woensdag 9 juni 2021

Vraagbaak heropening onderwijs en veilig onderwijs

Een woord vooraf
Onderstaande vraagbaak is een document dat vanaf september 2020 is samengesteld en zo nodig een update krijgt. In september 2020 heb ik ouders geadviseerd om te allen tijde te anticiperen. Dat wil zeggen: eerst in overleg treden met de schoolleiding, de gelegenheid geven om gemotiveerd te reageren en, indien u er niet in overleg uitkomt, klachten indienen bij de Onderwijsinspectie.

Overzicht Veilig Onderwijs: juridische en wetenschappelijke informatie
1. Corona en het recht op veilig onderwijs, 26 september 2020;
2. Kinderen en verspreiding van het coronavirus (SARS-CoV-2), 3 februari 2021;
3. Terug bij af. Het protocol "Heropening basisonderwijs" (veilig onderwijs voor docenten, leerlingen en ouders), 5 februari 2021;
4. Juvenile COVID-19 thrombotic microangiopathy shows how SARS-Coronaviruses put all ages at thrombotic risk (and the complement MAC is key), 16 december 2020;
5. Juridische implicaties van het heropenen van het primair en voortgezet onderwijs ten tijde van de COVID-pandemie;
6. Heropening van het onderwijs: alleen als het veilig kan

Is onderwijs op afstand hetzelfde als verzuim van de leerplicht, of vrijstelling van de leerplicht?

Nee. Onderwijs op afstand is een alternatieve invulling van het onderwijsprogramma. Verzuim van de leerplicht treedt pas in, wanneer de leerling het onderwijsprogramma niet volgt. Voorbeeld: de leerling verzuimt als hij/zij weigert om de lessen op afstand te volgen. Onderwijs op afstand is ook géén vrijstelling van de leerplicht. Het reguliere onderwijsprogramma wordt ook bij onderwijs op afstand voltooid. De juridische basis is art. 41 van de Wet op het Primair Onderwijs.

Mag de leerplichtambtenaar handhavend optreden?
De rechter heeft ten aanzien van de coronapandemie overwogen, dat de leerplichtambtenaar coulance dient te tonen, in plaats van handhavend op te treden (ECLI:NL:RBDHA:2020:12689). Deze rechtsoverweging is overgenomen in de documentatie voor de Heropening Scholen Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs van het Ministerie van OCW. Hierin is bepaald, dat de leerplichtambtenaar een rol mag innemen bij het gesprek tussen ouders en de school.

In geval van daadwerkelijk verzuim (de leerling weigert bijvoorbeeld deel te nemen aan de lessen online) dient de leerplichtambtenaar eerst in gesprek te gaan met de ouders. In al het handelen dienen de belangen van het kind voorop te worden gesteld (Servicedocumenten basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs, Ministerie van OCW, p. 23-26).

Hoe zit het met kinderen/jongeren uit een "risicogroep" of kinderen/jongeren met ouders en/of huisgenoten uit een risicogroep en de heropening van de scholen?
In het Protocol basisonderwijs is vastgelegd, dat kinderen uit een risicogroep of kinderen van ouders en huisgenoten uit een risicogroep, kunnen worden vrijgesteld van fysiek onderwijs (zie het Protocol basisonderwijs, Uitwerking Thuisblijfregels, IV, artikel 4). De school dient in overleg te treden met ouders, om gezamenlijk tot een oplossing voor de invulling van het onderwijs op afstand te komen.

In het Servicedocument primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal onderwijs) coronavirus en het Servicedocument voortgezet onderwijs een voortgezet speciaal onderwijs coronavirus is ten overvloede opgenomen dat scholen in overleg met ouders afstandsonderwijs mogelijk maken voor leerlingen met een kwetsbare gezondheid of voor leerlingen met ouders met een kwetsbare gezondheid. De leerplichtambtenaar mag niet overgaan tot handhaving.

Geldt altijd het criterium dat mijn kind of mijn gezin tot een "(hoog) risicogroep" moet worden gerekend om afstandsonderwijs te mogen volgen?

Nee. In de documentatie van het Ministerie van OCW is duidelijk rekening gehouden met de situatie dat kinderen of kinderen met ouders/gezinsleden/huisgenoten met een kwetsbare gezondheid, om die reden niet fysiek de lessen kunnen volgen. Het criterium dat het kind/gezin/de huisgenoten tot een risicogroep horen, geldt niet. Het hoeft ook niet door een arts te worden bewezen dat kinderen of gezinsleden tot een risicogroep horen. De school moet met de ouders in overleg treden om onderwijs op afstand mogelijk te maken (Servicedocument PO, Ministerie van OCW, p. 18; Servicedocument VO en VSO, Ministerie van OCW, p. 23).

Mag de school dreigen met het inschakelen van Veilig Thuis?
Nee. In de documentatie van het Ministerie van OCW is expliciet bepaald dat Veilig Thuis niet mag worden ingeschakeld om ouders die bezorgd zijn over de veiligheid en gezondheid van hun kinderen en familie, onder druk te zetten. De schoolbesturen zijn er door organisatie Ingrado over ingelicht dat zij Veilig Thuis niet als pressiemiddel mogen misbruiken.

Het is kort en helder: nee, de school mag niet dreigen om Veilig Thuis in te schakelen. Doet de school dit wel, dan is dit misbruik van Veilig Thuis als pressiemiddel. U kunt Ingrado zelf inschakelen om een melding van misbruik van VT te maken. Dien aanvullend een klacht in bij de Onderwijsinspectie.

Op welke punten voldoet het Nederlandse onderwijs niet aan veilig onderwijs in verband met de huidige SARS-pandemie?
In de eerste plaats hebben leerlingen in het Nederlandse onderwijs nooit een mondneusmasker van de categorie > FFP2 hoeven dragen. Alleen bij verplaatsingen dienen leerlingen een masker op te zetten. Als een vaste sta- of zitplaats is aangewezen, hoeft geen mondneusmasker te worden gedragen. Dergelijk non-beleid, gebaseerd op een aanname die in strijd is met de fysische wetten, draagt bij aan de aërogene transmissie van SARS-CoV-2. Dit SARS-coronavirus blijft stabiel in de lucht en in gesloten ruimten waar veel mensen samenkomen, zoals scholen, cumuleren virale aërosolen. De kans op succesvolle besmetting en clustervorming is groot door de combinatie van inadequate ventilatie en een non-mondmaskerbeleid.

In de tweede plaats is de mechanische ventilatie op Nederlandse scholen niet geschikt om transmissie van SARS-CoV-2 tegen te gaan. In de richtlijnen en protocollen tot heropening van de scholen wordt gerefereerd aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit is niet bestemd om de verspreiding van virussen te beperken, maar om een prettig leefklimaat te bevorderen. In de internationale studie "Ventilation and air cleaning to limit aerosol particle concentrations in a gym during the COVID-pandemic" wordt aangetoond dat het Bouwbesluit absoluut onwerkzaam is voor het tegengaan van aërogene transmissie in het Nederlandse gymonderwijs (Ventilation and air cleaning tot limit aerosol particle concentrations in a gym during the COVID-pandemic, Building and Environment Vol. 193, April 2021, 107659).

Uit het bericht "Corona en ventilatie schoolgebouwen" van de Rijksoverheid blijkt dat op dit moment slechts 38% van de schoolgebouwen voldoet aan de normen voor een prettig leefklimaat. De Rijksoverheid concludeert de scholen ook open zullen blijven als de ventilatie niet in orde is.

Hoewel alle scholen in Nederland "COVID-proof" dienen te worden ingericht, heeft de overheid de daartoe bestemde subsidie (SUVIS en IBO) recentelijk abrupt geplafonneerd. Het subsidieplafond is ingevoerd, terwijl de subsidietermijn voor scholen tot 30 juni 2021 loopt. Impliciet betekent dit, dat scholen die niet aan een "rat race" om subsidie hebben meegedaan, buiten de boot vallen en onveilig open moeten blijven. Dit is niet te verenigen met de werknemersaansprakelijkheid van de schoolbesturen.

Welke rechten heb ik als werknemer in het onderwijs?
Allereerst dient u aan de werkgever kenbaar te maken dat u wilt weten hoe de werkgever zijn plichten op grond van art. 7:658 BW en artt. 3 en 5 van de Arbeidsomstandighedenwet concreet invult ten aanzien van de reductie van transmissie van SARS-CoV-2. Pas als de werkgever in staat is gesteld om gemotiveerd aan te geven hoe deze de plicht tot veilige heropening van het onderwijs invult, kunt u eventuele vervolgstappen nemen. De werkgever draagt de aansprakelijkheid voor schade door infectie met het virus, zelfs als de gevaren op het moment dat u schade oploopt in de werkomgeving, nog onbekend waren voor de werkgever. 

Volgens het Protocol Basisonderwijs kunnen werknemers die met goede redenen niet fysiek op school kunnen werken, bijvoorbeeld vanwege gezinsleden die in een risicogroep vallen, worden vrijgesteld van werk op school. De werkgever dient in overleg met de werknemer een oplossing te vinden (Protocol Basisonderwijs, Uitwerking Thuiswerkregels Personeel, IV, artikel 5). Het Protocol Voortgezet Onderwijs bevestigt dit: werknemers die tot een risicogroep horen, hebben de mogelijkheid om af te wijken van het uitgangspunt om op school te komen werken (Uitgangspunt 4.a). Ook werknemers met gezinsleden/huisgenoten uit een risicogroep hebben de mogelijkheid om af te wijken van de fysieke aanwezigheid (Uitgangspunt 4.d Protocol Voortgezet Onderwijs).

Kan de werkgever géén veilige werkomgeving in het onderwijs garanderen ten aanzien van het transmissierisico van SARS-CoV-2? Als geen passende mogelijkheid is geboden, hebt u het recht om tot onderbreking van het werk over te gaan (art. 29 in samenhang met art. 28 Arbeidsomstandighedenwet). U mag niet worden benadeeld in uw positie of in de uitbetaling van uw loon. De onderbreking dient zo snel mogelijk te worden gemeld aan de toezichthouder (art. 29 lid 4 Arbeidsomstandighedenwet).