verplichte voortzetting van de huurovereenkomst
Na de dood van mijn moeder werd ik in een andere positie geplaatst: de procedure om het medehuurderschap te verkrijgen was per direct vervallen en hoorde wettelijk te worden vervangen door een voortzetting van de huurovereenkomst op mijn naam. Minimaal de eerste zes maanden na de dood van de hoofdbewoner heeft de medebewoner recht op voortzetting van de huurovereenkomst.
Ik was aan de telefoon met een medewerker van de verhuurder die op dat moment bezig was met de afgifte van de machtiging die hoort bij de voortzetting van de overeenkomst, toen ik plotseling een andere medewerker hoorde roepen "Geen machtiging afgeven!!! Dan krijgt ze de overeenkomst!!"
Een vreemd tafereel ontstond, waarbij ik ineens werd aangesproken in naam van mijn moeder. Na het eerdere condoleancebericht van de verhuurder dat aan mij was gericht, werd ik vanaf dat moment niet meer bij mijn titel en naam aangeschreven, maar met de naam van mijn moeder. Mijn moeder die er niet meer is, kreeg onlangs nog een brief dat ze moet garanderen dat de tuin minimaal voor 60% uit planten bestaat.
Ik kreeg te horen dat ik de woning moet verlaten. De woning is niet meer passend, omdat ik "geen onderdeel meer ben van een gezin door de dood van mijn moeder". De werkelijke reden is dat de huurprijs natuurlijk naar het maximale zal worden opgehoogd.
Wat de meeste mensen zich voorstellen bij "Een goede advocaat" is in werkelijkheid vaak iemand die Gouden Bergen belooft en niets waar kan maken: er is namelijk geen vrije en eerlijke rechtsbedeling in Nederland. Als één van de criteria van een wetsartikel of rechtsregels die zijn geformuleerd in de jurisprudentie niet kan worden vervuld, wordt de vordering van een burger in een rechtszaak afgewezen.
Ik ben eerlijk over de proceskansen van mijn cliënten, maar die boodschap is minder aangenaam dan een valse belofte
Ik zeg als Meester in de Rechten vanuit ervaring: er is géén vrije en eerlijke rechtsbedeling in Nederland. Procederen is het riskeren van een veroordeling in de proceskosten. Mensen denken onterecht dat het inschakelen van een advocaat die Gouden Bergen belooft wat betreft de uitkomst van een rechtszaak, zin heeft. Integendeel: de meeste advocaten zijn niet eerlijk over de proceskansen van hun cliënt en wekken dan de verwachting dat de cliënt een schijn van kans maakt in een zaak. De realiteit is dat rechtzoekenden gedupeerd worden met loze advocaatkosten én een fikse proceskostenveroordeling. Ik heb in maart 2023 nog iemand met klem geadviseerd om af te zien van een zaak. Vervolgens heeft die persoon twee advocaten ingeschakeld die "wel kans zagen in een rechtszaak". Met een kostenpost van 3500 euro is hij gedupeerd door het proces.
Huisvestingsvergunning
In mijn geval kan ik geen rechtszaak beginnen, omdat ik in mijn stedelijke gebied een Huisvestingsvergunning nodig heb om de huurovereenkomst na de eerste zes maanden voort te zetten. Die vergunning moet worden geaccordeerd door de...verhuurder. Die weigert. Die enkele weigering om de vergunning te tekenen, stuit de inhoudelijke toetsing van de wettelijke criteria voor voortzetting van de huurovereenkomst af. Ik weet hoe rechters oordelen. Bij het ontbreken van een vergunning eindigt de rechtszaak en zou ik in de proceskosten worden veroordeeld.
Verhuurders wijzen oplossingen zoals woningruil of een toevoeging van huisgenoten van de hand, om zo het woonprobleem in stand te laten
Het is algemeen bekend dat verhuurders zich rigide opstellen. Buren hebben al eerder laten weten een woningruil te willen uitvoeren. Voor gezinnen in mijn omgeving die een woning met twee kamers nodig hebben, is mijn huis perfect. Omgekeerd zijn er in mijn straat woningen met één slaapkamer waar ik de juiste bewoner voor ben. Ik heb ook kennissen die na een scheiding al jaren bij hun partner moeten blijven inwonen omdat er voor alleenstaanden geen huurwoningen zijn te vinden. Voor hen zou het een uitkomst zijn als ze huisgenoot zouden mogen worden. Deze oplossingen worden van de hand gewezen. In plaats van drie problemen (alleenstaande die een woning nodig heeft, gezin dat groter wil wonen, nabestaande die het huis wordt uitgezet) in één klap op te lossen, kiest de verhuurder voor de weg van de meeste weerstand.
Het is nu 4 maanden na de dood van mijn moeder. Ik mag slechts twee keer per week op een huurwoning bieden op de site van alle verhuurders in de regio. Het dagelijkse aanbod is meestal voor 55+ of ouderen en voor grote gezinnen. Het aanbod wordt nog verder beperkt door regionalisme. Ik mag niet bieden op woningen in zustergemeenten, omdat ik geen ingezetene ben van die gemeenten. Het meest verrotte is de woningloting: als in een gokspel ben ik één van de 1300 bieders die niet te horen krijgt wat de positie is. Stel, ik reageer aan het begin van de week op één woning die wordt verloot en een andere woning die een rangorde heeft waarin ik # 14 ben. Er komt later die week een andere woning vrij waarop ik mag reageren. Omdat ik al twee biedingen heb staan, moet ik er één gaan verwijderen. Het is bijna dagelijks een dilemma: haal ik die met de rangorde eruit, die van de woningloting, of bied ik niet op de derde? In geen van de gevallen weet ik wat mijn kansen zijn.