Een mindset bestaat helemaal niet in de wetenschap. Het is een pseudowetenschappelijk concept dat helaas wel is doorgedrongen in alle gelederen. Psychologie van de koude grond ("Je kunt je eigen levensgeluk beïnvloeden") is gebaseerd op wensdenken.
De maakbaarheidsgedachte klinkt hierin duidelijk door. Mensen hópen invloed te kunnen hebben op hun eigen levensgeluk en geloven daarom dat je bewust een positieve levensinstelling kunt aannemen. Zo werkt het niet.
Ik spreek vanuit mezelf, omdat ik deze ergerlijke stellingen zelfs in assessments voor academische functies tegenkom:
"Ik heb het gevoel dat ik genoeg mensen heb om op terug te vallen";
"Ik bepaal in grote mate zelf hoe mijn leven verloopt";
"Ik heb het gevoel dat ik altijd op mijn familie terug kan vallen"
De stomste stelling die ik tegenkwam was:
"Ik heb compassie met mensen die het slechter hebben dan ik"
Vergelijkingen zijn stupide. Het getuigt van weinig zelfbesef als iemand denkt dat vergelijken met anderen een vorm van relativeren is. Er zal altijd iemand zijn die het slechter heeft dan een ander, maar geen twee levens kunnen met elkaar worden vergeleken.
Ik heb geen levensgeluk en geen privileges. In absolute zin heb ik geen familie meer, dus ik kan me ook niet tot een naaste wenden als er iets ergs gebeurt of als ik met veel tegenslag te maken krijg. Ik weet dat ik nooit gelukkig zal worden, want is het zwaar om zonder naaste te leven. Dat accepteer ik, want ik ben een realist; ik ben niet van de illusie "Stel je voor dat in de toekomst alles anders wordt". Die wonderfactor of dat magische denken gaat niet op in de werkelijkheid.
Het is míjn leven. Ik heb een ongelooflijk kloteleven, ik vind er helemaal niets aan om voor mezelf te bestaan in een land waar ik geen geschiedenis mee deel, waar mijn familiesporen zijn uitgewist; een leven waarin ik geen dierbare meer heb en in een klote-omgeving ben gedumpt waar iedereen die wel familie heeft, de boel allang is ontvlucht. Niemand hoeft mij die zalvende onzin aan te smeren dat ik dankbaar moet zijn voor het leven, of dat het altijd nog erger kan. Een ander zou er in mijn positie allang aan onderdoor zijn gegaan, want ik heb het meest zware in een mensenleven alleen moeten doorstaan. Het is niet uit rancune of rouw dat ik een hekel heb aan mijn bestaan; alleen achterblijven is voor mij een vloek. Mensen kunnen zich over het algemeen wél voorstellen dat ik niet oud wil worden voor mezelf.
Als realist zie ik alles onder ogen, maar ik heb geen aanleg voor overdenken. Waar veel mensen zichzelf typeren als piekeraar, heb ik nog nooit wakker gelegen met gedachten als "Stel je voor...". Dat komt door mijn aanleg.
Ik ben uitgesproken en als ik zeg dat ik mijn leven niets aan vind zonder naasten, dan krijg ik te horen "Maar je hebt zoveel interesses!", of "Houd je dan niet van eten of mooie dingen?"
Mensen zien tijdelijke geneugten, tijdelijke prikkels, als levensgeluk, maar dat heeft niets met levensgeluk te maken. Niet gelukkig zijn (door in mijn geval: geen familie meer hebben) is iets anders dan anhedonie. Mensen verwarren een klinisch onvermogen om ergens van te genieten (anhedonie), met ongelukkig zijn door ingrijpende omstandigheden die het leven van iemand voorgoed verzieken.
Levensgeluk zit in warme banden hebben met naasten. De mens is gemaakt om te leven voor sterke sociale contacten, dat zit niet voor niets in het ontwerp. Een leven zonder naasten is eigenlijk geen leven. Ik ben er eerlijk over dat mijn leven geen moment leuk meer is en zal zijn. Dat zie ik ook onder ogen, maar dat betekent niet dat ik depressief ben. Ik zit niet binnen om mezelf op te sluiten, ik ben actief, energiek, op de buitenwereld gericht.
Op de moeilijkste momenten in het leven heb ik er alleen voor gestaan en sta ik er nog steeds alleen voor. Zelfs op de avond van de dood van mijn moeder had ik niemand van onze "vrienden" die me thuis wilde brengen, dus heb ik tot 's nachts op haar lege kamer moeten zitten voordat een taxi beschikbaar was. Na haar dood heeft werkelijk iedereen die ik kende, me laten barsten.
De verhuurder heeft vanaf de dag na de dood van mijn moeder geprobeerd om mijn leven tot een hel te maken en ik ben de strijd met deze verhuurder aangegaan, met de uitkomst dat ik in mijn recht sta. Voor de verkrotting en te hoge kosten, heb ik samen met mijn buren mensen op de been gekregen om een massale ingebrekestelling in te dienen.
Ik heb het ook heel moeilijk gehad toen ik in maart 2024 weer een PotS-episode (tachycardie, een ritmestoornis die niet overgaat) kreeg. Met een pols van 170 en een bloeddruk van 200/110 moest ik zelf bijna een uur lopen om bij de huisarts te komen, omdat deze geen afspraak bij mij thuis wilde plannen. Ik heb met onmenselijke situaties te maken. De meeste mensen zouden dit niet hebben kunnen uithouden. Het ergst is dat ik weet dat mijn endometriumklachten en langdurige, onregelmatige menstruaties de oorzaak zijn van mijn hartritmestoornissen, maar mijn specialist weigert de oorzaak te laten onderzoeken.
Mijn moeder heeft 5 keer kanker gehad door receptormutaties. Kanker door een mutatie is iets waar een mens echt helemaal geen invloed op heeft. Een gezonde levensstijl kan niet voorkomen dat je doodgaat aan een receptormutatie. Deze mutatie veroorzaakt tevens longkanker bij niet-rokers die de pech hebben om een Oost-Aziatische voorouder te hebben, zelfs als die voorouder vele generaties eerder is geboren.
Kanker bij een jonge moeder betekent dat iedereen het gezin vanaf de diagnose gaat negeren, dat vrienden geen vrienden meer zijn, dat het gezin onder de armoedegrens wordt gestort en overleven in de plaats komt van leven. Eigen vervoer bestaat niet, een auto om naar het ziekenhuis te kunnen is ondenkbaar. Als de wasmachine en koelkast stuk gaan, is er geen financiële voorziening vanuit de gemeente. Als een moeder met kanker een kind in huis heeft dat nog op de basisschool zit, dan krijgt de moeder geen huishoudelijke hulp, ook niet via maatschappelijk werk of de WMO. Als meubels kapotgaan of je, zoals wij in een schimmelhuis met lekkages die niet worden hersteld door de verhuurder zit, dan bladdert het behang van de muren en barst de vloer open, maar is er geen geld om de schade te herstellen.
Als iemand begint over privileges, dan denk ik er altijd aan dat ik alles op eigen kracht heb moeten doen en wij kansarm zijn gemaakt door bewust beleid. Ik heb eruit weten te komen door zelf intelligent genoeg te zijn om in één jaar het Atheneum te halen en de universiteit (met meerdere studies) moeiteloos te hebben doorlopen, maar ik heb daarin nul mogelijkheden aangereikt gekregen. Zelfs enig begrip vanuit de studieadviseur toen mijn moeder weer kanker kreeg, was er niet bij.
Wij hebben een ongelooflijk slecht leven gehad door factoren waarop wij geen invloed hadden. Mijn moeder had ondanks alle pech die een mens kan hebben in het leven, totaal geen pessimisme. Het was geen levensinstelling, ze was geboren. Anderen vonden haar altijd druk en vrolijk, maar ook ongeduldig en snobistisch omdat ze zich niets liet zeggen.
Ik heb ook een slecht leven door factoren waarop ik geen invloed heb. Ik kan geen familie tevoorschijn toveren, ik kan PotS-episoden niet bestrijden omdat ik geen behandeling krijg. Toch heb ik me nooit ingehouden of teruggetrokken. Ik ben bepaald geen stil huismusje, maar een echte woordvoerder en vertegenwoordiger. Of beter gezegd: ik ben een geboren jurist. Mijn functie is precies wie ik ben: ik geef nooit zomaar op. Het gaat mij in het leven niet om gelijk hebben, reputatie of ambities, maar om gerechtigheid. Dat is zelfs geen bewuste instelling: ik heb die drive al vanaf mijn vroege jeugd. Het is een karaktertrek.
Tegelijk zijn er ook mensen die van zichzelf weten dat ze aanleg hebben voor depressies. Het vergt pas veel kracht om ondanks die aanleg, er toch het beste van te maken en te proberen om gemotiveerd te zijn. Als het ondanks alle wil, tóch gebeurt dat iemand in een depressie raakt, dan zeg je toch ook niet "Het is een kwestie van wilskracht"?
Wat ik bedoel te zeggen is: aan de illusie dat mensen zelf invloed uitoefenen op hun leven en als het niet zo lekker verloopt, te pretenderen dat het door een gebrek aan wilskracht komt, wordt onterecht grote waarde toegekend. Het is niets meer dan een concept, een gedachtenexperiment, om te stellen dat de mens zoveel invloed heeft!