Ik heb volgens mensen die me niet kennen, een hoogmoedige "air"/attitude
De meeste mensen die me niet kennen en me zien lopen, vinden mij hautain (hoogmoedig) overkomen, of arrogant. Het is mijn natuurlijke uitstraling. Daarnaast word ik gezien als het prototype Slavisch/Russisch (ik word geregeld door vreemden gevraagd of ik Russisch ben!), maar dan langer. Ik ben geen reus, maar met 1,77 en 1/2 meter steek ik wel bijna overal bovenuit. Ik krijg te horen dat mensen me niet kunnen plaatsen qua uiterlijk, of dat ze me aardig vinden als ze me ontmoeten, maar eerst de indruk hadden dat ik hooghartig ben.
Wat ik hiermee wil zeggen, is dat de meeste mannen me met rust laten. Ze benaderen me niet zomaar. De mannen die me direct met aperte vragen of seksuele avances benaderen of zelfs helemaal niets zeggen en me heimelijk in de gaten houden, zijn degenen die zo vastberaden zijn dat ze niet ophouden met me te volgen en overgaan tot stalking. Ik kan nauwelijks in woorden uitdrukken hoe ingrijpend dat is in mijn leven. Tot op de dag van vandaag.
Dankzij mijn aangeboren intuïtie voel ik andermans intenties altijd aan. Ik heb wel het leven op de achtergrond moeten kiezen om niet nog vaker te worden belaagd
Ik ben niet naïef: ik weet dat mensen oneigenlijke intenties kunnen hebben. Daarom trap ik nergens in. Dankzij mijn aangeboren intuïtie voor het aanvoelen van andermans intenties ben ik nooit ergens het slachtoffer van geworden. Ik heb wel voor een leven op de achtergrond moeten kiezen, wat eigenlijk tegengesteld is aan mijn persoonlijkheid: ik heb het liefst altijd drukte, gezelschap, ik ben overal heel erg open over en niet gehecht aan "tijd voor mezelf".
In plaats daarvan probeer ik in het openbaar te vermijden dat ik iemand aankijk, omdat mannen er hun eigen uitleg aan kunnen geven als ze mijn blik zouden vangen. Flirten doe ik niet in het openbaar en dat hoeft ook niet, maar ik moet mijn "open persoonlijkheid" ook afremmen om avances te beperken. Zien ze me lachen, dan krijg ik te horen dat ze mijn kuiltjes zien en dan is dat voor sommigen weer een reden om toe te slaan. Echte vrijheid is het dus niet, dat ik me zo ingetogen mogelijk opstel. Het is geen echte keuze, maar een tactiek.
Niettemin word ik recentelijk weer belaagd door twee mannelijke kennissen (aanvulling 20 juni 2023: het zijn inmiddels drie mannen die me schaduwen en achterdochtig zijn als ze hier alleen al een auto op de parkeerplaats zien staan) die ik slechts een paar keer indirect heb gesproken. "Kennissen" is dan ook eigenlijk een te groot woord: het zijn meer voorbijgangers die ik in de afgelopen jaren iets vaker heb gesproken dan andere voorbijgangers. Ze vinden zichzelf geen stalkers. Ze veroordelen andere stalkers. Ze zijn "keurig" getrouwd.
De één (die voor een busmaatschappij werkt) kwam ik sporadisch tegen en hij heeft op één of andere manier mijn telefoonnummer weten te achterhalen. Hij wist in welke situatie ik me bevond en belde me in de palliatieve unit waar mijn moeder lag, om te vragen of ik van het weekend bij hem wilde komen slapen als zijn vrouw en volwassen kinderen erop uit gingen. Zijn kinderen zijn veel ouder dan ik en hij kon mijn vader wel zijn, vertelde hij er nog bij. Hij heeft pogingen tot adult grooming gedaan. Na enkele complimenten over mijn voorkomen werd het minder subtiel en kreeg ik vragen over sekscontact.
Het "erg voor me vinden dat ik met verlies te maken heb" werd "ik wil je best troosten", gevolgd door "ik wil seks". De ander is overgegaan tot mij schaduwen sinds ik met zijn vrouw heb staan praten. Toen ik hem tegenkwam, vertelde hij me dat hij wist was ik de dagen ervoor aan had, hoe laat ik opstond en hoe laat ik ging slapen, wanneer het licht in de badkamer aan was. Het interesseerde hem niet dat ik aangaf niet in de gaten gehouden te willen worden. Het interesseert hem ook niet dat zijn vrouw geen idee heeft dat hij 's avonds kennelijk een rondje om mijn huis gaat lopen om te kijken wat ik doe, hoe ik leef, hoe ik beweeg, wat ik aan heb. Ze wonen niet eens bij mij in de wijk, dus hij gaat er echt ver voor om in mijn buurt te komen.
Typerend is dat de belagers die ik heb en heb gehad, nooit mannen zijn geweest die ik persoonlijk kende of met wie ik een relatie heb gehad. Het is een valse aanname dat slachtoffers van stalking altijd (voormalig) partners zijn van de stalker. Mannen hoeven me maar te zien tijdens het boodschappen doen, of onderweg, in het ov, of als ik mijn huis verlaat. Het zijn ook bepaald geen kinderen, maar in de meeste gevallen getrouwde mannen met een "smetteloze" reputatie. Ik heb nooit meegemaakt dat stalkers of obsessanten voldeden aan het stereotype "engerd die in een donker hoekje wacht en toeslaat". Integendeel: het zijn vaak zelfs populaire types, ideale schoonzoons. Eén obsessant die een vriend van me een kopstoot heeft gegeven en andere vrienden van me heeft bedreigd met geweld als ze nog langer in mijn buurt zouden blijven, was een ontzettend populaire jongen met een ietwat gelikte reputatie. Niemand zou geloofd hebben dat hij zo gestoord bezig was, omdat hij voor de buitenwereld geslaagd was.
Op mijn achtste kwam ik in de vroege puberteit. De eerste confrontatie was met een vader die aan me wilde zitten
Op mijn achtste heb ik voor het eerst ongewenste seksuele intimiteiten door een vader van een leeftijdsgenootje tegengehouden. Sinds mijn zevende kreeg ik ontwikkeling voor volwassen vormen en op mijn achtste belandde ik in de puberteit. Door docenten werd ik erop aangesproken dat ik mijn "inkijk" moest gaan verbergen, omdat ik er als een volwassene uit ging zien. Die vader van mijn leeftijdsgenoot wilde doktertje met ons spelen. Ik vertrouwde hem niet, riep dat ik naar huis moest en rende de trap af. Hij kwam me achterna om me tegen te houden en probeerde me alsnog aan te raken. Hij heeft me op straat opgetild bij wijze van "geintje", maar zette me snel weer neer toen ik begon te gillen. Nog enkele keren kwam ik hem tegen en dan had hij het over hoe lekker groot ik was geworden.
Vanaf mijn twaalfde werd het erger. In het ov zaten mannen letterlijk achter me aan; ik kreeg te horen dat ik zo'n lekker geil koppie had, dat ik hun blik had gevangen, dat ik gefiguurzaagd was. Docenten fluisterden me weleens in mijn oor. Mijn klassendocent wilde weten of ik al seks had. Ik ging wijde slobberbroeken (mannenspijkerbroeken) dragen en verliet het huis nooit zonder jas, maar dat verhullen hielp niet; ik werd niet minder achtervolgd of met ongewenste seksuele insinuaties geconfronteerd.
In het bijzijn van vriendinnen en klasgenoten werd ik betast en een paar keer moest ik vluchten, omdat niemand in de volle bus me wilde helpen om van een belager af te komen, ondanks dat ik het luid kenbaar had gemaakt dat hij van me af moest blijven. Die "vriendinnen" vonden mij een blok aan het been omdat ik werd lastiggevallen. Ze hadden er geen begrip voor. Hoewel ze er direct getuige van waren geweest, werd de seksuele intimidatie tegen míj gebruikt: ik zal hem wel verleid hebben. Ik zal het er wel naar gemaakt hebben. Het was mijn probleem.
In mijn eigen buurt heb ik vaak vluchtroutes moeten gebruiken. Als automobilisten of fietsers me zagen als ik van het station of van het winkelcentrum kwam, werd ik op de voet gevolgd. Ik liep dan gelijk door naar het politiebureau. Meerdere keren zijn hier mannen over de schutting geklommen om te gluren en hun troep over de schutting te spuiten.
Een vriend van me heeft het contact verbroken omdat een jongen die door me geobsedeerd was, hem een kopstoot heeft gegeven. Die geobsedeerde jongen heeft andere vrienden van me bedreigd. Een medestudent ging zo ver met zijn obsessie dat hij kopieergedrag vertoonde. Hij kocht dezelfde laptop, dezelfde harde schijf, dezelfde accessoires. Hij spitte mijn fotoseries door uit "interesse" en wist dan na het weekend precies te vertellen waar ik was geweest om foto's te maken. Het lijkt misschien onschuldig, maar dat kopieergedrag was heel vreemd.
Op de universiteit heb ik gehad dat volwassen medestudenten mijn netwerk probeerden te verkleinen. Eén keer was het een zeer intelligente mannelijke medestudent die ik zelf wel zag zitten. Hij smoorde de kans op toenadering zelf in de kiem. Niemand mocht in mijn buurt komen. Het begon met zoiets kinderachtigs als de stoelen om mij heen weghalen, zodat alleen hij naast me kon zitten. Andere studenten werden prompt weggejaagd. Hij wilde constant als enige contact met me, om me zo te verstikken. Ik vond het jammer, maar het kon niets worden met iemand die zo weinig vertrouwen had.
Waar docenten vaak niet bij stilstaan, is dat ze voorzichtig moeten zijn met het delen van adresgegevens en telefoonnummers van medestudenten. Ik werd voor een werkgroep op de universiteit bij een man geplaatst die de verplichte samenwerkingsopdracht als excuus gebruikte voor ongewenst contact. Ik werd 's nachts om 03:00 wakker gebeld, met de vraag waarom ik niet op hem inging. Hij wilde op vrijdagavonden en in het weekend weten waar ik was, wat ik ging doen. Toen ik daar al helemaal niet van gediend was, kreeg ik berichten dat ik niet op hem reageerde. Hij stuurde me profielgegevens van al zijn exen om de patser uit te hangen. Hij was woedend dat ik niet jaloers reageerde!
Ik schrok me rot toen de docent een lijst met adressen in de werkgroep ophing. Ik heb ongemerkt maar snel de lijst van de muur gescheurd en hem versnipperd. Het was heel onnadenkend om die gegevens met iedereen te delen.
Docenten: frotteurisme en een voorstel om een relatie aan te gaan
Ik heb meerdere keren meegemaakt dat een docent een relatie met me wilde en dat dát de verhoudingen op scherp zette. De eerste docent wist dat ik in één keer zou gaan slagen en kon zijn ongenoegen over het loslaten niet verbergen. Hij zei dat hij liefst zag dat ik het jaar over moest doen. In de verslechterde verhouding heeft hij een poging tot aanranding gedaan. Hij ging achter me staan en probeerde zich tegen me aan te schuren. Ik riep daarop een collega van hem om een onzinvraag te stellen en zo af te leiden van de situatie. Voor degenen die denken "Dan doe je er toch iets aan?": dat is al te simpel gedacht. Mijn examen moest door deze docent worden beoordeeld, hij was examinator. De klachtencoördinator adviseerde zelfs om in het examenjaar nóóit klachten in te dienen.
Een docent van een vakgroep van mijn vervolgstudie liet kort na onze kennismaking weten dat hij met me op vakantie wilde. Als hij me tegenkwam op de gang of als ik de zaal binnenliep, liet hij zijn hand stiekem over mijn billen glijden. Hij maakte de situatie zo lastig, dat ik een verzoek tot overplaatsing indiende. Op dat moment werden er 70 medestudenten in de vakgroep geplaatst. Hij kwam naar me toe om me te laten weten dat die 70 studenten hem gestolen konden worden, omdat hij mij niet kwijt wilde.
Ik ben nooit uitgegaan, omdat ik geen leven zou hebben. Of ik zou me constant moeten verdedigen; dat is géén vrijheid om mezelf te zijn
Ik ben nooit uitgegaan, omdat ik echt geen leven zou hebben als ik naar een disco of club was gegaan. Ik wil in vrijheid kunnen leven en mezelf constant moeten verdedigen tegen mannen die me belagen en/of willen aanranden, is geen vrijheid. Het is pure slechtheid om te stellen dat de belaagde de grenzen maar duidelijker moet aangeven: dat is wederom een ontkenning van de verantwoordelijkheid van de belager. Mensen die de gestalkte de schuld geven, herkennen waarschijnlijk zichzelf in de stalker.
Meerdere keren heb ik geprobeerd om het onderwerp stalking bespreekbaar te maken. Bizar genoeg liep dat altijd uit op "Heb je die mannen zelf verleid?", "Wat had je aan?", "Wat heb jij gezegd of gedaan dan?". Ik heb onder leeftijdgenoten altijd op onbegrip moeten rekenen, omdat ze afgunst voelden: "Je hebt niets te klagen".
Op de introductiedag van een opleiding was ik met een groepje op pad. In het winkelcentrum kwamen we een groep jongens tegen die ons hinderlijk bleef volgen. Even later werden er seksuele opmerkingen gemaakt. Eén medestudente zag dat die opmerkingen tegen mij werden gericht en zij nam het voor me op. Ze vond het echt niet kunnen dat ik zomaar schunnige opmerkingen over me heen kreeg. Een paar andere medestudentes hadden het ook aanschouwd, maar namen het mij kwalijk: dan had ik maar geen t-shirt en "strakke" broek aan moeten trekken. Het was die dag 25 graden en ze hadden me het liefst in een winterjas gestopt. Ik kreeg de rest van de dag het verwijt dat ik er kennelijk zo uitzag, dat ik reacties losmaakte. Maandenlang heb ik niets goed kunnen doen bij de clique die was gevormd sinds die eerste studiedag.
Het werd nog erger toen een mannelijke medestudent had uitgezocht welke parfums ik had en wilde weten of ik strings droeg. Hij bracht een andere studiegenoot in verlegenheid door in mijn bijzijn te suggereren dat hij seks met me wilde. Mijn medestudent had zich voorgenomen om voor mij het jaar te verzieken, omdat ik niet op zijn seksuele voorstellen was ingegaan. Van dit bizarre gebeuren heb ik melding gemaakt bij de opleidingscoördinator. Die meldde me dat mijn stalkende medestudent het studiejaar toch niet zou halen en dat ik daarom de tijd moest uitzitten. Er werd geweigerd om iets aan de intimidatie te doen.
Mijn beide ouders hebben hetzelfde meegemaakt als ik
Zes weken voor haar dood werd mijn moeder nog gestalkt door een idioot. Ze had hem eind december 2022 nog eens laten weten er niet van gediend te zijn. Het interesseerde hem niets. Hij parkeerde zijn bus op de parkeerplaats voor ons huis om naar ons huis te loeren, hij controleerde of haar fiets er stond. Er werd zelfs door de brievenbus geloerd of ze thuis was.
Haar hele leven heeft mijn moeder met belaging te maken gehad, nog erger dan ik. Zodra ze haar zagen was het "Wat een lekker wijf" (ja, zo denigrerend is het voor een intelligent iemand om dat soort flauwekul over je heen te krijgen) en werd ze op de voet gevolgd. Ze is op straat door een man gedrogeerd en is met verwondingen aan hem ontsnapt. Ze heeft moeten vluchten toen twee mannen haar wilden ontvoeren en dreigden haar herdershond dood te slaan.
Het is onder hogere functies en hogeropgeleiden taboe dat pogingen tot femicide wordt gedaan; moorddadige stalking komt volgens de "gevestigden" slechts voor bij lagere functies. Bij succesvolle carrières en succes onder de vrouwen zou niet passen dat een man zijn tijd verdoet met belaging. Mijn moeder heeft jaren voor mijn geboorte een nieuw bestaan moeten opbouwen omdat een man (iemand met een "voortreffelijke reputatie" als leidinggevende) zo van haar bezeten was, dat hij een aanslag op haar beraamde. Hij heeft daadwerkelijk op haar huis geschoten.
Net als ik was mijn moeder geen gewillige prooi. Geen kwetsbaar iemand. Ze werd bekakt gevonden. Het was voor sommige mannen juist een uitdaging om haar te volgen, te begluren, te bedreigen en ongewenste cadeaus te sturen. Brieven, sieraden, een bontjas; ze had stalkers die haar zo probeerden voor zich te winnen, zonder succes. De mannen die van haar bezeten waren, hadden er geen respect voor dat ze getrouwd was.
Ik ben er als klein kind een paar keer bij geweest toen mannen mijn moeder achtervolgden omdat ze ons op weg naar mijn school zagen lopen. Mijn moeder werd ook nog eens gestalkt door een agent, een voormalige buurjongen van haar. Hij was vanaf zijn 7e al geobsedeerd door mijn moeder en heeft er alles aan gedaan om haar te monitoren. Hij stelde zelfs voor om hier bewakingscamera's te plaatsen, zogenaamd uit bezorgdheid over de andere stalkers van mijn moeder.
Bij belagers gaat het niet alleen over mannen. Het is niet zo dat vrouwen altijd het slachtoffer zijn van stalking omdat ze kwetsbaar zouden zijn. Getrouwde mannen worden evengoed gestalkt door bezeten vrouwen. Een geobsedeerde buurvrouw trok zich er niets van aan dat mijn vader getrouwd was. Ze gooide met glas en afval, ze smeet wijnflessen in onze tuin kapot, ze was over het hek geklommen om zakken met bebloed maandverband in onze tuin te zetten en ze had mijn speeltoestellen besmeurd. Van een andere stalkster kreeg mijn vader ongewenste cadeautjes en onbeschaamde voorstellen, terwijl de man van de stalkster in het ziekenhuis lag met een ernstige ziekte. Er werden vreemde brieven en kaarten bezorgd. Mijn beide ouders kregen te maken met bizar kopieergedrag van obsessanten. De buurvrouw wilde dezelfde kleding kopen als mijn moeder, een stalkster van mijn vader wilde naar dezelfde optredens en had ineens dezelfde muzieksmaak, als hier een cd op stond draaide de buurvrouw hetzelfde en ze belde 's nachts aan omdat ze alles wilde zien, horen en weten.
Wat ik hiermee wil zeggen is: het zijn bepaald geen puberjongens die grensoverschrijdend gedrag vertonen. In mijn geval gaat het meestal om mannen van 10-20 of zelfs 30 jaar ouder die zich als voorbeeldige huisvader voordoen en mij blijven bestoken. Het is een structureel probleem. De oorzaak en verantwoordelijkheid liggen niet bij de persoon die wordt gestalkt. Ik ben heel duidelijk. Obsessanten trekken zich daar simpelweg niets van aan.