vrijdag 30 april 2021

Waarom de vraag "Wat is er mis met het immuunsysteem van mensen met ernstige COVID?" een fout uitgangspunt is (over de pathogeniteit van SARS)

Iedere keer als een arts de uitspraak doet "We moeten onderzoeken wat er aan de hand is met het immuunsysteem van mensen die ernstige COVID krijgen", wordt ruim 20 jaar aan onderzoek naar de pathogeniteit van het SARS-coronavirus in de wind geslagen. 

Het is een totaal verkeerd uitgangspunt om aan te nemen dat er 'kennelijk iets mis is met het immuunsysteem van een groep COVID-patiënten'. Het SARS-Coronavirus is een zoönose, wat inhoudt dat het een virus is dat normaal gesproken onder dieren circuleert. Onder mensen gaat dit virus relatief kort rond. De zoönose is dus een vreemde indringer, zeker onder de Europese bevolking die nog niet eerder met een SARS-vleermuisvirus te maken heeft gehad. Het lichaam behandelt deze zoönose eenvoudigweg als een indringer waarmee het niet eerder is geconfronteerd.

Daar komt bij dat het virus direct de mitochondria aanvalt. De mitochondria zijn verantwoordelijk voor de stofwisseling en daarmee onmisbaar voor het in leven houden van de cellen van de mens. Door de mitochondria te hacken en de samenstelling en werking van de mitochondria te veranderen, richt dit SARS-coronavirus onherstelbare schade aan. Kapotte mitochondria kunnen niet worden vervangen. Het SARS-coronavirus is ook nog eens goed in het kapen van de cellen en het ongehinderd binnendringen van het lichaam, om zo aan het immuunsysteem te ontkomen. Het virus gaat maar rond, dus het heeft de tijd om te "leren" van de werking van het immuunsysteem van de mens. Zo past virus zich aan. Het zorgt ervoor dat de alarmbellen van het menselijk lichaam niet afgaan.

Dit SARS-coronavirus is dus een perfecte Trojaan. Het weet hoe het via het kapen van de mitochondria, het immuunsysteem volledig plat kan leggen. Omdat dit een eigenschap is van het virus, maakt het niet uit of iemand een "perfect functionerend immuunsysteem heeft" (SARS-Coronavirus Open Reading Frame-9b (ORF9b) Suppresses Innate Immunity by Targeting Mitochondria and the MAVS/TRAF3/TRAF6 Signalosome, Journal of Immunology 2014; 193:3080-3089).

Om een andere reden is het fout om te suggereren dat een de groep van ernstige COVID-patiënten kennelijk een minder goed functionerend immuunsysteem heeft. Mensen die met SARS-CoV-2 worden geïnfecteerd en die géén klachten ontwikkelen, kunnen wel degelijk orgaanschade als gevolg van COVID krijgen. De omvang van de groep met langetermijnschade kan niet worden bepaald, omdat mensen die geen klachten ontwikkelen, in de regel niet nader worden onderzocht (dmv CT/MRI/röntgen/meting van ontstekingsmarkers). Als COVID-patiënten niet in het ziekenhuis worden opgenomen, wordt orgaanschade dus niet of pas over lange tijd ontdekt.

Ook in mensen die met dit SARS-coronavirus zijn besmet zonder dat zij klachten ontwikkelen, komen microtrombi voor in de organen. Dat komt doordat het virus het endotheel weefsel, het weefsel waarmee de organen zijn bekleed, wordt beschadigd en het lichaam in reactie op die beschadiging trombotische activiteit op gang brengt. Microtrombi verstoren de functie van de organen op lange termijn en kunnen ervoor zorgen dat onder meer de longcapaciteit permanent beperkt wordt. Volledig herstel is niet mogelijk. Het is onomkeerbare schade die te voorkomen valt. Want SARS is een virus dat door mensen wordt verspreid en aan banden kan worden gelegd door de verspreiding tegen te gaan. 

Het enige wat bereikt kan en moet worden, is: preventie.