Het achtervolgt me al vanaf jonge leeftijd. Het moet er toch uit: op mijn derde was duidelijk dat ik meer dan bovengemiddeld intelligent was. Ik begon met 5 maanden mijn eerste woord te herhalen, ik communiceerde vanaf mijn geboortedag graag met mensen die ik mocht, ik was vanaf mijn eerste dag op aarde al aan het kruipen, met 10 maanden begon ik zinnen te vormen, ik had een snel bioritme, ik snapte technische snufjes al toen ik één jaar oud was, ik kon schrijven, lezen en Engels begrijpen toen ik 3 was.
Sterk gevoel van bewustzijn en autonomie
Het zat 'm niet alleen in de cognitieve capaciteiten, maar ook in mijn sterke gevoel voor bewustzijn. Ik kan me zelfs herinneren dat ik ruim vóór mijn 3e levensjaar het gevoel had een oude ziel te zijn en me sterk bewust was van mijn autonomie. Ik kon als peuter al mijn eigen standpunten verwoorden en verdedigen. Ik vond het een ergernis als iets niets serieus werd genomen omdat ik er "te jong voor zou zijn". Ik had een grote nieuwsgierigheid naar hoe het leven in elkaar zat en was niet geïnteresseerd in met poppen spelen of over anderen roddelen (ja, dat begint al op de kleuterschool).
Andere kinderen en mijn docente konden het niet bijhouden. Vanaf de kleuterschool kreeg ik op mijn donder als ik teveel vragen stelde, woordgrappen maakte en niet aan de voorgeschreven opdrachten wilde voldoen.
Ik werd in groep 5 de les uitgestuurd omdat ik voor de wekelijkse opdracht "Noem 5 moeilijke woorden die je deze week bent tegengekomen" geen moeilijke woorden op kon geven, omdat mijn vocabulaire al op middelbare schoolniveau was.
Wat mij verder typeert, is dat ik niet in clichés en voorgeschreven en door anderen uitgekauwde aannames denk. Woorden en denkbeelden die door andere mensen zijn versleten, hebben voor mij geen waarde. Ik leef vooral op grond van mijn gevoel en intuïtie en neem wat anderen zeggen nooit zomaar voor vanzelfsprekendheid aan. Ik leef niet volgens de sleetse wijsheden die veel mensen toepassen om de wereld om zich heen te verklaren. Omdat ik sommige problemen multidimensionaal benader, heeft dat mij (zelfs, of ik kan beter zeggen: vooral) op de universiteit vaak conflicten opgeleverd, omdat niet wordt begrepen dat er meerdere invalshoeken zijn voor het aanpakken van een maatschappelijk of juridisch vraagstuk.
Tussen de regels door kunnen lezen/intenties aanvoelen werd als "enge" vorm van telepathie beschouwd
Ik was al op zeer jonge leeftijd goed in het lezen van intenties en sociale cues. Ik begreep het niet als leeftijdsgenoten, maar ook volwassenen niet "tussen de regels door" konden lezen. Wat mij onderscheidde van anderen, was dat ik het altijd aanvoelde als iemand onoprecht was. Zo heb ik als kind meerdere keren voorspeld dat er een hoogoplopend conflict aan zou komen, omdat een betrokken persoon niet te vertrouwen was. Mensen vonden dat eng. Ze dachten dat ik aan telepathie deed.
Lang heb ik gedacht "Wat maakt het uit of ik heel intelligent of hoogbegaafd ben, ik ben toch wie ik ben?" Ik ging om met mensen van alle niveaus. Eerlijk gezegd ben ik nooit zo bezig geweest met het onderscheid, maar ik besef nu dat het wel degelijk uitmaakt, bezien uit het perspectief van eenzaamheid en levens(on)geluk.
Het is iets voor wat meer simpele mensen om te geloven in tegeltjeswijsheden zoals "Je bepaalt je eigen levensgeluk", "Alleen jij kunt jezelf ongelukkig maken", "Het leven is mooi", "Je weet nooit wat de toekomst brengt", "Iedereen is gelijk" en "Eenzaamheid is een keuze".
Ik zeg niet dat mensen helemaal geen invloed hebben op hun leven, maar de maakbaarheidsgedachte gaat niet op. De omgeving waarin iemand opgroeit en de levensgebeurtenissen waaraan mensen zelf geen richting kunnen geven (zoals ziekten die door toevallige genetische mutaties of etnische aanleg komen), hebben een grote invloed op het verloop van het leven en het sociale netwerk dat iemand tijdens het leven opbouwt.
Ik kan snel vrienden maken en ik kan met veel verschillende mensen overweg, maar ben eenzaam omdat ik niet iemand van gelijkwaardig niveau van functioneren heb ontmoet
Ik kan met veel mensen overweg en maak snel "vrienden", maar ik ben uiteindelijk eenzaam, omdat ik in mijn leven nooit iemand op gelijkwaardig niveau van functioneren ben tegengekomen. Er is niet zomaar een oplossing voor. Het is geliefd om met een zeverig advies aan te komen als "Ga vrijwilligerswerk doen, dan ontmoet je mensen", maar het gaat er niet om, om een grote groep mensen te ontmoeten (N.B.: ik heb met iemand gesproken die me feilloos analyseerde en die zei "een vrijwilligersbaan in de zorg is niets voor jou, je bent helemaal geen type-moederkloek dat ervoor zorgt dat iedereen kopjes koffie, aandacht en koekjes krijgt").
Waarom "Ga mensen ontmoeten" en "Ga vrijwilligerswerk doen" zinloze adviezen zijn: het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. Je kunt veel mensen ontmoeten zonder een iemand te vinden waar je écht een band mee hebt
Het gaat bovendien niet om de kwantiteit van contacten. Ik heb in mijn leven waarschijnlijk 10.000 mensen ontmoet, met vaste groepen van honderden mensen en duizend wisselende contacten gewerkt, op de universiteit heb ik zo'n 4000 medestudenten ontmoet en die aantallen zijn geen garantie geweest om gelijkgestemden te treffen.
Om gelijkwaardige contacten te vinden, moet de selectie van mensen om mee om te gaan juist worden verfijnd. Maar hóe, dat is geen gemakkelijke vraag. Eerlijk gezegd wil ik het liefst een man die mij aanvoelt wat betreft dit zo belangrijke aspect in mijn leven. Het lijkt me toch zo heerlijk om niet alles uit te hoeven leggen als ik een vriend/man zou hebben die overeenkomsten met mij heeft. Het is niet waar dat tegenpolen elkaar aantrekken en perfect met elkaar samengaan; een fundamentele overeenkomst is toch echt onmisbaar.
Ik ben níet mijn eigen grootste criticus; het zijn de stigma's waar ik mee te maken heb
De aannames die mensen over hyperintelligenten en hoogbegaafden koesteren, is dat ze introverte/ultra-introspectieve, sociaal onhandige en overdreven kritische mensen zijn. De hardnekkigste stigma's over hoogbegaafden zijn "Hoogbegaafden zijn hun eigen grootste critici", "Het is nooit goed genoeg voor hoogbegaafden, want ze vervelen zich altijd", "Ze stellen hoge eisen aan zichzelf en anderen". Het ergste stigma is dat hoogbegaafden een sociaal-emotionele achterstand zouden hebben.
Ooit zijn deze stigma's in het leven geroepen door gemiddeld of minder begaafde mensen die zich vergeleken met hoogbegaafden en meenden om vanuit het "gelijkheidsdenken" een sociale en emotionele voorsprong op hoogbegaafden te hebben om het cognitieve verschil te compenseren. Een compensatiedrang dus. In diezelfde lijn is idioterie als "Je zit teveel in je hoofd" als cliché bedacht.
Het nadeel is dat mensen daadwerkelijk in stigma's of clichés denken, ze ervaren clichébeelden alsof er een kern van waarheid in zou zitten. Werkgevers zijn in de praktijk terughoudend bij het aannemen van werknemers die hoogbegaafd kunnen zijn. De aannames zijn dat een hoogbegaafde voor conflicten zorgt, botst met de cultuur van de organisatie en zich snel gaat vervelen op het werk. Deze aannames leiden ertoe, dat hoogbegaafden geen kansen krijgen en worden afgewezen op grond van iets dat niet meer is dan een stigma dat door anderen in stand wordt gehouden.
200.000 bezoekers | Strafrecht & Privaatrecht | Juridisch: uitleg voor studenten die zich toeleggen op de togaberoepen | Medisch: 20 jaar SARS-corona, een bloedstollingsziekte (SARS-CoV-1 (2003)) | GLYCOCALYX Awareness! | | MITOCHONDRIA | LONG COVID-mechanismen |RAAS/KKS | Complement |