zaterdag 24 juni 2023

Stalking/belaging/ongewenste intimiteiten: Nee is nee. Die grens valt niet te overtreden. Het is niet de verantwoordelijkheid van de belaagde om nóg duidelijker te zijn in die grens

"Je vond het toch ook fijn dat ik je aanraakte?"
"Als je het niet fijn vond, dan had je het toch wel aangegeven?"
"Ik dacht dat jij het ook wilde"
"Dan moet je maar duidelijker zijn in je signalen"
"Waarom reageer je niet op me?" [als je 's nachts belt en ook iedere dag een bombardement aan berichten stuurt, gaat dat iedere grens te buiten, M.B.]
"Van wie was die auto op de parkeerplaats? Was dat iemand die bij jou op bezoek kwam?"
"Ik wilde met je zoenen. Ik dacht dat je dat wel begreep"
"Wie was die man?"
"Waarom was je gisteren niet thuis toen ik langsliep?"
"Wat bedoel je met "een vriend"?"
"Waar woont die vriend van je?"

.....................

"Je moet zelf je grenzen aangeven"
"Wees dan ook duidelijk dat je dit niet wilt"
"Heb je je wel uitgesproken tegen hem?"
"Als je zo vaak wordt lastiggevallen, ligt het aan je eigen attitude"

Mensen die eraan meewerken om stalking/belaging/ongewenste intimiteiten in stand te houden, leggen de verantwoordelijkheid niet neer bij de stalker, maar bij het "slachtoffer". 

Die mensen zeggen "Wees duidelijker" als je aangeeft dat je ergens niet van gediend bent. Daarmee proberen ze het overschrijden van grenzen te relativeren. In hun perspectief is de belaagde een weerloos slachtoffer dat het aan de eigen houding en onduidelijkheid in het aangeven van grenzen heeft te danken, dat de dader intimideert of grenzen overschrijdt. Er valt niets te relativeren. 

Ik word zelf tot op de dag van vandaag gestalkt door mannen met wie ik niets te maken heb. Ze hoeven me maar te zien, of ik hoef alleen maar met iemand anders in gesprek te zijn en ze besluiten om een obsessie na te jagen. Ik ben duidelijk. Ik ben niet mis te verstaan. Dat het bij mij op fysiek vlak niet verder is gegaan dan frotteurisme door een docent en betasting in het openbaar, heb ik te danken aan mijn aangeboren sterke intuïtie en mijn "hoogmoedige" voorkomen.

Het is natuurlijk de omgekeerde wereld. Mannen stoppen alleen maar met me lastigvallen omdat ze me een bitch vinden als ik van me laat horen, of omdat ze concluderen 'Je bent een arrogant kreng'. Toen ik me uitsprak tegen betasting in een volle bus kreeg ik van de dader als reactie 'Wat jammer dat je zo'n chagrijn bent, maar ik dacht al dat je een arrogante bitch was toen ik je zag instappen'.

Het moet natuurlijk helemaal niet nodig zijn om als een bitch over te komen om erger te voorkomen. Al is het niet eens een defensiemechanisme, ik kom op de meeste mensen in het openbaar als hoogmoedig of snobistisch over. Die air heb ik altijd over me heen gehad. De mannen die me blijven belagen zijn op te delen in twee categorieën: zij die me met iemand hebben horen praten en weten dat ik makkelijk ben in contact met mensen en zij die zó hardnekkig zijn in stalken, dat ze het als een uitdaging zien om mij te blijven bestoken.

In alle gevallen is het voor mij een belediging van mijn intelligentie. Ik doorzie mensen en hun motieven. Al sinds mijn geboorte werken die antennes goed. Stalkers/obsessanten/belagers zijn voor mij dus heel doorzichtig. Het waardeloze is dat ík ermee word opgescheept dat mijn vrijheid wordt ingeperkt. 

Momenteel moet ik me verdedigen tegen oneerbare voorstellen van een man van 20 jaar ouder met een gezin. Getrouwde man 2 maakt zijn gezin kennelijk wijs dat hij voor iets een rondje moet lopen en verkent daarbij heimelijk mijn huis, om me dagen erna te vertellen dat hij weet wat ik aan had, waar ik naartoe ging, hoe laat ik ging slapen en hoe laat ik opstond. Nummer drie hoopt dat ik gevoelig ben voor adult grooming (eerst gedag zeggen, een praatje maken, complimenten geven en dan ineens voor sekscontact bellen nadat hij mijn telefoonnummer kennelijk bij een busmaatschappij heeft losgepeuterd). Getrouwde man 2 vroeg of de auto vóór mijn stoep van een andere man was. Als getrouwde man 1 en getrouwde man 2 elkaar en/of man 3 tegenkomen, dan wordt het feest. Het is een drama waar ik niet om gevraagd heb. Ik heb niets met ze. Het is zo bizar dat het wel een klucht lijkt.

Maar bovenal vind ik dit geen vrijheid. Het is geen vrijheid dat ik me moet verdedigen tegen deze obsessanten, het is geen vrijheid dat ík word geacht mijn grenzen te bewaken, het is geen vrijheid dat zoveel mannen die ik tegen ben gekomen in mijn leven en met wie ik op geen enkele manier verwikkeld ben geraakt, gelijk zulke vergaande verwachtingen hebben dat ze bezitterig worden. 

Ik ben niet van ze, ik wil niet van ze zijn en als ik wel van een man wil zijn, dan wil ik niet dat het vertrouwen gelijk in de kiem wordt gesmoord door bezitterigheid.