dinsdag 27 februari 2024

Vandaag is zo'n dag...

Op deze eerste lentedag word ik heel sterk meegevoerd naar een mengeling van momenten. Zoals het altijd was, hoe het was om thuis te zijn, om nog een thuis te hebben, om onbevangen te kunnen leven zonder precies te weten wat komen zou gaan. Ik denk aan alle zomerse dagen toen ik nog een thuis had. De enorme openheid, niet alleen van het huis, maar ook van onze karakters, is wat me zo bijstaat. Ik maak niet vaak mee dat mensen zo onproblematisch/oprecht zijn. Dát mis ik. Naast haar gewoonten, haar stem, haar aanwezigheid, de gedeelde humor. 

Ik herbeleef vlagen van de momenten waarop we terugreden als ze goed nieuws had gekregen tijdens ziekenhuisafspraken. Die goede momenten lijken soms korter geleden dan het verlies. 

Tussen de mooie vlagen door doemt de beleving in me op van die verknipte eerste weken van 2023, die zware dagen, die vreemde sfeer van het laveren tussen het hotel en het ziekenhuis. Hoe leeg en verscheurd ik me toen voelde. Ik beleef de pijnlijke details, zoals het binnenrijden van de brancard op de spoedeisende hulp en het besef dat het nooit meer goed zou komen. 

Bijzonder genoeg vond ik het eerste jaar na haar dood niet het moeilijkst. Wel om alleen voor haar kist te staan omdat iedereen het had laten afweten en ook om verder kapot te worden genegeerd. Het was niet hectisch. Het is ook niet zo dat mijn wereld op z'n kop stond en dat ik onder een stolp heb geleefd. Ik stond middenin de realiteit. Maar nu, een jaar later, is er nog minder. Ik ben alleen, op vrije dagen werkelijk hele dagen, omdat mensen verlies ongemakkelijk vinden en echt niet meer langs willen komen. Ik ben zelf nog bij mensen langsgeweest, maar ik krijg iedere keer de belofte dat ze hier over de vloer zullen komen. Tot nu toe is daar niets van terechtgekomen. 

Ik sta er in alles heel erg alleen in. Ik heb het wel allemaal alleen doorstaan, maar soms zou ik zo graag nog eens een thuis willen hebben, om haar even te kunnen zien en spreken. Die uitvalsbasis, een referentiekader, morele steun, heb ik niet meer. Im schrijf dit vanuit een koud, somber appartement in de schaduw. Een thuis is het niet. Iedere nacht droom ik dat ik weer in mijn echte huis ben- en dat zij daar is. 

Ik wil niet de moeilijke momenten, maar juist de mooie momenten, zoals de sfeer van de zomer en de lente, met haar kunnen delen. 

zondag 25 februari 2024

Het bezwaarlijke aan persoonlijkheidsassessments: het zijn contextvrije, aannamegebaseerde tests

Voor een kennismaking bij een bureau voor werving en selectie, moest ik een persoonlijk assessment invullen. Een soort psychologische test: na afloop zou een persoonlijkheidsprofiel worden opgemaakt.

De MBTI/Myers-Briggstest mag niet worden gebruikt, omdat het pseudowetenschappelijk is (de test is voor vrouwenbladen ontworpen)
Eén bureau waar ik me in wilde schrijven, heb ik links laten liggen omdat het verplichte onderdeel de afname van een Myers-Briggstest was. In de wetenschappelijke wereld mag de MBTI niet worden afgenomen, omdat het een pseudowetenschappelijk iets is. Het is geen instrument, de ontwerpers waren fans van Jung die aan de keukentafel voor een vrouwenblaadje een horoscoop-achtige categorisering van "persoonlijkheidsprofielen" bedachten. Na introductie werd de MBTI door bedrijven in de olie-industrie gebruikt als marketinginstrument.

Het problematische aan de MBTI is dat verschillende branches de test ten onrechte als betrouwbaar zien. Er bestaat in werkelijkheid niet zoiets als een "persoonlijkheidstype". Myers en Briggs beoefenden psychologie van de koude grond, ze hadden geen wetenschappelijke educatie. De persoonlijkheidsprofielen zijn dus uit de duim gezogen en bovendien gebaseerd op een filosofische discussie van Jung. Volledig uit de context van een filosofisch vraagstuk, zijn mensen werkelijk gaan denken dat de wereld is te verdelen in introverte en extraverte mensen.

De Myers-Briggstest mag officieel hooguit worden gebruikt binnen de kaders van discussies over intuïtieve psychologie. De validiteit kan bij herhaling niet worden vastgesteld, zo maakt de analyse van de American Psychology Association duidelijk.

Wetenschappelijk is meerdere malen geprobeerd het bestaan van introversie "aan te tonen". Het enige wat ooit geconcludeerd is, is dat de verwerking van informatie bij mensen verschillende circuits kán volgen, maar dat de meeste mensen ambivert zijn in hun informatieverwerking. Er bestaan geen twee uiterste persoonlijkheidstypen. Helaas gaan mensen geloven in niet bestaande dichotomieën en worden pseudo-psychologische modellen als succesvol gepresenteerd bij alle beroepsgroepen. Weigeren om deel te nemen aan tests zonder fundament, wordt gezien als weigering om deel te nemen aan een proces van groepsassessments of selectierondes.

Het persoonlijkheidstype, zoals in de Big Five, is een belachelijke versimpeling van de mens. Zo ook het enneagram: mensen zouden zijn in te delen in perfectionist, leider, helper, romanticus, bemiddelaar, observeerder of loyalist. Het kernkwaliteitenmodel kent nog grotere beperkingen, door kunstmatig te beschrijven wat de valkuilen zijn van iemand met bepaalde specialiteiten.

De werkelijkheid is dynamisch. Persoonlijkheidstests zijn per definitie contextvrije tests met algemene aannames. Zo heb ik veel weerzin tegen de volgende vragen en stellingen:

"Hoe tevreden bent u met uw leven? Geef een cijfer op de schaal van 1-10";
"Ik vind dat ik veel invloed heb op hoe mijn leven verloopt";
"Ik ben in staat om mijn toekomst te sturen";
"Ik heb het gevoel dat ik genoeg familie heb om op terug te vallen".

Ik geef mijn persoonlijke contextschets om te illustreren, waarom deze persoonlijkheidstests me een ergernis zijn.

Ik ben niet blij om er te zijn, omdat het leven ontzettend leeg is zonder familie. Ik heb feitelijk niets om naar uit te kijken zonder naasten. Dat betekent niet dat ik een depressieve kijk op het leven heb of onder anhedonie lijd
Als het kan, vermijd ik het geven van cijfers. Ik vind het zinloos om op een schaal van 1-10 aan te geven hoe tevreden ik ben of hoe sterk ik geloof hecht aan een bepaalde opvatting.

De grootste ergernis is de stelling "Ik heb het gevoel dat ik genoeg familie heb om op terug te vallen".  Ik kan er niets aan veranderen dat ik na het verlies van de belangrijkste persoon in mijn leven, niemand heb om op terug te vallen. Ik kan er ook niets aan doen dat mijn familiegeschiedenis is uitgewist door een waardeloze adoptieconstructie. Het is niet mijn perceptie dat ik geen naasten heb om op terug te vallen, ze zijn er niet. Wat vrienden betreft: die mensen die erop stonden om ons te helpen in moeilijke tijden, hebben ons keihard laten barsten. Op vrije dagen sta ik alleen op, ben ik heel de dag alleen en ga ik alleen naar bed. Het is akelig om niemand te hebben om eens een warm thuis te ervaren.

Het heeft geen zin om tegen te werpen dat ik dan maar vrienden in mijn omgeving moet zoeken: in deze buurt heeft niemand sociale interesses. De jongeren van mijn leeftijd zitten allemaal binnen voor hun tv. Sommigen heb ik nog nooit buiten gezien. Ik heb het nodige geprobeerd,  zelfs op gemeentelijk niveau, maar de onverschilligheid bij de mensen hier is groter dan de interesse om anderen te ontmoeten. Ik ga naar evenementen, ik zeg niet snel "nee" tegen een feest en ik kan met veel mensen overweg. Dat zegt niet dat ik direct veel vrienden heb (al hebben mensen altijd gedacht dat ik veel vrienden heb).

Nadat ik uit mijn huis ben getrapt omdat de verhuurder de huur wil verhogen na de dood van mijn moeder, ben ik in een onleefbare omgeving gekomen. Dat er al twee aanslagen zijn gepleegd in de drie maanden dat ik hier woon, is nog niet alles wat het onleefbaar maakt. Iedere dag zijn de bezopen gasten van de afhaalrestaurants tot 03:00 heisa aan het maken en iedere vrijdag en zaterdag is het uitgaanspubliek tot 05:30 aan het krijsen en hier bij het portaal tegen de deur aan het rammen.

Ik mis mijn huis, omdat ik de openheid mis. Iedere dag hier voelt als opgesloten zitten in een omgeving die nooit een thuis zal worden, vanwege de problemen in de omgeving, de akelige bouw (het is hier donker en koud) en de schade die de vorige bewoners hebben veroorzaakt in de woning. Het was hier smerig toen in de sleutels had gekregen.

Ik zwelg niet in zelfmedelijden als ik zeg dat ik ongelukkig en eenzaam ben. Dat betekent niet dat ik depressief ben of anhedonie heb. Ik mis het hebben van een naaste, ik vind het verschrikkelijk om geen plezier of inspiratie te kunnen delen. Juist omdat ik het tegenovergestelde ben van iemand die zich opsluit en afsluit voor anderen. Ik ben juist heel actief en zit altijd vol met ideeën. Ik ben niet een teruggetrokken vogeltje, maar ik zit hier wel gevangen in deze woonbunker. Ik zit vol met plannen en wilskracht en kan er niets mee. Maar ik wil ook eerlijk en onbevangen kunnen beamen dat ik de belangrijkste persoon in mijn leven kwijt ben en helemaal niet gericht ben op "gelukkig worden". Die ambitie vind ik zinloos.





zondag 18 februari 2024

Een jaar verder [18:25]

Het is een jaar verder sinds haar dood. Ik wil aan haar nalatenschap recht doen, op de beste manier denkbaar. Het kan en mag niet zo zijn dat het bestaan van iemand met een scherp gevoel voor rechtvaardigheid en humor, zin in het leven en blijdschap om er te zijn, zomaar wordt uitgewist. 

Ik heb niet "iets" met een bepaalde datum. Deze datum, 18 februari, is niet wat voor mij een sterke emotionele lading heeft. Het is de atmosfeer die mij ineens terugroept naar betere en wrange tijden. De atmosfeer van afgelopen najaar en van het vroege, ontluikende voorjaar roepen een gevoel van verlangen en de herinnering aan vervlogen levensgeluk bij me op.

Ik zou zo graag willen dat ik het scenario van de gebeurtenissen kon veranderen. Ik voel de neiging om naar die ziekenhuiskamer terug te gaan, waar ze dan nog is. Om daar een eigen kleine wereld te hebben, tussen weinig hoop en nóg minder hoop in. Om de hele dag in het ziekenhuis door te brengen, tot 's avonds, om voor haar te zorgen, om in het ziekenhuis boodschappen te doen en eten voor haar te kunnen maken. De blauwe lichten schenen iedere avond op mij als ik de enige was in die grote ziekenhuishal van het Erasmus MC. Lichten van hoop, lichten van leegte. Tot aan het moment waarop wij belangrijke gevoelens en visioenen bespraken, voelde ik me binnenstebuiten gekeerd en in stukken gebroken. Geen moment was er opluchting tot aan die openbaring. Ik hekelde het om iedere avond weer naar een leeg huis te moeten, maar ik was blij als ik de volgende ochtend weer op ziekenhuisbezoek kon komen. Daarna hekelde ik mijn lege huis nog wel, maar het was draaglijker omdat het voelde alsof ik een transformatie had ondergaan. Die parallelle wereld, hoe verknipt ook, had een beetje hoop- en die wereld mis ik heel erg.

Nooit meer belangrijke telefoon, nooit meer voor het slapen gaan door haar gebeld worden vanuit het ziekenhuis. Nooit meer elkaar aan kunnen kijken, elkaar aan kunnen raken, nooit meer drukte maken alsof we een hele groep waren, of soms, op een zeldzaam moment van stilte, zwijgend naast elkaar zitten, na de ziekenhuisafspraken. Niet meer in haar ogen kijken als ik binnenkom, geen gezelligheid meer, geen warme sfeer, niets wat het een leven vol tevredenheid maakte.

Iedere nacht droom ik dat alles weer normaal is. Haar gewoonten, de manier waarop ze iets zei, als ze me riep, als ze ergens een sterke opinie over had, als ze ongeduldig was, al die kenmerkende gewoonten en uitingen, zijn bij me.

Ik heb survivor's guilt. Het is iets dat erbij hoort. Het betekent dat ik zo goed mogelijk recht wil doen aan de nalatenschap, maar dat ik nog niet weet hoe ik dat eerbetoon vorm moet geven. Het betekent ook dat ik het wrang vind om hier nog te zijn, terwijl zij graag langer had willen blijven. Ze was er nog lang niet klaar mee. Het voelt alsof de verkeerde is gepakt. Ik zeg het. Zij had deze afloop niet verdiend. Iedere keer als ik denk "Stel dat er iets leuks of groots staat te gebeuren", dringt het besef door dat ik dit nooit meer met haar kan delen. Ik kan sowieso niets meer met haar delen en dat was voor mij van grote betekenis: om te kunnen delen. Afschuwelijk vind ik het, om nooit meer haar als mijn naaste te hebben, om te tot te kunnen wenden. Geen moment, helemaal niets, het is kaal en leeg zo.

Is terugverlangen naar betere tijden, blijven hangen in het verleden? Ik ben het daar hartgrondig mee oneens. Het is niet aan een ander om te zeggen "Je moet door". Ik was volmaakt tevreden. Dat is voorbij. Wij zijn over de afgelopen decennia hard te grazen genomen door het leven. Hoe lelijk de omstandigheden ook mogen zijn, het leven kent geen compensatie voor al dat soort narigheid. Het is niet zo dat het goede na het nare komt. Het is mijn status quo, voorgoed.

Ik weet iets dat ik niet aan een buitenstaander kan uitleggen. In januari 2023 heb ik voor het laatst een moment van helderziendheid gehad. Het enige wat ik erover kan zeggen, ik dat ik niets heb met "Ik geloof dat er meer is", maar dat ik iets zeker weet en daar niet aan twijfel. Mijn visioenen zijn altijd waar, ik krijg ze niet zonder reden door. Alleen: wat ik in de tussentijd doe, is zo'n groot vraagteken voor me.
Tussen nu en ooit is nog zo'n ontzettend lange tijd.

Het hebben van een naaste was voor mij het enige belangrijke in het leven. De rest doet er niet toe.

Mijn moeder probeerde "westers" te lijken. Waarom eigenlijk? Ik vind niets mis met etnische diversiteit.

Dit is hoe assimilatie heeft gewerkt. Wij hebben nooit een familienaam gehad. In plaats daarvan moest mijn moeder naar Nederlands gebruik gedoopt worden, met westerse namen

Dit eerbetoon heb ik geschreven in de laatste dagen dat mijn moeder op aarde was. Ze heeft naar dit eerbetoon geluisterd.



zaterdag 17 februari 2024

"Als ik jou was, zou ik het zo aanpakken"- Waarom ongevraagd (nutteloos) advies zo vervelend en soms zelfs schadelijk is

 "Als ik jou was, zou ik het zo aanpakken". 

Waarom voelen mensen toch die neiging om de ander met ongevraagd advies op te schepen? Ongevraagd advies is vervelend, om de volgende redenen: 

1. De meeste mensen zijn slecht in begrijpend lezen en luisteren

Als iemand heel duidelijk uitlegt hoe een probleem in elkaar zit en dat er geen oplossing voor is, zijn er altijd mensen die komen met "Heb je dit al geprobeerd?", "Je kunt ook een voorziening aanvragen" en (de ergste!): "Niet geschoten is altijd mis".

Een voorbeeld. Op het Vlaams-Nederlandse platform "@ArmoedeMaaktM" deed een vrouw haar relaas. Door chronische ziekte was ze onder de armoedegrens gestort. Ze gaf aan dat ze alle voorzieningen al had aangevraagd én dat ze uitstekend kon bugetteren. Door de vaste lasten en een duurzaam te laag inkomen was er onvoldoende geld om de maand helemaal rond te komen.

Een vrouw reageerde met "Heb je al advies ingewonnen over hoe je meer kunt besparen?", "Je kunt ook je telefoonabonnement opzeggen". Haar ongevraagde advies was zinloos en dat werd diplomatiek aangegeven: "Bedankt mevrouw, maar dit heb ik allemaal al gedaan".
De ongevraagd adviesgeefster was beledigd: "Ik snap niet waarom je je voor advies afsluit, iedereen kan toch advies gebruiken?!"

Vervolgens bleef de ongevraagd adviesgeefster drammen. Het ging van zogenaamd goedbedoeld advies naar opdringerigheid: de adviesgeefster wilde belangrijk worden gevonden. Dat gedrag irriteerde mij als meelezer mateloos. Ik heb gezegd "Dring uzelf niet zo op en leer begrijpend lezen". Het ergst was wat mij betreft dat die nutteloos adviesgevers niets willen doen om de ander echt vooruit te helpen, maar het bij "goedkoop advies" houden.

Een ander voorbeeld is de draak die de WMO heet. Iemand die spoedvoorzieningen nodig had voor een medische behandeling in een ziekenhuis in een andere regio, kreeg te horen dat zij de procedure volgens de Algemene wet bestuursrecht moest doorlopen: dat kwam neer op 8 weken wachttijd en die tijd had ze niet. De medische behandeling was urgent, ze had dus niet 8 weken eerder de aanvraag voor de voorziening kunnen doen. De zorgverzekeraar en gemeente wezen in deze kwestie naar elkaar. De ongevraagde adviezen werden afgevuurd: "Je zou een vriend kunnen vragen om je ziekenvervoer te regelen", "Heb je al telefonisch contact met de gemeente opgenomen?", "Ik zou de verzekeraar bellen".

Hiermee kom ik op het volgende punt.

2. Het advies is waardeloos van kwaliteit ("Heb je al gegoogled?")
Mensen geven over het algemeen advies van het niveau "Kijk eens hoe goed ik kan Googlen!".

Zelfs bij gevráágd advies is het de regel dat het advies onbruikbaar is. Ik heb zelf eerlijk gezegd nog nooit meegemaakt dat een organisatie zinvol advies gaf. De Belastingdienst geeft verkeerde postadressen op of adviseert om heffingskortingen foutief toe te passen, maatschappelijk werkers adviseren om te doen wat de aanvrager al heeft gedaan en kunnen niet meer dan dat betekenen, sollicitatie-adviseurs adviseren om iedere week op vacatures te reageren en gemeenten geven dode links op en vragen of een burger al op een site heeft gekeken die al twee jaar buiten werking blijkt te zijn.

Met andere woorden: mensen controleren niet of het advies dat zij zenden, juist is. Ongevraagd nutteloos advies is bovendien meestal een aanname of een normatieve opvatting, verpakt als advies.
Een normatieve opvatting is de stelling hoe iets zou moeten zijn, wat wenselijk is in ons maatschappelijk verkeer. Dat maakt nog niet dat de normatieve opvatting rechtsgeldig is. Bij een rechter kun je niet aankomen met "Ik vind dat mensen niet zomaar uit hun huis gezet mogen worden", of "Die WMO mag wel wat rechtvaardiger worden toegepast".

3. Mensen verpakken normatieve opvattingen (wat wenselijk is, niet wat werkelijk zo is) en sentimenten als ongevraagd advies. Dat is niet onschuldig. 

1. Een bekende journalist krijgt een uitnodiging om op gesprek te komen bij de opsporingsautoriteiten
De opsporingsautoriteit geeft aan dat de journalist te zien is op beelden van een strafbaar feit. Er is wel grote onduidelijkheid over de betrouwbaarheid van de beelden; de persoon op de beelden lijkt niet overeen te komen met de journalist.

De journalist wordt direct overspoeld met een stroom aan adviezen van leken. Absolute leken die hun gevoel als argument presenteren. Mensen geven ongevraagd het advies om op gesprek te gaan bij de autoriteit. Mensen adviseren om direct een advocaat in te schakelen.

Ik werd gevraagd om mijn visie te geven. Ik gaf aan dat mijn professionele advies waarschijnlijk onderspoeld zou raken door de zee aan nutteloze adviezen, maar ik kon de journalist wel adviseren om níet naar het gesprek te gaan. Deze persoon werd namelijk niet formeel ontboden om op het bureau te verschijnen, er was geen arrestatie, er was geen verdenkingsbegrip. Ingaan op een uitnodiging voor een gesprek betekent dat de autoriteit geen cautie hoeft te verlenen en dat de persoon geen recht heeft op vergoeding van de rechtsbijstand; er is immers geen sprake van een verhoor.

Wat iemand in reactie op een uitnodiging voor een gesprek verklaart, wordt geheel uit eigen beweging gedaan. Wil iemand recht hebben op vergoeding van een advocaat, dan zal een daadwerkelijk verhoor binnen de formele kaders van strafvordering moeten worden afgewacht.

Ik kon dus vertellen dat de journalist geen recht had op (van overheidswege bekostigde) rechtsbijstand en dat er geen verplichting was om naar het gesprek te gaan. Evenwel was op advies van leken al een advocaat ingeschakeld. Dat loopt in de papieren.

2. "Schakel zo snel mogelijk een advocaat in" - als iemand geen proceskansen heeft
Het sentiment is om zo snel mogelijk een advocaat in te schakelen bij allerhande situaties. Een stommiteit die flink uit de hand loopt.

Als ík als jurist zeg dat bepaalde mogelijkheden juridisch onmogelijk zijn, omdat het recht in ons land gegoten in beleidsregels en daarmee strenge voorwaarden gelden, krijg ík van leken het advies om een jurist in te schakelen!

1. De bijzondere bijstand is in gemeenten gebonden aan strenge voorwaarden. De jurisprudentie bepaalt de invulling van de voorwaarden.
Gemeenten schenden soms hun eigen voorwaarden voor het verlenen van bijzondere bijstand, maar bij een rechtszaak kan de burger desondanks niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

Dat het rechterlijk oordeel bepalend is voor het aanvragen van een voorziening op gemeentelijk niveau, gaat bij sommigen hun verstand te buiten. Als de voorziening wordt afgewezen, wordt de bezwaarfase vaak overgeslagen doordat anderen adviseren om gelíjk beroep in te stellen!

2. Een hoofdhuurder overlijdt. Haar oudste kind (60+) woont nog in de woning, maar de overeenkomst wordt opgezegd door een ander familielid.
Hier lopen twee juridische kwesties door elkaar:
- kan het medehuurderschap worden verleend door een rechter?;
- is de overeenkomst rechtsgeldig opgezegd door het familielid?

Een kennis adviseert het oudste kind van de erflater om een advocaat in te schakelen. Al snel wordt duidelijk dat de Huisvestingsvergunning niet zal worden verleend en dat medehuurderschap daarom uitgesloten is.
De huurovereenkomst blijkt rechtsgeldig door een andere erfgenaam, het familielid, te zijn opgezegd. Voortzetting van de huur is daarom ook een afgesneden route.

Nu komt het nutteloze, ongevraagde advies: een kennis adviseert om direct via een andere advocaat, een spoedvoorziening aan te vragen. In de spoedvoorziening wordt wederom duidelijk dat de verhuurder vanaf het eindigen van de huurovereenkomst, het recht heeft om de woning weer in eigen gebruik te nemen.
Na overleg met vrienden wordt geadviseerd om een derde advocaat in te schakelen.

"Niet kunnen helpen" wordt verward met "Niet willen helpen". De eerste advocaat was eerlijk over de proceskansen. De tweede en derde zijn meegegaan in de wens om te procederen, terwijl duidelijk was dat er geen rechtsgrond bestond om door te procederen.

In de juridische wereld bestaat niet zoiets als "Niet geschoten is altijd mis"; het gaat om de binding aan voorwaarden. De invulling van voorwaarden is niet overgeleverd aan de wil van een WMO-medewerker, maatschappelijk werker of advocaat. Al zeker twee decennia (sinds 2000) is Nederland geen verzorgingsstaat meer waarin mensen buiten de lijnen van de wetgeving kleuren om de burger bij te staan. Ik heb zelfs sinds mijn bestaan niet meegemaakt dat werd afgeweken van de strenge wettelijke criteria.

4. De drang om ongevraagd advies te forceren, is ziekelijk gedrag

Het gaat om ego-inflatie. Ik heb het niet over goede intenties, maar over het egocentrische "kijk eens hoe goed ik ben in het geven van advies".
Het is niet behulpzaam als iemand advies opdringt, de ontvanger vriendelijk bedankt en de gever vervolgens gaat drammen om de eigen wil op te leggen. Dat is ziekelijk gedrag. Het past precies bij eenvoudig gekrenkte ego's. 

5. Bij twijfel: vraag of de ander advies op prijs stelt! Een persoonlijke anekdote.
Op de laatste plaats, plaats voor een anekdote.

Ik houd niet van ongevraagd advies ontvangen én geven. Toch zijn er grensgevallen.
Zo hoorde ik op de gang, iemand die ik net kende over de telefoon bediscussiëren dat haar dochter op slinkse wijze werd gepest. Haar dochter werd van pesten beticht, terwijl zij juist het slachtoffer was van pesterijen. De dochter had zich verdedigd tegen pesterijen en zou volgens de school een scheldwoord hebben gebruikt. Daarvoor moest zij samen met haar moeder excuses komen maken op school. Dat heeft ze gedaan. De school vond het niet genoeg en zou haar zonder rechtsgrond schorsen voor onbepaalde tijd.

Ik had dit opgevangen en vroeg me af of advies gewenst was. Ik heb helemaal niet de intentie om me op te dringen. Daarom heb ik de situatie eerst voorgelegd aan vrienden: "Wordt het gewaardeerd als ik mijn juridische hulp aanbied als de dochter daadwerkelijk wordt geschorst?"

Vervolgens heb ik de kennis benaderd en gezegd dat ik iets had opgevangen. Ik vroeg wat er aan de hand was. Zij legde de situatie helemaal aan me uit. Ik heb gevraagd of ze het op prijs stelde als ik in geval van nood mijn (gratis) juridische hulp aan zou bieden. Dat zag ze wel als een welkom aanbod.

Dit zeg ik niet om te zeggen "Wow, wat ben ik toch fantastisch", maar om aan te geven dat ik zonder bijbedoelingen en zonder assumpties, iemand benader om te vragen of het advies op prijs wordt gesteld. Soms kan iemand professioneel advies wél gebruiken, maar dat luister nauw: mensen menen te snel dat hun advies bruikbaar is. Mensen overschatten namelijk nogal hoe belangrijk hun opmerkingen zijn. De kwaliteit van hun advies is te betwijfelen, omdat ze dénken "dat iets zo is". 

Daadwerkelijk nuttig ongevraagd advies vergt een fijne combinatie van empathie (begrijpend luisteren) en kwaliteitscontrole van de inhoud van het advies. Dus: het beste is om mensen te vragen of ze advies op prijs stellen. Zo ja, doe dit dan zonder de aanname dat de ander vast niets zelf heeft ondernomen. Laat de ander vooral zelf bepalen wat hij/zij wil delen!


donderdag 15 februari 2024

[Culinair] Zomerse voorbode: na grijs komt...nog meer grijs.

De voorbode van de zomer hangt in de lucht. Ieder voorjaar voelt, net als het aanbreken van het najaar, als een nieuw begin. 

Het is 15 februari 2024 en het is nu al 17 graden. Helaas slechts voor één dag: het wordt de komende weken weer grijs. Om er het beste van te maken, heb ik de ingrediënten voor een Mexicaanse mix in huis gehaald.

In de vijzel: guacamole. Ik heb de avocado uitgelepeld met een meloenlepel, de avocado platgestampt met een paar knoflookuien, een rode rawitpeper, zwarte peper, een paar kleine tomaten en limoensap. Ik heb er gemalen komijn aan toegevoegd. Morgen maak ik de Mexicaanse saus met Imperial Stout (bier), zwarte kidney, edamamebonen, maïs, gember, rawits, paprika's, komijn, knoflook en uien.

Bij de saus heb ik een bowl van mango, kiwi en appels, een slamix van rucola met lollo rosso en lollo bionda, cashewnoten en radijs en tortilla's voor bij de guacamole.

Foto van een eetplank met rode en groene rawit-chilipepers, knoflookuien, gürken, tomaten, avocado's, limoenen, een vijzel en stamper met zelfgemaakte guacamole, een bowl met mango, appels en kiwi.

Op de plank ligt een Pools mes, een handig gereedschap om verpakkingen mee open te snijden of steeltjes weg te halen van fruit.

Een dubbele upload van een afbeelding overkomt mij nogal eens met Blogger



Zomer: een kleurenexplosie van groene limoen, groene en rode pepers, tomaten en geeloranje mango




woensdag 14 februari 2024

[ Culinair ] Oxytocine (C43H66N12O12S2) op Valentijnsdag? Niet door romantische kitsch, maar door kleurrijk en scherp eten!

Het is 14 februari, de dag waarop Valentinus werd onthoofd door Claudius Gothicus/Claudius II.
Is het niet romantisch?! Sint Valentinus werd de patroon van epileptici en de imkers, maar tegenwoordig wordt Valentijnsdag geassocieerd met quasi-romantische kitsch zoals een roos, een anonieme kaart, een vaas met bloemen en chocola en melodramatische liedjes over fatalistische sentimenten, infatuatie en het verheerlijken van obsessies en afhankelijkheid.

De chemie achter verliefdheid, seks, baarmoedercontracties, insuline-secretie in de pancreas, eetbuien en sociale binding is C43H66N12O12S2.

Oxytocine en omgaan met tegenslag
Het effect van oxytocine is veel complexer dan alleen maar het veroorzaken van verliefdheid. De substantie is ook betrokken bij het omgaan met tegenslag in het leven.

Dat sommige mensen geen hinder ondervinden van wat anderen als "stressvolle gebeurtenissen" typeren, heeft te maken met het effect van oxytocine op de hypothalamus en amygdala. Waarschijnlijk zorgt aanleg voor angststoornissen/fobieën en depressiviteit voor een verminderd serum oxytocine in het hersenvocht. Met andere woorden: stressvolle stimuli zorgen niet voor een gebrek aan veerkracht. Dat verklaart waarom niet iedereen ten onder gaat aan bovengemiddelde tegenslag, maar ook waarom sommige mensen van weinig tegenslag overspannen raken.

Het is géén kwestie van wilskracht of een mindset, zoals wel wordt gepretendeerd. Je bent geen aansteller als je moeite hebt met tegenslag en je bent ook geen emotieloos iemand of abnormaal als je ingrijpende gebeurtenissen níet stressvol vindt (Roles of Oxytocin in Stress Responses, Allostasis and Resilience, Int. Journal of Molecular Science 2022 Jan; 23(1)). Samen met orexin, reguleert oxytocine bovendien verslavingsgevoeligheid in de VPN en hypothalamus (Oxytocin and orexin systems bidirectionally regulate the ability of opioid cues to bias reward seeking, Translational Psychiatry 2022;12).

Oxytocinebevorderend eten? Verwacht geen wonderen, maar het vermijden van snelle suikers en lege koolhydraten kán helpen!
Natuurlijk kan de afgifte van oxytocine niet worden afgedwongen, maar er zijn factoren die iets helpen bij de regulering. Verwacht geen wonderen. Het is wel duidelijk dat fastfood met snelle suikers en lege koolhydraten, de bloedsuikerspiegel in korte tijd opdrijven en daarmee gevoelens van lamlendigheid/passiviteit, neerslachtigheid en een onvoldaan gevoel kan opwekken. Het tegenovergestelde van snelle, bewerkte koolhydraten is scherp eten (capsaïcinebevattende producten zoals pepers), fruit, noten, peulvruchten, avocado's, bessen en eiwitrijk eten.

Zelf vind ik kleurrijk eten leuker, lekkerder en vrolijker dan kant-en-klaar-eten, een roos, chocolade of een bos bloemen!

Basis voor een Mexicaanse of Aziatische bowl: Cashews, avocado, rawitpepers, gekookte Jasmijnrijst met limoen, walnoten, tomaten, rodekool, paprika, gürken, norisnacks/tempura, radijs. Aan deze bowl kunnen Thaise Chilisaus, sojasauzen, oestersaus en dips worden toegevoegd.








maandag 12 februari 2024

Ik zou mezelf nooit als vegetariër of veganist typeren

Voorheen at ik al weinig vlees en als ik het at, dan had ik alleen maar biologisch vlees voor in mijn gerechten. Het is fantasieloos als een gerecht alleen maar smaak heeft door er vlees aan toe te voegen. Mijn gerechten zijn altijd rijkgevuld. Ik kook vrijwel alleen Aziatisch, Mediterraan of Zuid-Amerikaans en ik maak alles zelf; ik maal de specerijen. 

Ik maak mijn gerechten zo, dat er altijd vlees of vis kan worden toegevoegd als iemand dat wil, maar het vlees zal niet worden gemist als het wordt weggelaten.

Ik zou mezelf nooit onder een ideologische groep als vegetariërs of veganisten scharen. Juist omdat rigide ideologie wat mij betreft afbreuk doet aan waarden als dierenwelzijn. Organisaties als PETA zijn radicaal en jagen iedereen tegen zich in het harnas door niet alleen vleeseters, maar ook leerdragers en mensen die eieren en zuivel gebruiken, uit te maken voor moordenaars en facilitatoren van verkrachting. PETA heeft  verkleed als KKK een racistische optocht gehouden en huisdieren vermoord, onder het mom van "zwerfdieren uit hun lijden verlossen". Het gaat niet meer om principes, maar om sektarisme. Ik hekel iedere vorm van radicale sociale controle.

Zo werd ik door een veganist voor hypocriet uitgemaakt, omdat ik het niet erg vind als vleesvervangers op echt vlees lijken. Deze veel te ver doorgevoerde vorm van Kantianisme (rigide denkpatronen, principes letterlijk en pedant uitleggen) stuit bij mij op weerzin. 

Ik ben niet een stampvoetende kleuter die dan reageert met "We mogen ook niks meer, ik ga expres extra veel vlees eten". Met dergelijk schoolpleingedrag zou ik niets anders duperen dan dierenwelzijn.
Sommigen beweren dat mensen als omnivoren gemaakt zijn om vlees te eten. Dat is waar, ware het niet dat mensen zijn gebouwd om in de natuur ook dagen van schaarste te doorstaan. Als omnivoor heb je niet iedere dag een bord met voorbewerkt vlees, maar moet je ook dagen zonder zien te stellen. Omnivoor zijn is bovendien géén excuus voor megastallen en vooral niet voor het mishandelen van dieren in de bio-industrie. 

Leer en wol
Ik draag graag leer en ik heb geen behoefte om daarop te worden aangesproken. Natuurlijk weet ik dat het ethisch niet verantwoord is. Anders dan de mythe wil, is leren kleding niet gemaakt van "leftovers"/resten uit de vleesindustrie. Leren kleding wordt niet gemaakt van koeien, maar van dunne schaapsnappa.
Ik heb mijn leren kleding al jaren, ik heb bijna alles vintage gekocht (échte vintagekleding, geen retro of kringloopspul). 

Ik zou het hypocriet vinden om mijn leren kleding dan maar in de kast te laten liggen, want die jurk en rok, maar ook mijn Texelana's zitten echt heerlijk. Eigenlijk is niets zachter en comfortabeler om in te bewegen dan de dunne dierenhuiden. Hetzelfde geldt voor mijn merinowollen kleding: ik wíl mijn wollen jurk en merinowollen shirts niet ongedragen laten liggen. In plaats daarvan draag ik mijn spullen tot ze versleten zijn- wat niet snel zal gebeuren. Het zou ook onzin zijn als ik alleen maar katoen zou dragen; ik wil dragen wat ik lekker vind zitten, zonder te worden aangesproken op mijn keuzes.

Ik heb ook niets met mensen die elkaar vliegen afvangen om de persoonlijke keuze om leer of wol te blijven dragen van kleding die ze al jaren bezitten. Het is bijzonder kinderachtig om te zeggen "Oh kijk, een vegetariër met leren schoenen". Als het plastic schoenen zijn, wordt weer gezeurd over "Plastic is niet milieuvriendelijk". Het gaat niet om ideologie, maar infantiele argumenten om de ander de mond te snoeren.

Nepleer/"faux leer" en andere synthetische materialen zitten niet lekker en zijn niet kwalitatief hoogwaardig
PETA en andere organisaties beweren overigens dat nepleer, plastic dus, net zo comfortabel en kwalitatief van hoge standaard is als echt leer. Dat is niet waar. Plastic leer (polyester en PVC) is zweterig, plakkerig, het materiaal is niet poreus en sluit de huid af. Plastic schoenen zorgen bij stijgende temperaturen voor blaren. Die "leren broeken" die zo berucht zijn om hun plakkerige effect, zijn altijd van plastic. Ik heb ooit een plastic broek gehad die op echt leer leek. Die was zeer onaangenaam om te dragen. Ik kreeg er een brandende huid met blaren van! Ook heb ik jarenlang op plastic schoenen gelopen. Ik heb het geprobeerd, maar "faux leer" is echt geen alternatief. Als cactusleer binnenkort op de kleding- en schoenenmarkt wordt geïntroduceerd, dan zou ik daar zeker wel voor gaan. Het is een natuurlijk materiaal en wordt nu al gebruikt door couturemerken als Natan.

Vleesloos eten
De drammers maken mensen die vleesloze gerechten eten, uit voor "grasvreters". Vleesloze gerechten worden standaard beantwoord met "gatver". Tofu is onder drammers bekend als rubberachtige substantie. In werkelijkheid wordt tofu in nagenoeg ieder Thais vlees- of visgerecht gebruikt als aanvulling. Tofu is geen flubberige rubberachtige substantie, maar hoort krokant te worden geserveerd. Als mensen het rubber vinden, hebben ze de tofu niet goed gebakken.

Met een volle pan en smaakmakers als garam masala, char siu-saus, chilisaus, limoen, zelfgemaakte sriracha en 5-specerijen kán een vleesloos gerecht niet flauw zijn. Alles zit in mijn recepten: zout, zuur, umami, zoet en scherp (capsaïcine en gingerine).

Net zo goed als ik geen behoefte heb aan stampvoetjes, dring ik zelf nooit niemand op om vegetarisch te eten. Als iemand echt graag vlees of vis wil, kan het met gemak worden toegevoegd aan mijn recepten. Een groot verschil zal het niet zijn; het is slechts een kwestie van persoonlijke smaak.
















zaterdag 10 februari 2024

"Weerbaarheidscursussen" voor zondebokken van pesterijen zijn fout; het probleem is dat pesters meestal worden gedreven door een inferioriteitscomplex

Als het over pesten gaat, wordt nog altijd het (Hollywood-) clichématige beeld opgeroepen van het slachtoffer als mikpunt, als pispaal, als de nerd, als degene waar "iets" mee is. Stereotypen gaan ook altijd over schoolse pesterijen, terwijl pesten over de hele breedte van de maatschappij voorkomt: burenterreur, politieke pesterijen en pesterijen op de werkvloer zijn gemeengoed.

Mensen hebben niet de wil om pesten daadwerkelijk te beëindigen, het is een te sterk machtsmiddel. Psychologen kunnen in de media verklaren dat de frontaalkwab bij jongeren nog niet is volgroeid, maar dat doet niets af aan het fenomeen: pesten wordt welbewust gebruikt door mensen van alle leeftijden. 

Ouders van gepeste kinderen vragen zich vaak af: "Mijn kind heeft alles om geliefd te zijn en is ook geliefd bij vrienden, waarom wordt het kind dan tóch gepest?"
Slachtoffers van pesterijen krijgen direct te horen dat zij op weerbaarheidscursus moeten. Ze zouden moeten bouwen aan hun zelfvertrouwen. Met deze toxische benadering insinueren docenten, coaches en psychologen dat iets mis is met de gepeste. De gepeste zou sociaal niet vaardig zijn, zwak overkomen, geen zelfvertrouwen hebben, niet voor zichzelf opkomen.

Het stereotype van de "kwetsbare pispaal" die onzeker is of geen merkkleding draagt, strookt niet met de realiteit

Het beeld van de "pispaal" strookt niet met de realiteit. Ouders vragen zich af of hun kind kwetsbaar over komt, of dat het kind impopulair is door geen merkkleding te dragen. Als ouders naar zulke factoren blijven zoeken, zullen ze de "reden" voor het pesten niet vinden. De realiteit is dat de meeste mensen ooit in hun leven worden gepest, zonder dat er een aanleiding of reden voor bestaat.  Ja, er is wel een aanleiding: de pester voelt afgunst. Vrijwel altijd is afgunst de motivator voor pesten. Het is anekdotisch, maar het human interest-programma "Het Mooiste Meisje van de Klas" illustreert dat jongeren die knap of getalenteerd worden gevonden, altijd de zondebok worden van pesters met hun minderwaardigheidscomplex.

Hoe pesten werkt: peer envy is de voedingsbodem voor pesters met een minderwaardigheidscomplex

Mensen vragen zich af, waarom "mooie vrouwen" en "aantrekkelijke mannen" niet immuun zijn voor pesterijen. Dat komt door het stereotype-perspectief, dat alleen mensen die als onaantrekkelijk en onzeker worden gezien, een mikpunt zijn voor pesterijen. Waarom dit perspectief vals is, valt goed te beschrijven aan de hand van "peer envy", ofwel afgunst van leeftijdsgenoten.

"Waarom zijn mooie meisjes niet populair?": omdat ze een bedreiging zijn voor pesters

Het fenomeen "peer envy" is in het algemeen de voedingsbodem voor pesterijen. Als een kind, jongere, maar ook de volwassene mooi, lief, intelligent, grappig en getalenteerd wordt gevonden door docenten, leeftijdsgenoten, collega's of leidinggevenden, is dat een bedreiging voor de status van een pester, die een minderwaardigheidscomplex heeft en met het fingeren van superioriteit probeert zijn/haar eigenwaarde te compenseren. Degene die kwaliteiten heeft die door leeftijdsgenoten als begerenswaardig worden beschouwd, moet naar het niveau worden getrokken van de pester. Dat doet de pester door pacten te smeden met de personen van wie hij/zij weet dat het meelopers zijn. Kritische mensen zijn een bedreiging, die moeten ook sociaal worden geëlimineerd.

Vrouwelijke pesters gebruiken micro-agressie. Ze verpakken snedige opmerkingen als compliment of proberen hun zondebok wijs te maken dat ze énorm veel waardering voor ze hebben. Ze verspreiden verzinsels achter de rug om via boodschappers van wie ze weten dat ze gevoelig zijn voor het geloven van die roddels. De waarheid doet er voor de aanstichter niet toe; het gaat om een gevoel van macht. Zelfs als de meelopers aanvankelijk weten dat zij laster verspreiden, wordt de boodschap net zo lang herhaald tot ze er zélf in gaan geloven.

Juíst als het potentiële slachtoffer niet aan zichzelf twijfelt, is dit een grote uitdaging voor de eigenwaarde van de pester
Slachtoffers die pesters van repliek dienen, zich niet terugtrekken, zich niet anders gaan kleden of gedragen en zichzelf waarderen, worden een grotere uitdaging voor de pester. In plaats van zich bij de status neer te leggen, grijpt de pester het netwerk van het slachtoffer aan. Vrienden van het slachtoffer worden ervan overtuigd dat ze beter niet bevriend kunnen blijven met het slachtoffer. Als dat niet met roddels kan, kan iemand worden ingeschakeld om fysiek geweld te gebruiken. Soms worden vrienden van het slachtoffer het eerst in elkaar geslagen, om de sociale basis van het slachtoffer weg te werken.

Je kunt er zoveel "weerbaarheidscursussen" op loslaten als je wilt, het uiteenvallen van het sociale netwerk van het slachtoffer is niet te beïnvloeden door het slachtoffer, als het netwerk óók slachtoffer dreigt te worden van de pesterijen. Die sociale context is wat het bestrijden van pesterijen zo moeilijk maakt. Als mensen pesten daadwerkelijk willen aanpakken, moet deze complete context (het sociale netwerk van het slachtoffer) erbij worden betrokken, inclusief de psychische en sociale problemen van de pester.

Pesters op de werkvloer
Op de werkvloer worden werkzaamheden van het beoogde slachtoffer gesaboteerd. Werk wordt weggegooid, in gedeelde computersystemen kan worden gemorreld om de indruk te wekken dat het slachtoffer prutswerk aflevert. Vrouwen gaan in de pauzes bij elkaar zitten en dwingen meelopers en slachtoffers zo to nepsocialiseren. Ondertussen vragen ze of een collega zwanger is, of ze op dieet is, of dat ze is aangekomen. De roddel wordt verspreid dat het slachtoffer vele affaires heeft gehad en dat de werkgever haar wel ziet zitten. Ze insinueren relaties op de werkvloer waarvan ze weten dat het de integriteit in gevaar brengt.

Burenterreur: "er zijn twee partijen bij een conflict" is een valse insinuatie om het slachtoffer de schuld te geven
Bij burenterreur worden de consequenties waar het slachtoffer mee te maken heeft, gebagatelliseerd door te stellen "dat er altijd twee partijen zijn bij een conflict". Het maakt niet uit of buitensporige terreur wordt toegepast, het slachtoffer wordt weggezet als een zeikerd en medeschuldige, alsof het een conflict zou zijn (terreur en pesterijen zijn geen conflict, maar eenzijdige vormen van geweld om buren weg te jagen). Andere buren, die geen volgend slachtoffer willen worden van burenterreur, trekken zich terug, gaan de zondebok van de terreur vermijden of staan open voor een pact om samen te spannen met de pester.

Mensen die misstanden bestrijden worden gepest, veroorzakers van misstanden worden gewaardeerd. Dat komt doordat wegkijkers degene die misstanden bestrijdt, als verstoorder van het evenwicht zien
Mensen die misstanden bestrijden, worden gezien als verstoorders van een evenwicht. Ook als onvrede onder de oppervlakte borrelt, dan is het degene die misstanden bestrijdt, die problemen brengt. Mensen roepen dat ze geen partij willen worden bij een conflict, nemen afstand van de situatie, houden zich op de oppervlakte en zetten de ander neer als een zeur. In plaats daarvan worden psychopaten en andere veroorzakers van misstanden, gewaardeerd. Het is de zondebok die moet worden bestreden en pesten is de meest effectieve manier. 

Wat in alle gevallen van pesten wordt miskend door meelopers en wegkijkers, is dat de pester de volgende keer verder gaat. Als het slachtoffer naar een andere school, een andere werkplek, een ander adres of zelfs naar een ander land is verbannen, dan pakt de aanstichter een andere zondebok. De angel is er niet uit als de pester niet wordt aangepakt.

De realiteit moet onder ogen worden gezien: met pesters is bijna altijd iets mis.

Ze zijn psychopaten, ze komen uit een disfunctioneel gezin, ze zijn stelselmatig gepest, ze vinden geen steun in hun thuissituatie. De sociaaleconomische status van de pester kan een persistent probleem zijn. De mythe wil dat pesters merkkleding dragen en daarom populair zijn. In de werkelijkheid kunnen kinderen uit paupergezinnen gaan pesten omdat het slachtoffer "privileges heeft", die door de ouders van de pester worden gekraakt.

Ouders hebben een rol in het pesten: pesters krijgen thuis te horen dat andere kinderen bevoorrecht, rijk, bekakt, intelligent, mooi en geliefd zijn. Vaak stichten ouders het pesten zelfs eigenhandig aan, door voorwerpen van een ander kind te vernielen, kinderen uit te schelden op het schoolplein en zich negatief over het andere kind uit te (blijven) laten in het bijzijn van hun eigen kinderen. Vooral vergelijkingen ('Dat kind is van bekakte ouders, hij krijgt alles, verwend nest, de juf trekt hem altijd voor') voeden gevoelens van afgunst bij een pester.

Als een docent een gepest kind naar een weerbaarheidscursus stuurt en de pester wordt niet aangepakt, dan blijft het probleem bestaan
De pester die uit een asociaal gezin komt, houdt dezelfde mentale problemen die hij/zij op anderen afreageert. Op het niveau van pesten in het onderwijs, zijn het bijna altijd laagfunctionerende personen; ook later in het leven kunnen pesters uit asociale milieus te maken krijgen met mentale en sociale problematiek. Voorbeelden zijn pesters die in jeugddetentie komen en al vroeg een criminele carrière opbouwen, of pesters die op minderjarige leeftijd een probleemgezin stichten.

In het onderwijs wordt pesten in stand gehouden doordat docenten niet ingrijpen. De juiste oplossing zou zijn om de pester bij herhaling, of bij pesten in de vorm van mishandeling, van school te verwijderen. Het probleem is: docenten zijn bang dat asociale ouders van de pester verhaal komen halen en doen daarom niets om het pesten te beëindigen. Het is dan de weg van de minste weerstand om het gepeste kind wijs te maken dat het iets aan zijn/haar gedrag moet veranderen. Het is een excuus om de verantwoordelijkheid af te schuiven.

Landen als zondebok/bufferstaat: "Niet mijn oorlog" maakt de weg vrij voor het verleggen van grenzen door invasieve staten
In het groot worden landen die als zondebok fungeren voor invasies en andere niet-uitgelokte misdaden tegen de mensheid, al snel getroffen door "oorlogsmoeheid" onder andere landen. Natuurlijk denken andere landen aan hun eigen veiligheid. Het is logisch dat andere staten niet willen worden getroffen door oorlog, maar wegkijken en alles afwentelen op een bufferstaat/zondebok, heeft tot gevolg dat de aanstichter steeds meer fronten verlegt. De zondebok is geen permanente barrière. Wegkijkers gebruiken de klassieke retoriek "Het is niet mijn conflict". Daarmee suggereren ze in de eerste plaats dat een oorlog wél is toe te schrijven aan een land dat het slachtoffer wordt van een invasie. Het eindigt niet bij de zondebok die zich overgeeft. Zo eindigt pesten in een beperktere context van het onderwijs of de werkvloer óók niet bij het verplaatsen van de getroffene.


vrijdag 9 februari 2024

Inspiratieloos

Na de dood van mijn moeder, nu bijna een jaar geleden, was ik nog steeds dezelfde persoon: altijd druk, iedere dag ergens mee bezig. Ik was niet veranderd.

Ik woon nu bijna 4 maanden in deze bunker en ik merk dat ik nu wel ben veranderd. Ik ben nog steeds een drukke persoonlijkheid en het juridische werk lijdt er niet onder, maar ik heb totaal geen inspiratie meer. In de 4 maanden dat ik hier woon, heb ik me hier nog geen moment thuis gevoeld. Ik droom iedere nacht dat ik weer in mijn normale huis woon, als ik wakker word gaat het er niet in dat ik hier ben, in dit sombere rotappartement. Als ik thuis kom, heb ik niet het gevoel dat ik "thuis" ben. Als ik vrij ben, merk ik dat het hier tot laat in de middag donker is en dat de schemer vroeg aanbreekt. Met mijn directe buren kan ik het goed vinden, maar zij zitten vaak bij familie omdat ze het in dit blok ook niet gezellig vinden.

Ik heb al een paar keer van mensen gehoord (waaronder van een aannemer die bij me over de vloer kwam) dat ze mij helemaal niet in deze ongezellige buurt vinden passen. Daar hebben ze gelijk in. De ervaring is kennelijk in het algemeen zo, dat de mensen in deze regio agressief, bot en ongezellig zijn. 

Die inspiratieloosheid, is het tegenovergestelde van wie ik ben. Het is voor mij duidelijk dat mijn woonomgeving invloed heeft op hoe ik me voel. Ik bedoel dit niet meelijwekkend of sentimenteel te zeggen, maar zonder het gevoel "thuis" te zijn komt de inspiratie niet terug. Overdag probeer ik al zoveel mogelijk weg te zijn. Er zijn factoren die ik niet (direct) kan veranderen. Ik kan niet veranderen dat het hier veel te donker is, dat er al 2 aanslagen zijn gepleegd in de week waarin ik hier was ingetrokken, dat ik geen tuin of balkon heb, dat ik niet buiten kan zijn in deze buurt, dat in mijn gemeente geen culturele of sociale mogelijkheden zijn omdat initiatieven gelijk de kop in worden gedrukt. In het bijzonder kan ik er niets aan veranderen dat de huizenmarkt in mijn regio en Haaglanden, muurvast zit. 

Ondertussen staat mijn vorige woning al 4 maanden onaangeroerd te staan. Alles staat er nog precies zoals ik het huis heb verlaten. Ik moest er zogenaamd uit omdat ik niet meer passend zou wonen. Het was zo prangend dat ik volgens de verhuurder in oktober mijn woning uit getrapt zou worden. Een leeg huis waarin een gezin, huisgenoten of een kennis van me die nog altijd met zijn gezin op een zolder moet wonen, hadden kunnen worden geplaatst.

Mijn leven was altijd heel kleurrijk en rommelig. Ik mis het om zo te zijn. Ik mis de openheid. Iedere dag, van januari/februari tot diep in oktober, had ik de deur open en was ik meestal in de tuin. Dit zeg ik niet uit zelfmedelijden; ik ben één van de velen in deze regio die zich zo voelt. De woonomgeving heeft écht invloed op de motivering en inspiratie van de bewoners.

In iets bredere context kan ik er helaas niets aan veranderen dat onze prestigegerichte gemeente de ambitie heeft om de boel hier vol te bouwen. Mensen kunnen zeggen "Ga naar buiten"; dat doe ik ook. Alles is hier betegeld, met cement dichtgegooid, geasfalteerd, tot over een afstand van 15 kilometer. De stoep is overal ondergescheten met hondenpoep, omdat we hier letterlijk geen beplanting hebben. Het is tekenend dat een shovel zes boompjes de straat heeft binnengetrokken, omdat er geen enkele plant was te vinden in deze wijk. Tot aan het busstation sta ik op een regendag tot mijn knieën in het water, omdat de natuurlijke omgeving helemaal is verwijderd. Ik heb geen behoefte aan een bos, ik wil dat de omgeving minimaal leefbaar is. Dat is het niet met een volgebouwde stad.