zaterdag 18 november 2023

Polarisatie, falende integratie, sociale segregatie [ Ik ben geen "vuil extreemrechts" als ik de alledaagse realiteit onomwonden bespreek]

De polarisatie in de samenleving wordt vaak toegeschreven aan de groei van sociale media. Het is altijd "U vraagt, wij draaien". Sociale media beantwoorden aan de behoefte om openlijk over maatschappelijke onderwerpen te schrijven. Het probleem ontstaat als mensen daarin blijven hangen vanwege het gebrek aan echte interactie. Er komt geen repliek, mensen kiezen ervoor om gelijkgezinden te vinden en zo wordt volharding in de eigen beleefwereld gevoed.

Polarisatie is m.i. toe te schrijven aan meerdere factoren die in elkaar grijpen. Met de verstedelijking wonen burgers gemengd. Met verschillende sociale klassen en culturen wordt van burgers verwacht dat ze zelf een leefbare woonwijk kunnen vormen. Het is te idealistisch om te denken dat het vanzelf goed gaat. 

Ik houd niet van anekdotisch bewijs, maar leef zelf met de consequenties van een beleid van iedereen door elkaar plaatsen en de gevolgen aan de burger overlaten. Ik kom uit een normale woonwijk (gezinswoningen met een WOZ-waarde tussen de 250.000-300.000 euro) met koopwoningen, huurwoningen uit de vrije sector en huurwoningen uit de sociale sector die in één straat staan.

Gentrificatie was niet het doel, want mijn ouders en andere huurders in ons gedeelte van de straat, hadden de optie om onze huurwoning te kopen. Bij de start van de huur werd die optie al geboden (door het schimmelprobleem in het vastgoed hebben ze van de koop afgezien). Bij de oplevering van de wijk werd het woonbeeld bepaald door hogeropgeleiden en er was een gedeelte met mensen uit de arbeidersklasse. Een enkele bewoner was een rentenierende oude Nederlander uit de streek.

Overlast van een multi-probleemgezin met zware intellectuele beperkingen
De plaatsing van een multi-probleemgezin verstoorde de rust in de woonwijk voor het eerst. Twee zwakzinnige ouders met drie kinderen, een minnares van de vader, een buitenechtelijk kind en een boze echtgenote kregen intensief gezinsbegeleiding om te kunnen leven. Het voorkomen van overlast bij andere bewoners had geen prioriteit, het welzijn van het gezin stond op de eerste plaats. Omdat het bewust beleid was, hebben de verhuurder, de gemeente en sociaal werk niets gedaan om de overlast te beëindigen. 

De brandweer en politie stonden er in de begindagen wekelijks op de stoep; de eerste om de bewoners 's nachts uit het huis te halen en alle ramen en deuren open te zetten, of om te blussen; de tweede om echtelijke ruzies te sussen. De familie vervuilde de boel, zorgde voor geluidsoverlast, stond ongevraagd ineens in tuinen van buren na over de schutting te zijn geklommen. Ze hebben de schutting van mijn buurvrouw daarbij vernield.

Meerdere gezinnen met een lage sociale status en lage cognitieve capaciteiten werden in het sociale huurgedeelte van de straat geplaatst. Dat leverde geen sociale integratie op. Het is niet mogelijk om mensen met diverse sociale en cognitieve problemen werkelijk te laten samenleven met mensen met normale of hogere cognitieve capaciteiten. Dat is een illusie. De beperkingen leidden vrijwel altijd tot overlast en ieder gezin met beperkingen moest intensieve begeleiding ontvangen om enigszins normaal te kunnen leven in een woonwijk. Het is niet de taak van buren om sociale en mentale problemen van dergelijke gezinnen te ondervangen, daar is echt professionele hulp voor nodig.

Statushouders onder de VVD-coalities: matraswoningen en ontruimingen
Na 2010 werden statushouders in de wijk geplaatst. Het gaat om 4 gezinnen. Alle vier de woningen van statushouders moesten uiteindelijk worden ontruimd. Daardoor kwam aan het licht dat statushouders matraswoningen waren begonnen, waar veel meer bewoners woonden dan waar de woning capaciteit voor bood. Het huis van een Afrikaans gezin moest met drie zeecontainers worden ontruimd. De containers werden afgeladen met vuilniszakken en matrassen. In een huis voor 3 gezinsleden bleken 15 mensen te hebben gewoond. De kinderen van het Afrikaanse gezin spraken Nederlands, hun moeders konden Nederlands verstaan en spraken gebrekkig Nederlands.

Voetballen om 04:00 's nachts en een zwaar verpauperde woning met meer dan 10 kinderen
Het eerste grote conflict ontstond toen de kinderen 's nachts om 04:00 gingen voetballen en de voetbal bij een overbuurman in de tuin belandde. Ze belden hem wakker omdat ze vonden dat hij de bal uit de tuin moest halen. De buurman deed zijn beklag bij één van de moeders: ze moest al haar gezinnen eens bijbrengen dat je dit niet kunt maken. De "moeder" riep 'Homo! Racist!' en begon spullen uit haar tuin in het rond te slingeren. De politie stond er een aantal keer op de stoep, maar de nachtelijke overlast werd alleen maar erger. De rust keerde tijdelijk terug toen de bewoners van de matraswoning naar België bleken te zijn gevlucht. Het huis was sterk vervuild en moest van boven tot onder worden uitgekamd.

Kleine kinderen die na 23:00 nog in luier over straat lopen zonder ouderlijk toezicht en het ontbreken van respect voor de eigendomsrechten van anderen
Twee andere statushouders werden in dezelfde periode in de wijk geplaatst, in een bovenwoning. De statushouders kwamen uit Syrië en Afghanistan. Beide gezinnen maakten er een gewoonte van om hun vuilniszakken en grofvuil (meubilair) naar beneden te smijten, in de tuin van de onderburen. Omdat één van de gezinnen een hekel leek te hebben aan hun Duitse onderburen, een echtpaar van eind 80, voetbalden de kinderen en hun ouders opzettelijk tegen de voorruit van dit Duitse echtpaar. 

De jongste zoon van de statushouders, een kind van ongeveer 3 jaar oud, liep om 23:00 's avonds in het donker nog in zijn luier over straat. Zijn ouders hadden geen idee waar hij rondhing. Zijn iets oudere broertje had een fiets gejat, een poging gedaan om de fiets te slopen door erop te stampen en samen met een andere knul de fiets in de bosjes gedumpt.

Een Syrische vwo-leerlinge die naar haar broertje in luier moet luisteren
De dochter van het Syrische gezin zat op het gymnasium. Zij moest naar haar babybroer in zijn luier luisteren. De wil van dat joch in zijn luier was wet. Zijn zussen hadden te gehoorzamen. Bij het Afghaanse gezin was de wil van het zoontje ook wet. Op ongeveer 8-jarige leeftijd had hij heftige driftbuien. Zijn moeder en enige zus mochten hem niet terechtwijzen, want dan kregen ze van de vader des huizes op hun donder. In één van zijn driftbuien heeft de jongen de ruit van zijn eigen voordeur ingetrapt. Ook deze woningen moesten uiteindelijk worden ontruimd en uitgekamd. Het laatste "gezin" van statushouders woonde samen met vijf andere gezinnen op een bovenwoning. Deze familie sprak helemaal geen Nederlands.

In alle gevallen verliepen de problemen met statushouders hetzelfde: er was nachtelijke overlast, ouders spraken niet of gebrekkig Nederlands en weigerden pertinent met buren om te gaan (omdat ze een matraswoning te verbergen hadden), dochters moesten naar de pijpen van een jong broertje dansen, de wil van de zoon des huizes was wet, ook als dat het aanrichten van vernielingen betrof, er was ernstige vervuiling en de eigendommen van andere buren werden niet gerespecteerd. Deze mensen komen uit landen of samenlevingen waar eigendom en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn en waar democratie niet als het hoogste goed wordt beschouwd. Dat een babyjoch in een luier het voor het zeggen heeft en niet mag worden opgevoed door de dames van het gezin, is de grootste gemene deler.

Het is geen integratie als statushouders in een wijk worden geplaatst en de gevolgen van hun leefgewoonten en culturele opvattingen op het bord van de buren worden geplaatst. Het is al helemaal van de zotte dat een buurman die de nachtelijke overlast door kinderen die zonder toezicht om 04:00 buiten gaan spelen bespreekbaar maakt, wordt uitgemaakt voor "homo, racist!".

De statushouders waren altijd aardig tegen ons, omdat ze kennelijk doorhadden dat wij geen Nederlanders waren. Wij zijn geassimileerde Oost-Slaven met Aziatische invloeden. Door onze buren zijn wij altijd als buitenstaanders beschouwd en het was vanaf het begin voor de statushouders duidelijk dat wij net zo "on-Nederlands" zijn als zij. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat degenen die níet door deze gezinnen werden gemogen, zoals het oude Duitse echtpaar, onder vernielingen en overlast heeft te lijden.

Segregatie is geen succesverhaal
Het zijn geen argumenten om aan te voeren dat Nederlanders ook best asociaal kunnen zijn en voor overlast zorgen. Natuurlijk doen echte Nederlanders dat. Dat neemt niet weg dat er fundamenteel iets mis is met overlast door statushouders en matraswoninghouders in gemiddelde woonwijken. Het is ook geen argument dat het in de meeste gevallen wel goed gaat, want de overheid trekt de handen ervan af en de burgers zijn aan de grillen overgeleverd. Door te vergelijken met ergere situaties of de verantwoordelijkheid neer te leggen bij omwonenden, wordt segregatie nog geen succesverhaal. Dat de dochter van het gezin met statushouders in staat was om gymnasium te doen en daarmee een succesverhaal aflevert, heeft ze te danken aan haar eigen intelligentie, niet aan de wijze waarop ze door haar ouders werd genegeerd omdat haar broertje als enige rechten heeft.

Ik benoem alles zoals het is, als realist. Ik weiger mij ergens op het spectrum van politiek links of politiek rechts te laten plaatsen, omdat ik niet associeer met één van de uitersten. Ik neig weliswaar in vele opzichten naar midden-rechts, maar geen enkele partij of groep doet recht aan een realistische kijk op de wereld. Ik zou alleen al nooit met de achterban van de zittende politieke partijen kunnen associëren. 
Iedere poging om iemand politiek te nagelen vind ik ook een beperkende, nare beweging. De eerste stap om politiek kleur te bekennen wordt gedaan door iemand vriendschap en gelijkgestemdheid in het vooruitzicht te stellen. "Welkom bij de club". Een welhaast sektarische poging wordt gedaan iedereen te overtuigen: "Stem links!", "Stem rechts!", "Ga je ook flyeren?", "Ik stem....jij toch ook?!", "Stem voor een beter Nederland", "Stem voor de toekomst", "Waarom stemt niet iedereen links?", "Waarom stemt niet iedereen rechts?"

Passief-agressieve retoriek en het gebrek aan "live" interactie reduceert het openbare debat tot "links-rechts"-denken
Dat laatste, "Waarom stemt niet iedereen links/rechts?", is de meest passief-agressieve uiting. Mensen die dit zeggen, uiten met een zogenaamde retorische vraag dat je helemaal van de pot bent gerukt als je weigert om je in een hoek te laten drukken. Die polarisatie wordt versterkt doordat mensen niet in levenden lijve met elkaar worden geconfronteerd en dus alles ongestraft de ether in kunnen slingeren. De polarisatie wordt versterkt doordat mensen hun mening met alle middelen opdringen aan anderen. Bovendien mengen mensen van diverse intellectuele pluimage zich in het maatschappelijk debat en wordt dagelijks een stortvloed aan teksten geplaatst door mensen die niet logisch kunnen redeneren.
Mensen met extreem weinig zelfinzicht en begrip van hoe de wereld in elkaar zit, hebben ook stemrecht en dragen ook bij aan het maatschappelijk debat. Ze weten soms niet hun eigen opvattingen te identificeren of een eigen standpunt te bepalen en varen op de gedachte dat een partij of beweging positieve verandering zal brengen.

Gebrek aan integratie komt door de teruggetrokken overheid die alles maar aan de burger overlaat en alle voorzieningen heeft afgebroken (waaronder werkvoorzieningen/begeleiding naar werk)
Met alles dat door elkaar woont, leeft en werkt of niet werkt en een teruggetrokken overheid die alle voorzieningen decennia geleden al heeft uitgekleed, is dit een explosieve situatie. Het is al niet langer leefbaar. Wij ondervinden het in onze woonwijken dagelijks. Het is "normaal" geworden dat Nederland in no-go-areas is opgedeeld. Dat burgers na een bepaalde tijd 's middags niet meer over straat kunnen. Linksom of rechtsom is deze situatie niet zomaar te keren. Dat kan alleen als een overheid opstaat die de handen durft te branden aan optreden en stoppen met snijden in voorzieningen.