Medio augustus ga ik neurowetenschappen volgen aan de faculteit geneeskunde (Department of Neuroscience).
Waarom ik uit volle overtuiging voor neuroscience heb gekozen? Ik geef er de voorkeur aan om de functies van het brein op medisch-wetenschappelijke wijze te bestuderen en wil ook alles weten over het brein!
De psychische stoornissen blijven boeiende dysfuncties van het
menselijk brein. Neurowetenschappen besteden aandacht aan de uiting van
de psychische stoornissen op sociaal-emotioneel gebied, maar minstens zo
belangrijk binnen de studie, is het traceren van de "haarden" van het psychisch mankeren
en het analyseren van de complexe circuits die aan geestelijke ziekten bijdragen.
Studie in de psychiatrie
Ik heb, tijdens mijn werk als student in de psychiatrie, patiënten van cognitieve en culturele diversiteit begeleid. De psychiatrisch patiënt krijgt een vrij algemeen te noemen diagnose, die wordt gesteld met behulp van de DSM (V). Is een classificatiehulpmiddel als de DSM wel adequaat? Op één afdeling, waar mensen geacht worden met elkaar samen te leven, is
merkbaar hoe groot de verschillen van mens tot mens zijn. De "DSM-gediagnosticeerde" heeft weliswaar een uniek begeleidingsplan en een notitie op de schaal ("assen") binnen de classificatie, maar is de diagnose eenmaal gesteld, dan wordt er een indeling gemaakt op leeftijd of mate van dysfunctioneren.
Een greep uit de gedragingen van de patiënten in de groep die ik heb bestudeerd. Mevrouw P. was gediagnosticeerd met schizofrenie. Opvallend was, dat ieder moment van de dag nauwkeurig tot in detail werd genoteerd in speciaal daartoe bestemde logboeken. Gesprekken tussen andere personen werden uitgeschreven en de patiënt in kwestie betrok gedane uitspraken op zichzelf. Zij meende dat zij de gehele dag door afgeluisterd zou worden en dat er de gehele dag over haar gesproken werd. De hallucinaties van mevrouw P. bestonden uit onder meer visuele en auditieve wanen. Er werden verbanden gelegd, zelfs uitgetekend, tussen situaties die op geen enkele wijze logische onderlinge samenhang vertoonden. Projectie als symptoom van de ziekte schizofrenie, uitte zich erin dat patiënt over allerhande zaken klachten indiende. Krantenartikelen en ingezonden brieven uit magazines werden uitgeknipt, omdat er teksten in zouden staan die uitsluitend over de patiënt gingen. Patiënt sprak over zichzelf in de derde vorm; depersonalisatie en derealisatie als symptomen van de psychische stoornis zorgden ervoor dat het ego werd losgekoppeld en dat eigen ervaringen verweven werden met externe prikkels. Zo schreef zij haar eigen handelen, gedachten en symptomen toe aan een meer abstracte figuur en met name aan andere mensen. Warrige brieven met aanmanende teksten, ook tot in detail uitgewerkt, werden gedeponeerd bij mensen met wie zij geen persoonlijk contact onderhield.
Meneer S. en mevrouw S. hadden elkaar op de gesloten afdeling ontmoet, alwaar de basis werd gelegd voor een langdurige relatie. Mevrouw S. heeft het leven van meneer S. sterk beïnvloed. Meneer S. diende voor iedere eenvoudige beslissing toestemming te vragen van zijn vrouw. Zijn vrouw was panisch om geld uit te geven; over kleine uitgaven werd dagenlang geruzied. Geld was slechts één van de onderwerpen om een ruzie uit te lokken. Mevrouw S. kon na maanden nog terugkomen op een miniem, maar voor haar belangrijk "voorval". De ruzies verliepen volgens hetzelfde patroon. Mevrouw S. kwam met een beschuldiging aan het adres van haar partner. Meestal ging het over geld, maar minstens zo vaak werd nauwlettend in de gaten gehouden of meneer S. oog had voor andere vrouwen- was dat volgens haar zo, dan móest meneer S. wel een geheime verhouding hebben met een willekeurige andere vrouw.
Er werd veel gevloekt, gesloopt en met spullen gegooid. Vooral het smijten met spullen was typerend voor de meeste patiënten in de behandelgroep. Voor mevrouw S. was er altijd een aanleiding om een ruzie uit te lokken over vermeend "kapotgegooide" bezittingen. Er volgden zo nu en dan crises waardoor meneer S. naar een andere afdeling moest worden verplaatst. Draagt een relatie tussen twee mensen met psychiatrische problematiek, bij aan enige stabiliteit van de status (verbetering treedt niet op), of is er sprake van een constante overprikkeling van het brein in ongunstige zin, met degradatie in het functioneren tot gevolg?
Onderzoeksvragen
De verschillen in functioneren én dysfunctioneren van mens tot mens, werpen bij mij vragen op die ik wil onderzoeken. Psychische stoornissen zijn niet simpelweg het gevolg van een tekort aan neurotransmitters (zoals men in de volksmond ergerlijk genoeg opmerkt, clichés zijn nu eenmaal hardnekkig). Wat is de invloed van de overdracht die plaatsvindt tussen de synapsen en de samenstelling van de transmitterstof op het psychisch functioneren?
Wat is de exacte relatie tussen de activiteit van bepaalde circuits, met name de cortex en het limbisch systeem en dysfuncties als bipolariteit, schizofrenie en psychopathie? Op welke wijzen kan men op termijn verbetering aanbrengen in het lijden van de psychiatrisch patiënt?
Kijk ook op scripturaeen.blogspot.nl