zondag 22 januari 2017

De toepassing van een dwangmiddel of BOB (2): overzicht

Dwangmiddelen

1. Wanneer is de politieambtenaar bevoegd om binnen te treden?

Politietaak: art. 3 Polw. 2012: daadwerkelijke handhaving rechtsorde, hulpverlening;
Opsporingsambtenaar, art. 141 sub b Sv;
Is er sprake van binnentreden in het kader van opsporing?
Opsporingsbegrip, art. 132a Sv;
Betreden plaatsen in het kader van inbeslagneming i.v.m. ontdekking heterdaad of misdrijf
ex. art.67 lid 1 Sv (art. 96 lid 1 Sv);
Binnentreden levert inbreuk op art. 12 Grondwet op: bijzondere wet vereist, toepassing Awbi:
legitimatieplicht, art. 1 Awbi;
machtiging vereist indien geen toestemming bewoner, art. 2 lid 1 Awbi;
spoedeisend geval: art. 1 lid 2 Awbi;
machtiging door OvJ, art. 3 Awbi.
Optreden in het kader van hulpverlening bij gevaarlijke situaties niet binnen bereik art. 1 Sv.

2. Wanneer kan een persoon staande gehouden worden?
Bij misdrijf of overtreding;
Wettelijke bepaling: art. 52 Sv;
Steunbevoegdheid vaststelling identiteit verdachte (informeren naar personalia), art. 27a lid 1 Sv;
Iedere opsporingsambtenaar bevoegd, burgers uitgezonderd van bevoegdheid om staande te houden;
Redelijk vermoeden van schuld in de zin van art. 27 Sv vereist;
Onder mededeling verdenking, art. 27c Sv;
Opsporingsambtenaar niet bevoegd om gegevens te vorderen (aanhouding is dan het aangewezen middel);
Cautie verplicht bij ondervraging die zich niet tot de personalia beperkt;
Let op: verdachte niet verplicht om medewerking te verlenen, geen mogelijke strijd art. 184 Sr!

3. Wie is bevoegd om aanhouding te verrichten en onder welke voorwaarden?
Aanhouding op heterdaad
:
Een ieder bevoegd, art. 53 lid 1 Sv;
Heterdaad: art. 128 Sv
Ter geleiding naar een plaats van verhoor, art. 53 lid 2 Sv;
Aanhouding buiten heterdaad:
OvJ, onder voorwaarde dat voorlopige hechtenis ex. art. 67 Sv is toegelaten (art. 54 lid 1 Sv);
Opsporingsambtenaar in de zin van art. 141 en 142 Sv (art. 54 lid 3 Sv);
Met inachtneming van de proportionaliteit en subsidiariteit, art. 7 lid 1 en 5 Polw.

4. Hoe kan de bevoegdheid van het betreden der plaatsen ter aanhouding worden uitgeoefend?
Algemene regel: binnentreden vereist legitimatie en machtiging, zie art. 2 en 3 lid 1 Awbi, uitgezonderd spoedeisende situaties ex. art. 1 lid 2 Awbi;
Betreden plaatsen ter aanhouding = steunbevoegdheid;
Een ieder bevoegd, art. 55 lid 1 Sv, m.u.z. woningen zonder toestemming van de bewoner en plaatsen ex. art. 12 Awbi;
Iedere opsporingsambtenaar bevoegd, art. 55 lid 2 Sv, mits machtiging in de zin van art. 2 Awbi.

Dwangmiddelen: aanhouden, staande houden, doorzoeking en inbeslagneming

Bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB)

Stelregel is dat de OvJ toezicht houdt op de toepassing van een BOB en schriftelijk bevel aan de opsporingsambtenaar geeft. De toepassing van artt. 126l Sv (opnemen vertrouwelijke communicatie, ofwel afluisteren met een technisch hulpmiddel) en 126m Sv (telefoontap) vereist uitdrukkelijk voorafgaande toestemming door de rechter-commissaris.

Een overzicht van enkele belangrijke BOB:

Eerste Boek, Titel IVA-VE, Bijzondere bevoegdheden tot opsporing