donderdag 29 april 2021

Hierom blijft de verspreiding van SARS-CoV-2 ook in 2021 ongehinderd doorgaan (+ uitleg: hoe moet het dan wel?)

 "De maatregelen werken niet, dus we kunnen weer terug naar normaal".

Ziet u wat hier misgaat? Het is de truc van de verdwenen logica. Mensen die de illusie hebben dat ze eindelijk ergens macht over hebben, verzetten zich tegen iedere wetenschappelijk beproefde maatregel om het virus aan banden te leggen. Voor zichzelf hebben zulke mensen, niet gehinderd door enige intelligente notie, bedacht dat mondkapjes niet werken of zelfs schadelijk zouden zijn, omdat ze "meer virus zouden verspreiden". De mensen die op infantiele wijze ageren tegen noodzakelijke preventiemiddelen tegen de verspreiding van SARS, zijn een dankbaar object voor de ontwerpers van het model-"gecontroleerde verspreiding".

Helaas zijn de noodzakelijke maatregelen onderworpen aan politieke strubbelingen. Op het moment dat wetenschappelijke onderwerpen worden gekaapt voor politieke doeleinden, wordt de bestrijding van een pandemie een onherstelbare klap toegebracht. Door politieke inmenging zijn sinds januari 2020 nog nooit adequate maatregelen getroffen en wordt de bestrijding van de pandemie juist ondermijnd. Wat ook helaas is, is dat politieke inmenging nodig is om maatregelen maatschappijbreed door te kunnen voeren. Zonder financiële middelen en de bevoegdheid om beleid door te voeren, kan het wetenschappelijke veld zelf niets bereiken. Dat zou anders zijn, als de bevolking bereid zou zijn om alles op alles te zetten om de pandemie te stoppen. In plaats daarvan wordt de aanpak onderworpen aan stommiteiten, aan zinloze discussies, uitsluitend politieke ambities en winstbejag op de korte termijn. 

Waarom blijft de besmettingsgraad in Nederland hoog, ondanks "alle maatregelen"?

1. Nederland kent nauwelijks maatregelen en als die er al zijn, zijn ze inadequaat
De volksmond doet anders vermoeden, maar isolatie van geïnfecteerden is niet verplicht, er is nooit een verbod geweest op reizen van en naar risicogebieden, testen + traceren wordt niet naar behoren en niet nauwgezet uitgevoerd, "storingen" beperken de juiste verwerking van bco-data.

2. Het gebruik van FFP2 is nooit maatschappijbreed ingevoerd
Zolang zorgmedewerkers, dienstverleners, studenten, docenten, ondernemers, leerlingen, reizigers in het openbaar vervoer en de luchtvaart en ieder ander die binnenshuis verkeert met anderen niet meer dan een chirurgisch masker dragen, krijgt SARS alle ruimte om zich te verspreiden. Want: SARS-coronavirussen verspreiden zich via de ademhaling en alleen mondneusmaskers van > FFP2 (KN95/N95) werken tegen deze verspreiding van het virus. Het grootste probleem is dat de overheid de verstrekking van deze middelen mogelijk dient te maken. In plaats daarvan is lange tijd het valse "onderbuikgevoel" dat FFP2 niet werkt tegen aërogene verspreiding, aangehouden als basis voor het beleid van gecontroleerde verspreiding.

3. Uitzonderingen op iedere maatregel maken de werking van de maatregel bij voorbaat ongedaan
Een niet-wetenschappelijk onderbouwde beleidsregel bepaalt dat mensen binnenshuis slechts een mondmasker hoeven te dragen, indien ze zich verplaatsen. Bezoekers van indoor activiteiten, studenten, leerlingen en docenten hoeven géén mondmaskers te dragen, als ze een vaste sta- of zitplaats hebben. Een SARS-virus trekt zich werkelijk geen barst aan van het feit dat iemand een vaste zitplaats heeft.

4. Clustering van virustransmissies wordt niet bestreden
Locaties waar de clustering van virustransmissies zich voordoet, zoals het onderwijs, hebben nog niet de beschikking over een SARS-corona-proof ventilatiesysteem.
Het meest in het oog springen de zogenaamde "maatregelen" in het Onderwijsprotocol, die evident niet tegen verspreiding van SARS-CoV-2 werken. Tussen leerlingen onderling en tot volwassenen hoeft géén afstand te worden gehouden en het wordt personeelsleden in het basisonderwijs niet aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Aan docenten die lesgeven aan groep 7 en 8 wordt sinds februari 2021 zelfs geadviseerd faceshields (plastic intubatieschermen) te dragen (...).

Het ventilatiebeleid is afgestemd op het niet voor SARS-CoV-2-preventie bestemde, technische Bouwbesluit. Het Ministerie zal in 2021 een subsidie van 360 miljoen Euro verstrekken om de ventilatie op scholen in de loop van 2021 "COVID-proof" te maken (zie SUVIS). De scholen zijn nog altijd niet ingericht op het beperken van de verspreiding van het virus.

De ideale omstandigheden worden het virus zelfs aangereikt: een gesloten ruimte, een slechte luchtkwaliteit (bedompt, verzadigd, geen aanvoer van nieuwe lucht en geen afvoer van vuile lucht),
Virusdeeltjes mengen zich met lucht, verplaatsen zich via de lucht en blijven stabiel én infectief (!) in lucht die niet wordt ververst.

5. Tertiaire en niet-symptomatische transmissie vormen de harde kern van de pandemie

Het virus wordt asymptomatisch en presymptomatisch overgebracht; dit impliceert dat geïnfecteerde kinderen en volwassenen het virus kunnen verspreiden vóórdat zij klachten ontwikkelen (“SARS-CoV-2 transmission from people without COVID-19 Symptoms, JAMA Infectious Diseases 2021; 4(1)”, zie ook “Asymptomatic patients as a source of COVID-19 infections: A systematic review and meta-analysis, International Journal of Infectious Diseases Vol. 98, P180-186, September 01, 2020”).

Het virus wordt doorgegeven via tussenschakels. Mensen die geen direct contact hebben gehad met een besmettelijke persoon, krijgen het virus via degenen die wél contact hebben gehad met een besmet iemand. Een regel die stelt dat "..u met maximaal 5 mensen binnenshuis af mag spreken, als ze maar een eigen stoel hebben", slaat nergens op, omdat het op twee fronten fout gaat: die vijf mensen kunnen het virus van een ander hebben opgelopen en geven het virus weer door aan anderen én het virus wordt niet tegengehouden door een afstandsregel of de toewijzing van een eigen stoel.




Hoe moet het dan wel?

Ik blijf het toch zeggen: vóór deze pandemie was bekend welke maatregelen werken tegen virussen die via aërogene route worden verspreid. Adequate maatregelen pakken de pandemie aan op drie fronten:
- Asymptomatische en presymptomatische verspreiding: mensen verspreiden dit SARS-coronavirus vóórdat er symptomen zoals hoesten optreden. Sommige besmette personen hoesten en niezen helemaal niet, terwijl zij het virus doorgeven aan anderen. "Als ik geen klachten heb, ben ik ook geen gevaar voor anderen" gaat in het geval van SARS niet op. Voor iedereen die zich binnenshuis met mensen van buiten het eigen gezin ophoudt geldt: FFP2 dragen én ophouden. Het is vooral van belang dat besmette personen een mondneusmasker dragen, omdat zo wordt voorkomen dat geïnfecteerden hun virusdeeltjes verspreiden;
- Tertiaire verspreiding: omdat mensen het virus via anderen doorgeven, geldt: iedereen die binnenshuis contact heeft met anderen (binnenshuis = eigen woning, kantoren, ziekenhuizen, openbaar vervoer, winkels, e.d.) moet minimaal FFP2 dragen;
- Aërogene transmissie: ook op dit front geldt: minstens FFP2 voor iedereen die zich in een gesloten ruimte bevindt.

Een pandemie kan worden aangepakt, mits het volgende in praktijk wordt gebracht:

1. TNO heeft alle expertise op het gebied van de preventie van verspreiding van SARS-CoV-2 in huis. Dit instituut moet worden ingeschakeld om alle openbare en publieke ruimten SARS-proof in te delen;
2. Om verspreiding via fomieten te voorkomen en beperken: desinfecteer oppervlakken met een emulsie met minimaal 60% alcohol/ethanol, minimaal 0,5% waterstofperoxide of 0,1% natriumhypochloriet. Veeg de desinfectiemiddelen niet direct weg, maar geef het middel tussen de 30 en 60 seconden de tijd om in te werken. Sommige desinfectiemiddelen vermelden de werktijd op het etiket, volg deze instructie op;
3. Een thermodesinfector kan helpen om door medische behandelingen gegenereerde aërosolen te bestrijden. Onderdruk voorkomt de uitstoot van aërosolen;

4. Natuurlijke ventilatie helpt om de hoeveelheid virale deeltjes te verdunnen en de "air flow rate" om het virus uit te lucht te verwijderen, is hoog bij natuurlijke ventilatie. Het openen van ramen en deuren voor kruisventilatie is daarom aanbevolen, maar: plaats geen personen of obstakels in de luchtstroom. Deze kunnen juist geïnfecteerd en gecontamineerd raken door virale deeltjes in de luchtstroom;
5. Ventilatie moet altijd van schoon naar minder schoon worden ingesteld (ASHRAE, Filtration/Disinfection);
6. Recirculatie wordt afgeraden. Sluit het filter voor recirculatie af. Als een systeem voor recirculatie de enige mogelijkheid is, zorg dan voor 100% aanvoer van outdoor air (COVID-19 Employer Information for Office Buildings, Centers for Disease Control and Prevention, 27 mei 2020);
7. HVAC (Heating, Ventilation and Airconditioning Systems) worden in verband gebracht met besmetting met virussen, waaronder SARS-CoV, MERS-CoV en SARS-CoV-2 (Airborne route and bad use of ventilation systems as non-negligible factors in SARS-CoV-2 transmission, Medical Hypotheses, August 2020).
Dat heeft te maken met het verkeerde gebruik van filters en met lekkages. Voorkomen moet worden dat afvoerlucht in de aanvoerlucht lekt;

8. Installeer HEPA-filters (High Efficiency Particulate Air), aangevuld met een portable HEPA;
9. Mechanische luchtfilters moeten minimaal 14 MERV (Minimum Efficiency Reporting Value) zijn om aërosolen kleiner dan 0.3 μm te filteren;
10. Overweeg desinfectie met UVGI/UVC (REHVA COVID-19 guidance document, 3 april 2020);
11. De ventilatiesystemen moeten minimaal 2 uur op hoge snelheid draaien voordat de eerste werknemers een gebouw betreden;
12. De beste manier om transmissie te beperken is het verplichten van mondmaskers. N95/KN95-maskers beschermen zowel de drager van het masker als anderen;
13. De afstand tussen twee werknemers moet minimaal 2 tot 3 meter bedragen;
14. Als een ruimte bezet is geweest door anderen, laat deze ruimte dan minimaal 15 minuten met open ramen of mechanische ventilatie luchten voordat anderen de ruimte betreden;
15. Op de wc's moet de ventilatie ('exhaust ventilation') 24/7 draaien, waarbij onderdruk moet worden toegepast om besmetting via poepdeeltjes te voorkomen;
16. Voorkom dat de aanvoer van lucht wordt verminderd, schakel de demand-control ventilatie (DCV) uit en ventileer ook op tijden waarop het gebouw niet bemand is.