Vanaf het moment dat ik hier binnenstapte, voel ik me niet thuis. Drie maanden geleden kreeg ik het adres van dit appartement op, voor mijn gedwongen verhuizing. Ik heb toen even gehuild. Verder niet, ik voel me hier alleen maar kapot ongelukkig en nog eenzamer. Mensen mogen best met me ruilen, maar dat willen ze in de praktijk echt niet. Ik proef door de opmerkingen heen dat mensen alles op zichzelf betrekken en vinden dat ík "geluk" heb, omdat zij "pech" hebben.
Ik hoef niet te horen dat ik geluk heb dat ik hier mag wonen, of dat het een kwestie van wennen is. Ik ben er onterecht uitgerot, niet omdat mijn huis te groot is voor mij, maar omdat ik een hindernis was in het doorvoeren van "fancy" vernieuwingen om de prijs te kunnen maximeren. Bovendien heb ik vanaf de dag na de dood van mijn moeder álles in het werk gesteld. Ik loop 10 kilometer per dag heen en weer om te verhuizen, ik knap zelf alles op, ik heb de sloop gedaan, ik ben mijn eigen vent en ik ben niet in dit appartement gekomen door "geluk", maar doordat ik altijd doorzet. Ik geef aan dat ook voor anderen te willen doen, maar ze zijn zelf vaak laks of gelaten en reageren dan niet meer. Ik blijf niet aan de gang met svragen of ze hun benodigde zaken al in orde hebben gemaakt.
Het is een opvallend contrast met mijn "echte" huis: dit nieuwbouwappartement is een betonnen kolos, goed geïsoleerd, mijn huis was een slecht geïsoleerd wrak, een schimmelkrot dat afgebroken moet worden maar nog even wordt uitgemolken om er per maand meer dan 800 euro uit te slaan.
Ik hechtte niet zozeer aan het huis zelf, want het was sinds de oplevering een krot. Er is in ons blok bezuinigd op de samenstelling van het beton. Daardoor kwam in de nieuwbouwstaat binnen 3 maanden de hele badkamer uit elkaar zetten. Het water sijpelt door de muren, de badkamer is 4 keer uitgedrild en opnieuw betegeld, het beton heeft roze weerplekken, het stinkt onder de trap omdat water vrij spel krijgt, er zitten waterkringen aan de kant waar de buren douchen, er is een gaslek geweest, de deuren hebben meer dan 1,5 centimeter ruimte waar de wind doorheen blaast. In de koudste maanden moest ik voor 270 euro per maand stoken, om het slechts 15 graden C in huis te krijgen. Nu we het najaar bereiken, zal het huis binnenkort weer koud en nat zijn.
Ik hechtte alleen aan de vrijheid: de tuin was klein, maar gunstig gelegen. Ik was altijd buiten. Van maart tot en met 19 september 2023 (de dag van mijn gedwongen verhuizing) ben ik iedere dag buiten geweest. Het hoorde bij me. Die vrijheid mis ik ontzettend. Het is niet een kwestie van wennen. Ik ben niet zoals anderen. Ik voel me ergens direct thuis, of niet. Dit appartement is een geïsoleerde bunker. Een volledig anoniem, afgezonderd bestaan, met alleen het geschreeuw van het dronken uitgaanspubliek dat hier iedere doordeweekse avond van 19:00-01:30 rondzwerft, de vrachtwagens die om 05:00 de eettenten komen bevoorraden en politie die in de vroege avond af en aan rijdt vanwege uitgaansgeweld.
Het merendeel van het publiek dat door de afhaalservices en snackbars wordt getrokken, is debiel en heeft alleen maar basale interesses als schelden en vreten (alles snel op straat naar binnen proppen is geen eten te noemen). Voor mij is er geen binding met deze buurt. Ze houden hier niet van muziek, dans en cultuur. Er is geen samenhang met het publiek dat komt en gaat. Aan de overkant zijn ze tevreden om de hele dag voor een Oudhollands café te hangen. De ouderen en jongeren brabbelen wat; ze verstaan elkaars taal. Er schallen volksliedjes over "Zo is het levaaaahhhh" uit de speakers. De gasten staan de hele avond voor de deur. Op donderdagavond begint het uitgaansweekend al. Enkele gasten die van een bar komen, gaan tussen 03:00-06:30 op een bankje zitten schreeuwen en schelden. Meer dan "***verdomme" en "k**ker" komt er niet uit.
Als ik 's avonds vanuit mijn betonnen bunker over de chemische industrie uit staar, moet ik gelijk denken aan de begindagen van 2023, toen ik noodgedwongen op Little-C verbleef. Mijn moeder lag in het ziekenhuis vanwege haar bloedende hersentumoren. Wij wisten niet waar we aan toe waren en we hadden niemand om ons bij te staan. Little-C is een verzameling luxe-appartementen met een grote binnentuin in de woonstadgedachte. Wat me opviel, was dat niemand de gemeenschappelijke binnentuin gebruikte. Het is nog steeds stil op de binnenplaatsen. De architecten achter Little-C zijn sinds 1968 verantwoordelijk voor de bouw van kolossen. Dat ontdekte ik toen ik in het archief van mijn buurt een bouwbord zag staan. Eind jaren '60 was de opdracht om ruim en comfortabel te bouwen. Inmiddels worden de appartementen zo klein gemaakt, dat een normaal leven (hier) echt niet mogelijk is. Voor de meest basale handelingen zoals koken en wassen is al geen ruimte. Het is zeer moeilijk om zo een bestaan op te bouwen.
Bovendien is het net als Little-C een ongezellige, winderige kolos met een groot deel van de dag schaduw van de omringende appartementen. Het is niet menselijk om de mens in een betonnen zuil op te hokken. De nepvestingmuur met de nepkantelen maakt deze nieuwbouw echt een bunker. Een sombere, trieste bunker. Dat moderne bouwen maakt dat het beton de mens opslokt. Die "rijke beplanting" die werd voorgesteld in de ontwerpen, zijn enkele bakken met kale sprietjes en droge takken voor de gevel.
De achtergrond: een smerige, onrechtmatige constructie
Vooropgesteld: sommige mensen fantaseren dat ze hun kind zomaar op het huurcontract hebben bijgeschreven. Dat kan juridisch gezien helemaal niet. In eerste instantie wordt het medehuurderschap verzocht aan de verhuurder en als die weigert, gaat de kantonrechter over de toewijzing.
Vóór de dood van mijn moeder was ik bezig met een verzoekschriftprocedure voor het medehuurderschap van mijn woning. De verhuurder had ons verzoek om mij het medehuurderschap te verlenen, op onrechtmatige gronden afgewezen. Ik zou de procedure voor de kantonrechter voortzetten en had alle bewijsmiddelen tevens aan de verhuurder getoond dat ik een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde. De verhuurder had wettelijk gezien géén grond om het medehuurderschap af te wijzen.
Ik moest de procedure stopzetten toen ik 24/7 voor mijn moeder moest gaan zorgen, omdat ze hersentumoren had. Na haar dood kreeg ik een condoleancebericht van de verhuurder, met de mededeling dat ik de woning uit moest. De verhuurder heeft ten onrechte geweigerd om mij de huurovereenkomst te verschaffen. Ik heb de rechtszaak niet door kunnen zetten met het oog op de rechterlijke capaciteit: als de zaak zou dienen, zou het 7 maanden later zijn en dat is een overschrijding van de minimale termijn waarbinnen ik als nabestaande wettelijk in de woning mocht blijven. Het vervelende is dat ná de dood van de hoofdbewoner, een huisvestingsvergunning in beeld komt. Die moet worden getekend door de verhuurder; als die weigert akkoord te verlenen, passeert de rechter een verzoek tot huurderschap. Het heeft geen zin om ná de dood van de hoofdbewoner als een kip zonder kop rechtszaken aan te spannen: als de vergunning er niet is, verliest de nabestaande de zaak zonder meer.
De verhuurder begon aan mij post en facturen te zenden op naam van mijn moeder. Ik moest de rekeningen betalen in naam van mijn moeder. De verhuurder weigerde mijn naam te noemen. Mijn moeder kreeg maanden na haar dood zelfs het bericht dat ze aan de jaarlijkse tuinengluurderij van de verhuurder moest voldoen (een medewerker of opdrachtnemer van de verhuurder belt bij buren aan om in andere tuinen te gluren, of gaat op de tenen boven schuttingen uit staan kijken of er iets aan te merken valt).
Een medewerker van de financiële afdeling van de verhuurder was bezig met een machtiging af te geven om mij de overeenkomst te verschaffen, toen ze door een collega werd onderbroken die riep 'Nee, wat doe je nou, dan wordt ze huurder!'. Ik vernam later dat ze mij als een lastpost zagen, omdat ik jurist ben en voor mijn eigen rechten opkom.
Het antwoord is altijd geld. Ik ben eruit gegooid omdat er "fancy" renovaties komen voor het kunnen maximeren van de huurprijs
Er worden onzinargumenten aangevoerd, zoals 'Nu je geen onderdeel meer bent van een gezin, is de woning niet meer passend' en 'Dan woon je als alleenstaande te groot'. Natuurlijk gaat het daar niet om. Het gaat altijd om geld. Ik vind het zo ontzettend dom als mensen trappen in de vastgoedmanagementtaal dat "Alleenstaanden nu eenmaal kleiner moeten wonen", of dat er woonschaamte bestaat. Dat bestaat niet, het is ook niet andermans verantwoording dat de één wel een gezin heeft en de ander niet. Dat is niet relevant: het gaat altijd om geld. Het interesseert verhuurder en gemeenten niet of iemand passend woont, als de huurders maar kunnen worden uitgeknepen om het maximale te betalen voor zo weinig mogelijk kwaliteit en ruimte.
Hoewel ik de maximale prijs kon betalen, werd mijn woning door de gebrekkige staat ónder het maximum gefixeerd. De verhuurder wilde mij eruit hebben om de woning te kunnen renoveren. Er komt een nieuwe keuken in met een aanrechtblad van meer dan 2 meter en kastjes ónder het aanrechtblad, omdat deze opzet huurpunten oplevert. Bruynzeel heeft verhuurders geadviseerd hoe zij zoveel mogelijk punten kunnen sprokkelen om de huur naar boven af te kunnen stellen.
Mijn huis was het enige huis in de straat dat niet van een luxe keuken was voorzien. Wij waren zelfs als enige bewoners van de straat niet uitgenodigd voor de keukenselectie. De verhuurder wist dat wij doorhadden hoe de slinkse constructie werkt: de andere bewoners zijn verleid om een extra kookeiland, een duur fornuis, een aanrechtblad dat alle zijden van de keuken rondom bestrijkt en kastjes onder het aanrecht te nemen, waarmee ze zichzelf onbewust een hogere huurprijs aandeden. Naïeve buren waren trots op hun extra luxe keuken. Ze dachten dat ze zoiets gratis kregen, als "cadeautje" voor hun trouwe huurderschap.
Wat een fantastische advertentie voor een gebrekkige woning!
En ja hoor, twee weken geleden stond mijn huis in de advertentie met daarin de maximale huurprijs. Hoe verrassend. De advertentie stond vol met leugens: de energieklasse zou A+ zijn, het huis zou volledig geïsoleerd zijn en 75m2 aan oppervlakte hebben. Het huis is vanaf de oplevering zwaar beschimmeld, het water sijpelt door de muren heen, er is bevingsschade van de boortorens, de verhuurder weigert pertinent om onderhoud te plegen.
De kadastrale oppervlakte is 85m2 en ik was begin 2023 al 750 euro aan gemeentelijke heffingen kwijt. De WOZ-waarde is zeer onaantrekkelijk als het woonoppervlak op het juiste aantal meters wordt geadverteerd. Er staat zelfs een foto van een andere woning in de advertentie.
Dat is gebruikelijk: verhuurders misleiden bieders op het Woonnet door foto's van aantrekkelijke woningen te plaatsen. Ik check altijd. Zo werd een kleine portiekwoning zonder tuin op de foto's in de advertentie weergegeven als een tussenwoning met twee grote tuinen; dit was een koopwoning die door de verhuurder op de foto was gezet. Een sloopflat uit 1960 die binnen 4 weken afgebroken zou worden, werd voor 808 euro in de advertentie geplaatst als "degelijke flat uit 1996".
Toen ik voor een intake bij de verhuurder zat, hoorde ik een kwartier lang aan dat de verhuurder achter elkaar werd gebeld door mensen die over een misleidende advertentie klaagden. De reactie was standaard: "Ja mevrouw/meneer, maar er is geen verbod op. Wij mogen dit in de advertentie zetten".
Wij mogen misleiden.