Nog specifieker dan wilskracht, is veerkracht het vermogen om om te gaan met crises. Of het nu gaat om een crisis op het niveau van persoonlijke tegenslagen, of een publieke crisis zoals deze pandemie die maar niet wordt bestreden door internationale overheden, de overheid kan niet volstaan met een beroep op de wilskracht of veerkracht van burgers.
Mensen die de clichés "Een overheid kan het toch nooit goed doen" en "Wij houden als volk nu eenmaal van zeuren" nakletsen, beseffen niet dat de overheid de plicht heeft om een zo hoog mogelijke gezondheidsstandaard en het recht op leven in veiligheid te waarborgen, met alle middelen die daarvoor nodig zijn. Beleidsbepalers, politici en regeringslieden hebben die taak bewust op zich genomen en om die taak te vervullen, staat een groot departement tot de beschikking. De topfunctionarissen van de departementen die in werkelijkheid het regeringsbeleid bepalen, zijn permanent in de gelegenheid om te anticiperen op crises.
Om een pandemie en de economische gevolgen van het niet-indammen van de pandemie te bestrijden, heeft de overheid de plicht om de burger de beschikking te geven over persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarmee hangt direct samen dat het aansprakelijkheidsregime in arbeidsrechtelijke situaties nauwgezet moet worden bewaakt en dat de vergaande plicht om werknemers te beschermen tegen óók onbekende risico's, moet worden ingeroepen in álle situaties waarin de werknemer kan worden blootgesteld aan het virus.
Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding
De economische gevolgen die een selecte groep (ondernemers) onevenredig treffen, dienen te worden afgehandeld via de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding voor rechtmatig overheidsoptreden. Hierbij geldt: maatregelen ter bestrijding van een pandemie gaan het normaal maatschappelijk ondernemersrisico te boven.