zondag 16 juni 2024

Hoe voelt gemis?

Het zit in bepaalde atmosferen en in vlagen van herinneringen. Eind 2022 was er het WK-voetbal. Dat markeert voor mij het punt waarop ons leven en míjn leven voor het laatst normaal was.

Ik vind er niets aan om dit EK te zien. Het herinnert mij eraan dat samenzijn en gezelligheid sinds de laatste dagen van 2022 niet meer bestaan in mijn leven. Het brengt me terug in die periode. Ik zeg dit niet uit zelfmedelijden.

Het is wrang dat iemand die er graag is en niet uit ouderdom is gegaan, de dynamiek van het leven moet missen. In één klap is ook de dynamiek van een persoonlijkheid, van een mens met haar hele levensgeschiedenis, weg. 

Ik hoef niet die zalvende boodschap te horen van "Je draagt een ander voor altijd mee in je hart", of "Het gaat om de herinneringen". Ik was zelfs beledigd toen iemand suggereerde dat ziekten en dood betekenen dat het iemands tijd is om te gaan, ook als het een zeer jong iemand zou betreffen. Ziekten en dood zijn er niet om ons iets te leren. Het is gewoon een kwestie van verrotte pech als je een mutatie hebt die je de kans ontneemt om onderdeel te zijn van de dynamiek van het leven. Die je de kans ontneemt om nog deelgenoot te worden gemaakt van je naasten. Andersom geldt dat ook voor mij.

Ik heb geen "onverwerkte emoties", noch ontken ik wat er is gebeurd. Als ik zeg dat ik niet gelukkig ben, als achterblijver, dan betekent dat níet dat ik ergens niet mee om kan gaan. Perfecte coping is niet hetzelfde als gelukkig zijn. Je kunt nog zo "goed" omgaan met verlies, maar het is geen verdienste en niet iets om levensgeluk mee te vervangen.

Een mutatie die jarenlang ons leven overhoop heeft gegooid, is niet een onderdeel van de normale levensloop. Zo is zonder familie achterblijven ook iets dat heel moeilijk is om mee te leven. Aan de mensen die zo makkelijk zeggen 'Je leeft uiteindelijk voor jezelf' en 'Je moet jezelf gelukkig maken' wil ik zeggen: stel je eens voor hoe het is om volmaakt tevreden te zijn met je naasten en dat delen je het gelukkigst maakte, dan gaan die kreten niet op. 

Op vrije dagen en in het weekend word ik ermee geconfronteerd. Mijn leeftijdsgenoten gaan naar familie, soms zelfs naar hun ouderlijk huis. Bijna iedereen is samen met hun familie en ik heb geen ouderlijk huis of familie meer. Ik heb geen moment naasten om naartoe te gaan. Ik verheerlijk niet het familieleven van anderen en ik voel geen afgunst. Ik vind het alleen maar een hard besef dat er voor mij geen thuisbasis meer bestaat. Ik was volmaakt tevreden met de band die wij hadden.

Iemand die er graag is, nog lang niet klaar is met haar leven en dan uit het leven wordt gerukt, hoort geen herinnering te zijn. Er gaat geen nacht voorbij zonder dat ik droom dat alles weer normaal is.