Het is de eerste keer in zeven maanden dat ik in het Erasmus MC ben, in hetzelfde gebouw waar mijn moeder de eerste maand van 2023 doorbracht. Het is geen traumatische ervaring om hier weer terug te zijn, maar het is kaal en alleen zo. Ik weet dat ik geen "thuis" heb om naar terug te keren. Ik heb geen familie, geen reden om uit te kijken om naar "huis" te gaan en dan raak ik binnen nu en enkele dagen ook ons huis kwijt. Ik ben mijn basis voorgoed kwijt. Het meest confronterende en kwetsende is dat ik zelf haar bed moet slopen en helemaal niets meer heb wat mij met mijn leven verbindt.
Ik ga anders met verlies om dan de meeste mensen. Ik leef en schrijf vanuit mijn eigen gevoel. De clichés, dat "Rouw eerst heel erg rauw is, totdat de wereld weer een beetje normaal begint te worden" en "Dat je moet leren leven met de pijn" herken ik totaal niet. Mijn besef van realiteit is sterker dan dat.
Ik word er vanaf de eerste dag al mee geconfronteerd dat mensen zeggen "Het is een heel eenzaam proces waar je zelf doorheen moet", terwijl mensen die met ziekte of verlies te maken krijgen, juist door hun omgeving worden genegeerd. Mensen vinden het zelfs "confronterend" dat ik er nooit pessimistisch/somber/triest/depressief uit heb gezien en totaal niet de behoefte heb om me thuis in stilte af te zonderen en te huilen. Genegeerd worden is wat verlies een eenzaam proces maakt.
Dat doet me steeds denken aan het algemeen heersende gebrek aan gemeenschapszin. Toen ik nog in het Daniel Den Hoed-Gasthuis verbleef in de eerste week van januari, ging ik direct op zoek naar gemeenschapszin, maar stuitte alleen maar op geslotenheid. Er was niemand om mee te praten. Anders dan het geschetste beeld, was het niet zo dat de mensen samen kookten en aten of samen in de lobby kwamen voor contact. In plaats daarvan zaten de gasten allemaal op hun kamer.
Anticipatoire rouw
Wat mensen niet voldoende erkennen, is dat anticipatoire rouw veel erger kan zijn dan de confrontatie met de dood. Ik vond januari 2023 echt een verschrikkelijke periode. Om er totaal alleen voor te staan en geconfronteerd te worden met het feit dat een naaste onder hersentumoren lijdt. Om te weten dat het verlies onontkoombaar is, omdat geen behandeling wordt geboden. Om niet te weten hoe erg het verloop zal zijn als je naaste drie tikkende tijdbommen in het hoofd heeft, waarvan één een grote bloeding gaf. Ik heb het al vaker gezegd: door het besef dat mijn wereld binnen korte tijd in zou storten en ik niemand meer zou hebben, voelde ik me alsof ik zelf in duizend stukken was gebroken en constant werd versnipperd tussen naar huis gestuurd worden en dáár willen zijn.
Mijn eigen thuis voelde in de week waarin ik het huis voor het eerst weer bezocht als een vijandige plek, een hatelijke plek, een kaal hol, een zielloos iets waar niets meer over was van ons. Een plaats van hopeloosheid. Als iemand toen de hele boel had gesloopt, had me dat werkelijk niets kunnen schelen. Ik had tot eind januari nodig om ons huis weer een beetje te accepteren, al bleef het een vreemde plek om te zijn. Na haar dood op 18 februari heb ik me ertoe gezet om zo snel mogelijk weer te wennen aan ons huis.
Het gemis tekent zich voor mij zo duidelijk af, al vanaf de avond van haar dood (wat was het onwerkelijk om voor niemand naar huis te gaan, om niemand meer in mijn leven te hebben..). Ik mis haar humor, opvallende aanwezigheid en ongeduld. Ik was gewend om voor mijn eigen afspraken alleen naar het ziekenhuis te gaan en ik deed veel alleen, maar dan kon ik wel het met haar delen als ik iets wilde bespreken. Ik ging altijd mee naar haar ziekenhuisafspraken. Ze was altijd heel erg aanwezig; sommige mensen hebben dat. In een menigte viel ze op. Noem het charisma, noem het iemands innerlijke energie. Dat laatste was bij mijn moeder heel erg merkbaar. We werden los van elkaar ook heel erg druk en beweeglijk genoemd. Wij hadden hetzelfde bioritme. Soms kan het botsen als je qua energie op hetzelfde niveau zit, maar die overeenkomst in energie is ook iets wat de ander heel goed aanvoelt en als geen ander begrijpt. Ik zeg dit niet om haar op een voetstuk te plaatsen. Mensen maken niet vaak iemand mee die zo is. Mijn moeder en haar moeder hebben zware medische tegenslagen gehad en klaagden nooit ergens over. Ze waren van geboorte af optimistisch, ondanks de ellende waar zij in zijn gestort. Misschien lijken we qua karakter wel erg op elkaar. Dat is waarom ik zo iemand in mijn leven mis.