maandag 20 januari 2020

Wijziging Participatiewet: effectiviteit Participatiewet, preventie van herinstroom in de uitkering en jurisprudentiële vereisten re-integratie


4. Effectiviteit Participatiewet
Dat cliënten uit beeld raken bij gemeenten, ofwel: dat het contact tussen klantmanager en cliënt uitblijft, is blijkens het rapport van de beleidsonderzoekers het gevolg van een gebrek aan financiële middelen en het uitblijven van vraag naar arbeid door werkgevers. Daadwerkelijke oplossingen voor deze knelpunten zijn financiële investeringen voor de lange termijn. De observaties van Divosa wijzen uit dat economische voorspoed de bepalende factor is voor een succesvolle uitstroom uit de uitkering én voor de preventie van herinstroom  in de uitkering. Dat niet de onder de Participatiewet getroffen maatregelen zoals banenafspraken van doorslaggevende betekenis zijn, maar de hoogconjunctuur, wordt bevestigd door het onderzoek van Panteia.[1]

Hoe effectief de Participatiewet is in de uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar regulier werk, is gedegen onderzocht door het SCP. Aan de hand van een eenduidige opdracht heeft het SCP onderzocht, in welke mate de Participatiewet mensen mét arbeidsvermogen heeft geleid naar regulier werk. 

Sinds de invoering van de Participatiewet is de baankans van de groep ‘klassieke uitkeringsgerechtigden’ (dus geen jonggehandicapten of personen uit de doelgroep van de sociale werkvoorziening) met één procentpunt gestegen naar 8,1%.[2] Het SCP concludeert dat de Participatiewet voor klassieke uitkeringsgerechtigden nauwelijks tot verbetering heeft geleid in vergelijking met de situatie van vóór de invoering van de Participatiewet. Ten aanzien van de verkrijging en het behoud van duurzame arbeid is de situatie van uitkeringsgerechtigden zelfs verslechterd sinds 2015.[3] Vóór de invoering van de Participatiewet stroomde 17% van de uitkeringsgerechtigden uit naar vast werk, sinds 2015 bedraagt het aantal uitstromers naar duurzame arbeidsovereenkomsten 11%. Het aantal uitstromers naar voltijdarbeid is gedaald van 31% naar 26%.[4]

4.1 Preventie van herinstroom in de uitkering
Uit de Factsheet Herinstroom in de bijstand, uitgevaardigd door Divosa, blijkt dat 1 op de 3 personen die uitstroomt uit de uitkering, weer terugstroomt in de uitkering. Na één jaar stroomt 20% van de personen terug in de uitkering; na vijf jaar bedraagt het percentage herinstromers in de uitkering 35%.[5] De voornaamste oorzaak van herinstroom in de uitkering is flexibele arbeid, die weer voortvloeit uit de tactiek van ondernemers om economische schommelingen te ondervangen. Een daling van herinstroom wordt toegescheven aan algehele economische voorspoed.

De grootste groep herinstromers wordt gevormd door personen die na betaalde arbeid wederom een beroep moeten doen op een uitkering.[6] De actieve inzet van gemeenten op handhaving van de re-integratie versterkt het beeld van een hoge herinstroom in de uitkering.[7] Van de groep personen die binnen een termijn van 6 maanden terugstroom in de uitkering, stroomt 29% terug omdat zij naar het oordeel van de klantmanager niet hebben voldaan aan de arbeidsplicht; 37% stroomt terug omdat zij naar het oordeel van de klantmanager na herhaalde oproep niet hebben voldaan aan de verschijningsplicht voor een re-integratiegesprek.[8] Bij uitstroom naar scholing stroomt maar liefst 42% na vijf jaar terug in de uitkering.[9]
 
Met deze kennis over de oorzaken van herinstroom in de uitkering, is het van belang om de handvatten die door Divosa zijn aangereikt, om te zetten in geüniformeerd beleid, gericht op de preventie van herinstroom in de uitkering. Gelet op de hoofdzakelijke reden voor instroom en herinstroom in de uitkering, het economische klimaat, spreekt de noodzaak van de verbetering van de Nederlandse economie op de lange termijn voor zich. Naast dit speerpunt voor de algehele economische beleidsvoering in Nederland, zijn er enkele specifieke punten waar gemeenten en overheid zich op dienen te richten om duurzame arbeidsparticipatie van uitkeringsgerechtigden te bevorderen.  

Ten aanzien van de bestaanszekerheid moet worden geregeld dat de ontvangst van toeslagen van de uitkeringsgerechtigden die uitstromen naar tijdelijke contracten, stabiel blijft. Onder uw supervisie (SZW, M.Bouter) wordt het project ‘Simpel Switchen in de Participatieketen’ uitgevoerd. Eén van de vier sporen van dit ‘Switchmodel’ ziet op de automatische toebedeling van toeslagen waarop uitstromers recht hebben, zonder dat zij achteraf worden geconfronteerd met correcties.[10] Dit lijkt mij een uitstekend middel om uitstromers te ontlasten van de financiële zorgen die het gevolg zijn van wisselvallige arbeidsovereenkomsten. Ten aanzien van de werkzekerheid, ofwel het behouden van duurzame betaalde arbeid, dienen gemeenten de focus te verschuiven naar de ondersteuning van uitstromers met flexibele arbeidsovereenkomsten. Nu concentreren gemeenten zich enkel op de uitstroom uit de uitkering, zonder in te zetten op de preventie van herinstroom in de uitkering.

Terecht onderkent Divosa dat de kortste weg naar werk dan ook niet de beste weg is. Om het risico op herinstroom in de uitkering te verkleinen, moet de re-integratie worden afgestemd op het vinden van betaalde arbeid die aansluit bij de capaciteiten van de uitkeringsgerechtigde. Ter bevordering van een duurzaam arbeidsperspectief verdient het aanbeveling om opvolging te geven aan eerdere re-integratiegesprekken, ook als de cliënt eenmaal betaalde arbeid heeft gevonden. Zoals eerder opgemerkt, geven cliënten aan behoefte te hebben aan gericht sollicitatie-advies. Gemeenten dienen zich te richten op de advisering (en indien gewenst: begeleiding) van personen die vóór afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst op zoeken moeten naar een andere functie. 

Eén van de meest opvallende aspecten van de Factsheet van Divosa is de herinstroom van personen die zijn uitgestroomd naar scholing. Het gegeven, dat 42% van de personen die is uitgestroomd naar scholing, na vijf jaar weer is teruggestroomd in de uitkering, wekt de indruk dat de ondersteuning bij het vinden en behouden van duurzame betaalde arbeid bij deze groep na invoering van de Participatiewet ondermaats is gebleven. Een andere verklaring is dat de gevolgde opleiding géén arbeidsperspectief biedt. Voor de gemeente zie ik twee taken weggelegd. Een eerste taak is het bevorderen van uitstroom naar erkende opleidingen die perspectief bieden op de arbeidsmarkt. Een tweede taak is het blijven bieden van advisering en ondersteuning bij sollicitatie-activiteiten gericht op het verwerven en behouden van duurzame betaalde arbeid. De participanten die zelfredzaam zijn, kunnen worden verwezen naar netwerken die aansluiten bij het niveau en de vaardigheden van de uitstromer. 

4.2 Jurisprudentiële vereisten re-integratie
De opmerking van Divosa, dat de kortste weg naar werk niet de beste weg is, vindt sinds 2010 bevestiging in de bestuursrechtelijke jurisprudentie. Re-integratietrajecten dienen arbeidsperspectief te bieden. Het opleggen van re-integratietrajecten zonder zicht op arbeidsinschakeling, is in strijd met het verbod van verplichte arbeid.[11] Opgelegde re-integratievoorzieningen dienen het resultaat te zijn van een op de persoon van de uitkeringsgerechtigde toegesneden afweging.[12] Bij het opleggen van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, dient aangegeven te worden uit welke werkzaamheden de voorziening concreet bestaat en waarom de voorziening passend is bij de persoonlijke situatie van de uitkeringsgerechtigde.[13]


[1] Vgl. Sociaal en Cultureel Planbureau, Eindevaluatie van de Participatiewet, 19 november 2019, p. 244.
[2] Sociaal en Cultureel Planbureau, Eindevaluatie van de Participatiewet, 19 november 2019, p. 161 en 171.
[3] Sociaal en Cultureel Planbureau, Eindevaluatie van de Participatiewet, 19 november 2019, p. 165.
[4] Sociaal en Cultureel Planbureau, Eindevaluatie van de Participatiewet, 19 november 2019, p. 171 en 173.
[5] Divosa, Factsheet Herinstroom in de bijstand, 19 november 2019, p. 2.
[6] Divosa, Factsheet Herinstroom in de bijstand, 19 november 2019, p. 26.
[7] Divosa, Factsheet Herinstroom in de bijstand, 19 november 2019, p. 5.
[8] Divosa, Factsheet Herinstroom in de bijstand, 19 november 2019, p. 29.
[9] Divosa, Factsheet Herinstroom in de bijstand, 19 november 2019, p. 23.
[10] Kamerbrief ‘Project Simpel Switchen in de Participatieketen’, 27 december 2018.
[11] CRvB 8 februari 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BL1093, r.o. 9.4.12.
[12] CRvB 26 april 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3331.
[13] CRvB 11 april 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1368, r.o. 4.4.