Onlangs kreeg ik de volgende kwestie voorgelegd. Een zzp'er krijgt een ongeval tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden. De zzp'er meent stellig dat degene die zijn diensten afneemt, de "inlener", verantwoordelijk is voor de schade die hij lijdt als gevolg van dit ongeval. Hij zegt dat de opdrachtgever hetzelfde is als een werkgever. Met "inlener" en "werkgever" bedoelt hij een consument, niet de ondernemer die met regelmaat uitzendkrachten of zzp'ers inschakelt.
Cliché is het vergelijkbare voorbeeld van het advocatenkantoor dat een schilder inhuurt; de schilder valt tijdens zijn werkzaamheden van zijn karretje en stelt het kantoor aansprakelijk, omdat het kantoor nu eenmaal opdrachtgever is.
In hoeverre is een opdrachtgever aansprakelijk voor schade, die de zzp'er lijdt in de uitvoering van zijn werkzaamheden?
De vergaande risico-aansprakelijkheid van de werkgever/ opdrachtgever blijft voor de beantwoording van deze vraag, buiten beschouwing. Problemen met het aansprakelijk stellen van een inlener, voor de schade die werd geleden door de buitencontractuele dienstverlener, werden vóór de invoering van art. 7:658 BW, opgelost via de constructie van: (a) de aansprakelijkheid van de formele werkgever voor hulppersonen, op grond van art. 6:76 BW en (b) de aansprakelijkheid van de inlener als materiële werkgever, op grond van de onrechtmatige daad, ex. 6:162 en/ of 6:170 BW.
Buitencontractuele arbeidsverhoudingen
Centraal staat art. 7:658 lid 4 BW: hij, die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig lid 1 tot en met 3 (van art. 7:658) aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Uit lid 4 kunnen de volgende vragen worden afgeleid:
a. heeft de dienstverlener werkzaamheden verricht die tot de normale bedrijfsvoering van de opdrachtgever horen?;
b. heeft de opdrachtgever zijn zorgplicht als bedoeld in lid 1 en 2, verzuimd?
Van betekenis is het arrest-Davelaar/ Allspan, ECLI:NL:HR:2012:BV0616, zie de rechtsoverwegingen 3.6.1. t/m 3.6.3. De Hoge Raad beoordeelt de reikwijdte van art. 7:658 lid 4 BW. Ratio van het vierde lid van dit artikel is het bieden van een grondslag voor aansprakelijkheid, indien de derde tekortschiet in het treffen van veiligheidsmaatregelen en degene die arbeid verricht, daardoor schade lijdt. De Tweede Nota van Wijziging noemt uitzendarbeid, aanneming en uitlening als voorbeelden van een tewerkstelling bij derden (inleners).
Uit Kamerstukken II, 1997-1998, 25 263, nr. 14, p. 6 blijkt, dat een werkgever die zijn zorgplicht niet nakomt, op gelijke voet aansprakelijk dient te zijn voor de schade van werknemers en ingeleende krachten.
De Hoge Raad vervolgt in r.o. 3.6.2.: "dit brengt mee dat toepassing van art. 7:658 lid 4 BW zich leent indien een persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid, afhankelijk is van degene voor wie hij werkzaamheden verricht. Onder meer van belang zijn de feitelijke verhoudingen tussen betrokkenen en de aard van de verrichte werkzaamheden, alsmede de mate waarin de opdrachtgever invloed heeft op de werkomstandigheden van degene die de werkzaamheden verricht en op de daarmee verband houdende veiligheidsrisico's."
Cruciaal is r.o. 3.6.3: "voor toepassing van art. 7:658 lid 4 BW is vereist dat de werkzaamheden hebben plaatsgevonden in de "uitoefening van het beroep of bedrijf "van degene in wiens opdracht de arbeid is verricht. Het moet gaan om "werkzaamheden die de derde in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, ook door eigen werknemers had kunnen laten verrichten."
Conclusie
Zo ruim als het schoolvoorbeeld van het advocatenkantoor en de schilder, kan de aansprakelijkheid uit art. 7:658 BW dus niet getrokken worden. De voorwaarden voor aansprakelijkstelling van de inlener, voor de schade die wordt geleden door de dienstverlener, zijn cumulatief:
1. de schade is het gevolg van het nalaten van de zorgplicht ex. art. 7:658 lid 1 BW, door de opdrachtgever;
2. de werkzaamheden door de dienstverlener zijn verricht in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever.
Gesteld dat de inlener een consument is, zoals het geval was bij de vraag die mij is voorgelegd, kan de zzp'er dus géén beroep doen op de aansprakelijkheid van de opdrachtgever via art. 7:658 BW.