vrijdag 2 februari 2024

Veel praten/druk zijn: een kwestie van bioritme. Het betekent niet dat ik slecht luister!

Ik was er vroeg bij. Ik heb nooit gebrabbeld, met 5 maanden begon ik mijn eerste woord te formuleren ('Opa', tegen mijn moeders moeder) en met 10 maanden gebruikte ik meerdere woorden. Ik vond het altijd leuk om te communiceren en dat had ik niet van een vreemde; mijn moeder was net zo spraakzaam, ongeduldig en druk.

Ik praat niet om de tijd te vullen, ik ben geen neuroot, ik heb geen tics of rituelen; het praten hoort bij me. Het heeft te maken met mijn bioritme: als ik laat naar bed ga, ben ik na 2,5 uur weer wakker, ik ben tegen 05:00 klaarwakker. Het lukt niet om mij moe te krijgen, ik heb nooit behoefte aan rust. Docenten dachten dat ik ooit een burn-out zou krijgen, maar ik ben nog nooit overspannen geweest. 

Praten is voor mij niet een kwestie van ongefilterd zenden, ik doe niet aan het overladen van een ander met informatie, maar ik heb heel veel ideeën en ervaringen om te bespreken. Ik praat zoals ik schrijf; ik probeer een ander te laten ervaren hoe ik iets voel. 

De mensen met wie ik omga, hebben hetzelfde als ik; zij zijn ook drukke praters. Net als ik merken zij dat niet iedereen er goed tegen kan om een drukke gesprekspartner te hebben, maar wij kunnen gerust een hele middag praten zonder moe te worden of zonder in herhaling te vallen. Het valt mij op dat de mensen die net zo praatgraag zijn als ik (echt hetzelfde energieniveau), creatieve mensen en wetenschappers zijn. Ik word nooit moe als ik een gelijke tref, terwijl ik me wel leeggezogen voel als iemand nog geen kwartier aan het woord is maar alleen maar een negatieve teneur heeft.

Het is niet zo dat ik eerst praat en dan pas denk, ik bespreek graag ideeën of ik krijg inspiratie als ik met iemand in gesprek ben. Als ik in een kamer alleen moet zitten om iets te bedenken, dan komt er geen inspiratie. Aangezien interactie vanaf de eerste weken van mijn bestaan belangrijk voor me is, is het voor mij een straf om alleen te zijn. Ik ben er niet voor gemaakt. 

De misvattingen
In de academische wereld, de juridische wereld en in het algemeen is de neiging om veel te praten omgeven met misvattingen.

Zo associëren mensen praatgrage types met zelfbenoemde flapuiten die tactloos hun commentaar over anderen spuien en zich er dan achter verschuilen dat het niet hun intentie was om botte uitspraken te doen.
Veel praten of druk zijn wordt ook geassocieerd met gebrek aan controle en slecht luisteren.
Bovendien worden praters beschouwd als onprofessioneel.

Die aannames gelden niet voor mij.
- Ik ben geen flapuit; ik ben niet tactloos. Ik vind het infantiel als mensen de verantwoordelijkheid voor hun eigen uitspraken wegwuiven;
- Mijn neiging tot uitdrukking is een constante. Vanaf mijn geboorte ben ik al zo en deze neiging is de reden dat ik graag in persoon spreek met mensen. Als het even kan, wil ik anderen "live" ontmoeten;
- Ik ben geen slechte luisteraar. Ik val anderen niet in de rede en ik kan goed begrijpend luisteren. Ik verwerk alles wat de ander vertelt.
- Ik zend geen monologen als ik met iemand in gesprek ben, ik relateer en refereer.
- Ik ben een verteller, niet iemand die graag feitelijkheden deelt.
- Dat ik veel praat en druk ben, zegt niets over mijn zakelijkheid en professionaliteit. Ik lever geen chaotisch werk af en ik vertel geen onzin.
- Ik ben niet breedsprakig; ik draai niet om de kern van mijn boodschappen heen, maar ik denk wel multidimensionaal en zie wanneer de nuance écht moet worden gemaakt. Niet alle vragen van anderen zijn met "ja/nee/goed/slecht" te beantwoorden. Zo zijn ook niet alle ervaringen in het leven in enkele woorden te vatten.

Het enige wat ik heb, is dat ik moet remmen omdat de meeste mensen niet tegen drukte kunnen. Dat gaat tegen mijn natuur in, maar hoort bij de verwachtingen.