donderdag 21 september 2023

De reële risico's van SARS/COVID en het recht op bescherming van de gezondheid en eerbiediging van de fysieke integriteit

Mijn achtergrond
Ik ben schrijver, jurist en ik heb naast mijn specialisaties Rechtsgeleerdheid (Strafrecht en Privaatrecht), Neurowetenschappen gestudeerd. In mijn opleiding was SARS vóór de COVID-pandemie van 2019 bekende materie; in onze geneeskundeboeken had de SARS-CoV-1-epidemie (2003) een vaste plaats (voor een goed inzicht: zie ACP Medicine). Derhalve weet ik alles van de ernst van COVID. Sinds 1 maart 2020 schrijf ik wetenschappelijke bijdragen en maak ik presentaties over SARS-trombose, hypercoagulatie, NETosis, endotheliopathie, fibrose, neuro-COVID, mitochondriale schade, RAAS-dysfunctie en Complement-overactivering. Ik combineer dit met het juridische aspect: het recht op bescherming van de gezondheid van burgers en kinderen, die van gezagshebbers en ouders/verzorgers extra bescherming tegen COVID dienen te krijgen om orgaanschade te voorkomen.

Inleiding
Politiek gezien mag de illusie worden gewekt dat de SARS-pandemie op een laag transmissieniveau is gekomen, de pandemie raast nog altijd voort. De gezondheidsrisico's van SARS/COVID blijven kritiek: 

1. Het is onmogelijk om immuniteit tegen SARS/COVID op te bouwen. Het virus raakt door de circulatie op grote schaal, zo geëvolueerd dat het steeds beter in staat is om het immuunsysteem te omzeilen;

2. De bekende gevolgen van SARS (endotheliumschade, trombose, fibrose in de organen, virale reservoirs, auto-immuunziekten en neuro-COVID) treden ook na asymptomatische of "milde" COVID op. Op langere termijn kunnen mensen hartfalen, multi-orgaanfalen en aanhoudende ontstekingsreacties, maar ook neurologische aandoeningen krijgen, zonder dat zij in eerste instantie ziek zijn geweest.

In het volgende bericht ga ik in op de bovengenoemde reële gezondheidsrisico's van COVID en de fundamentele rechten van burgers op bescherming van de gezondheid tegen deze risico's. Ik baseer me in dit document niet op aannames of gevoelens, maar uitsluitend op wetenschappelijk gevalideerd bewijs.

1. Het juridische kader: het recht op bescherming van de gezondheid tegen SARS/COVID en eerbiediging van de fysieke integriteit

De grondwettelijke plicht om pandemieën te bestrijden
De overheid heeft de grondwettelijke verplichting om de volksgezondheid te beschermen en dient daartoe alle nodige maatregelen te treffen (art. 22 Grondwet). De overheid heeft zich tevens aan internationaal recht verbonden door lid te worden bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR); volgens het IVESCR is de staat verplicht om epidemische ziekten te voorkomen, te behandelen en te bestrijden (art. 12 lid 2 onder c IVESCR) en omstandigheden te scheppen die één ieder in geval van ziekte geneeskundige bijstand en verzorging waarborgen (art. 12 lid 2 onder d IVESCR). Bovendien hebben staten rekening en verantwoording af te leggen en kwetsbare groepen bij te staan in het verkrijgen van toegang tot de hoogste standaard van gezondheidszorg (General Comment No. 14, "The right to the highest attainable standard of health care (Article 12 IVESCR)", Economic and Social Council E/C.12/2000/4).

Het recht van werknemers op bescherming tegen COVID

Op grond van art. 7:658 BW en de artikelen 3 en 5 van de Arbeidsomstandighedenwet, is de werkgever aansprakelijk voor bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers. Hieronder valt de reductie van transmissie van SARS-CoV-2. Als een werknemer COVID oploopt en daardoor met gezondheidsschade te maken krijgt, kan een werkgever kan zich slechts vrijpleiten van aansprakelijkheid indien deze kan aantonen álle maatregelen te hebben getroffen om transmissie te voorkomen. De aansprakelijkheid gaat ver: de werkgever dient op de hoogte te zijn van de risico's die SARS met zich brengt en kan zich niet verschuilen achter "Ik wist niet wat de risico's waren".

Het recht op waarborging van de gezondheid van kinderen

De grondwettelijke bescherming van de gezondheid geldt voor alle burgers. In het bijzonder geldt voor kinderen extra bescherming van het welzijn en gezondheid van het kind (art. 3 respectievelijk art. 24 van het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind). Dit is een onaantastbaar recht; scholen, directies, betrokkenen hebben níet het recht om beschermingsmaatregelen tegen COVID onder kinderen aan te tasten. Kinderen worden door het handelen of nalaten van volwassenen en gezagshebbers direct in hun welzijn en toekomstige gezondheidstoestand getroffen.
Ouders en gezagshebbers dienen alle beschermingsmaatregelen te treffen die nodig zijn om SARS-infectie te voorkomen, om daarmee te beantwoorden aan de plicht tot het waarborgen van het universele recht op gezondheid van het kind.

Mag iemand een mondneusmasker afnemen bij een ander?

Nee; dit is directe aantasting van de fysieke integriteit (art. 8 EVRM). Het impliceert tevens het opzettelijk in gevaar brengen van een ander, omdat SARS evident en sinds 20 jaar onomstotelijk bewezen een hoog risico geeft op de dood of lichamelijk letsel (waaronder Post-Acute SARS, Long COVID genoemd).

Mag iemand een verbod op mondneusmaskers opleggen, op de grond dat een masker onder het "Boerkaverbod" valt?
Nee, de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding is naar de aard van de wet niet bestemd om het treffen van gezondheidsmaatregelen in de vorm van het dragen van FFP2 te regelen. Enige parallel met het boerkaverbod mist dan ook doel. Om misslagen door leken te voorkomen, heeft de Rijksoverheid vastgelegd en gepubliceerd dat mondneusmaskers níet verboden mogen worden (zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gezichtsbedekkende-kleding-in-de-media-boerkaverbod/gezichtsbedekkende-kleding-gedeeltelijk-verbieden). 

Betekent het vervallen van de mondneusmaskerplicht, dat een verbod op maskers mag worden opgelegd?
Nee. Dergelijke redeneringen, á contrarioredeneringen, horen in zeldzame gevallen in rechtszaken tot het instrumentarium van de rechter om rechtsvorming op onontgonnen juridisch terrein tot stand te brengen. Uit een enkel vervallen van een algemene plicht kan niet worden afgeleid dat een specifiek verbod mag worden opgelegd om de gezondheid van het kind met het oog op de ernst van SARS-CoV-2 te waarborgen.

2. Is het mogelijk om immuniteit tegen COVID op te bouwen?

Er is een veelvoud aan overtuigend bewijs dat eerdere besmettingen met SARS niet tot immuniteitsopbouw leiden. Het virus rond laten gaan is niet alleen bezwaarlijk omdat het de aanpassing van SARS-varianten aan het menselijk immuunsysteem bevordert, het is ook bezwaarlijk omdat de gevolgen van COVID te ernstig zijn zonder dat mensen het in eerste instantie doorhebben. Daarover volgt meer onder punt 3.

Een eenmaal doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie biedt géén immuniteit tegen infecties met een variant van SARS-CoV-2 (vgl. “SARS-CoV-2 variants, vaccines and host immunity”, Frontiers in Immunology, Jan 2022). De Open Reading Frames (ORFs) evolueren constant, om het immuunsysteem van de geïnfecteerde te omzeilen. Bovendien gebruikt SARS, evenals HIV, wisselende receptoren om de gastheer te infecteren. Nieuwe varianten zijn een bedreiging voor het immuunsysteem van kinderen en volwassenen die eenmaal een infectie hebben doorgemaakt (Emerging roles of Type I-Interferons in Neuroinflammation, Neurological Diseases and Long-Haul COVID, International Journal of Molecular Sciences, pub.Nov 2022). SARS-RNA is persistent; na autopsie blijkt dat het virus wel 230 dagen na de openbaring van de symptomen, in de hersenen en het lichaam wordt aangetroffen (SARS-CoV-2 infection and persistence in the human brain and body at autopsy, Nature 612 (2022)).

De varianten zijn in staat om aangemaakte antilichamen inactief te maken. Antilichamen die zijn aangemaakt door een eerdere infectie, worden door de varianten geneutraliseerd (Alarming antibody evasion properties of rising SARS-CoV-2 BQ and XBB subvariants, Cell 2023 Jan 19; 186(2)). Het eiwit ORF9b van SARS-CoV-2 heeft voldoende mogelijkheden om zelfstandig de immuunreactie uit te schakelen door het mitochondriale antivirale mechanisme-MAVS via TOM70 te manipuleren (Evolution of enhanced innate immune evasion by SARS-CoV-2, Nature 2022; 602(7897)).

De immuunreactie via STING-IRF3-type I Interferon (IFN I) wordt platgelegd door ORF3a van SARS-CoV-2 (SARS-CoV-2 ORF3a inhibits cGAS-STING-mediated autophagy flux and antiviral function, Journal of Medical Virology Vol. 95, Issue 1, January 2023). Een grote diversiteit aan eiwitten van SARS-CoV-2 weet de immuunreactie uit te schakelen: Nsp1-16, ORF3a, ORF3b, ORF6, ORF7a, ORF7b, ORF8, ORF9b, de Spike, het membraan en N zorgen ervoor dat de IFN I- en IFN III-reacties niet op gang komen (Innate immune evasion strategies of SARS-CoV-2, Nature Reviews Microbiology 21, 178-194 (2023))

SARS is, evenals andere virussen, in staat om zichzelf ongedetecteerd langs het immuunsysteem te sluizen door gebruik te maken van "capping". Het einde van het virale RNA wordt voorzien van een "hoedje", waardoor de cellen van de gastheer het virus niet herkennen als indringer (Coupling of N7-methyltransferase and 3'-5' exoribonuclease with SARS-CoV-2 polymerase reveals mechanisms for capping and proofreading, Cell 2021 Jun 24; 184(13): 3474-3485).

3. Wat zijn de concrete gevolgen van COVID voor de gezondheid?
Vooropgezet: COVID is een trombose- en fibrosevirus. De organen raken beschadigd door afzettingen van trombi, fibrose en infiltraten van macrofagen met beschadigde epitheelcellen. Recentelijk zijn de autopsierapporten van kinderen van 2 maanden oud tot ouderen van 84 jaar oud gepubliceerd. Kinderen tussen de 2 maanden en 7 jaar oud vertoonden longfibrose, longnecrose, trombose, oedeem en Diffuse Alveolar Damage (DAD) in het longweefsel. De doodsoorzaak was COVID (Molecular Diagnosis of COVID-19 Sudden and Unexplained Deaths: The Insidious Face of the Pandemic, MDPI Diagnostics 2023, 13(18), 2980).

Enkele bezwaren van het laten rondwaren van SARS/COVID zijn:

1. SARS weet onder meer de IFN I-respons te omzeilen (zie onder punt 2 de uitgebreide uitleg), moleculaire chaperones te gebruiken en de zinkvinger te ontwijken, om zo ongedetecteerd te blijven;
2. Door COVID treedt T-celdepletie op, wat vatbaar maakt voor andere pathogenen, zoals ernstige schimmelinfecties en bacteriële besmettingen;
3. SARS infiltreert de mitochondria en weet het metabolisme te manipuleren (OXPHOS en de TCA-cyclus). Ook raakt DNA beschadigd door SARS;
4. PF4-antilichamen kunnen bij een volgende besmetting, een auto-immuunreactie opwekken. Dit geldt ook voor anti-cardiolipine-antilichamen;
5. SARS en NETs (Neutrophil Extracellular Traps) laten DAMPs van onder meer chromatine vrij in het cytosol. Dit brengt herhaalde ontstekingsreacties teweeg;
6. SARS is mogelijk oncogeen. Virussen die DNA beschadigen, veroorzaken kanker. Daar komt bij dat prionproteïnen mogelijk oncogene effecten hebben én voor neurodegeneratie zorgen (dementie, Parkinson, Guillain-Barré);
7. De veelheid aan gevolgen van COVID, waaronder Long COVID, is samen te vatten onder:

- Endotheliumschade;
- Glycocalyx-dysfunctie (met hypoxia);
- Trombose, microtrombi, DVT en DAD;
- Fibrose aan de organen (Multi-Organ Failure, MOF);
- Neuro-COVID;
- Mitochondriale dysfunctie;
- RAAS-dysfunctie.

Het is sinds 2003, de eerste SARS-pandemie, uiterst duidelijk dat SARS trombotisch van aard is; na infectie treden stoornissen in de bloedstolling op (Delayed catastrophic thrombotic events in young and asymptomatic post COVID-19 patients, Journal of Thrombosis and Thrombolysis 2020, 7 November 2020).

Dit gaat ongemerkt: ook zonder symptomen te hebben gehad in de fase van de infectie, kan iemand microtrombose en Diepe Veneuze Trombose (DVT) ontwikkelen. SARS beschadigt het endothelium en de endotheelcellen in organen, waaronder de hersenen. Het endothelium is de laag waarmee de organen is bekleed; de glycocalyx, de "gelatine-achtige" laag, reguleert de bescherming en voorziening van de organen nauwgezet.

Het virus infiltreert de mitochondria en zorgt voor manipulatie van het genetisch materiaal van de gastheer in alle cellen (NSP4 and ORF9b of SARS-CoV-2 induce pro-inflammatory mitochondrial DNA release in inner membrane-derived vesicles, Cells 2022, 11). Het celmetabolisme, één van de belangrijkste functies van het lichaam, wordt aangetast door SARS-infectie (Metabolic reprogramming in COVID, International Journal of Molecular Sciences 2021, 22, 11475). Mitochondriale dysfunctie leidt tot necrose van het celweefsel (SARS-CoV-2 Mitochondriopathy in COVID-19 Pneumonia Exacerbates Hypoxemia, Redox Biology 58 (2022)).

Het directe gevolg van infectie met SARS is endotheliopathie, hypercoagulabiliteit (CAC), neuropathie, trombose en subsequent Multi-Orgaanfalen (MOF) (The endothelium and COVID: an Inceasingly Clear Link Brief Title: Endotheliopathy in COVID-19, International Journal of Molecular Sciences 2022); zie recent Endotheliopathy in Acute COVID and Long COVID, International Journal of Molecular Sciences 2023. SARS veroorzaakt, evenals bij volwassenen het geval is, coagulopathie in kinderen (COVID-associated coagulopathy in children: A multicenter observational cohort study, Pediatric Blood & Cancer Vol. 70, Issue 1, Jan. 2023). Via de binding aan de ACE2-receptor, het bindingsdomein van SARS-CoVs, induceert het S-proteïne ontsteking van het endothelium (SARS-CoV-2 spike protein induces endothelial inflammation via ACE2 independently of viral replication, Scientific Reports 13, 14086(2023)).

Ongeacht eventuele comorbiditeiten, veroorzaakt SARS microtrombi en orgaanfibrose. (COVID-19 is a systemic vascular hemopathy: insight for mechanistic and clinical aspects, Angiogenesis Journal 2021; 24(4)); zie tevens Elevated vascular transformation blood biomarkers in Long COVID indicate angiogenesis as a key pathophysiological mechanism, Molecular Medicine (2022) 28:122). Ook in het geval van “milde COVID” (een SARS-infectie die mild lijkt te verlopen door het ontbreken van evidente symptomen) treden endotheliumschade en hypercoagulabiliteit op; het is niet houdbaar om te stellen dat kinderen meestal geen schade ondervinden van SARS (Non-severe COVID is associated with endothelial damage and hypercoagulability despite pharmacological thromboprophylaxis, Journal of Thrombosis and Haemostasis Vol. 20, Issue 4, April 2022).

Invasie van het centraal zenuwstelsel (neuro-CoV) via corruptie van de bloed-hersenbarrière, via de olfactorische route en via axonaal transport is een welbekend fenomeen met permanente gevolgen voor de cognitieve ontwikkeling van het kind (Coronavirus infections in the Central Nervous System and respiratory tract show distinct features in hospitalized children, Intervirology 2016, vol. 59, no. 3, gepubliceerd in februari 2017). Het is bekend dat SARS corticale structurele veranderingen in de hersenen veroorzaakt (Post-COVID Syndrome: role of viral neurotropism, neuroinflammation and neuroimmune responses, Lancet Respiratory Medicine 2021;9). SARS is voorts verantwoordelijk voor het veroorzaken van ANE, ADEM, encefalitis, encefalopathie, Guillain-Barré en acute myelitis (Neurological complications of COVID, Oxford QJM International Journal of Medicine, Vol. 115 Issue 3, 2023).

Veelvoorkomende neurologische gevolgen van SARS zijn encefalopathie, encefalitis en meningitis (COVID and Acute Neurologic Complications in Children, Pediatrics Nov. 2022, Vol. 150, Issue 5). Encefalitis komt ook voor als complicatie van MIS-C dóór SARS (Acute Encephalitis in Pediatric MIS-C associated with COVID, European Journal of Paediatric Neurology 2021 September; 34). Encefalitis door SARS kan zich uiten in de vorm van hallucinaties, mutisme, ernstige motorische beperkingen, incontinentie, tachycardieën en aanhoudende vertraging in de beweging en het denken (Pediatric Parainfectious Encephalitis Associated with COVID, Neurology March 16, 2021; 96 (11)).

SARS-CoV-2 veroorzaakt bij kinderen en jongeren myocardiopathie. Dit is niet het gevolg van een onderliggende morbiditeit die het risico op myocardiopathie zou verhogen; in de acute fase infecteert SARS monocyten en macrofagen in het hartweefsel (COVID Heart Lesions in Children: Clinical, Diagnostic and Immunological Changes, International Journal of Molecular Sciences 2023, 24(2)).

4. De transmissieroute van SARS-CoV-2 is aërogeen en vereist bescherming met mondneusmaskers van minimaal de categorie-FFP2

Verspreiding van SARS-CoV-2, het virus dat tot de ziekte COVID-19 leidt, vindt plaats via de aërogene transmissieroute (Reducing transmission of SARS-CoV-2, Science Vol. 368, Issue 6498, 26 juni 2020). Dit houdt in dat het virus wordt overgebracht door ademhalings- en spraakdruppels en door vaste deeltjes die door aërosolvorming via de lucht kunnen worden verspreid. Personen met SARS-CoV-2-infectie ademen miljoenen virusdeeltjes (RNA in nuclei) per uur uit (COVID-19 patients in earlier stages exhaled millions of SARS-CoV-2 per hour, Clinical Infectious Diseases Vol. 72, Issue 10, 2021). Sinds 1946 is algemeen bekend dat ademhalen en praten uitstoot van grote hoeveelheden aërosolen veroorzaken (The size and the duration of air-carriage of respiratory droplets and droplet-nuclei, Journal of Epidemiology and Infection, J.P. Duguid, september 1946).

Het virus wordt asymptomatisch en presymptomatisch overgebracht; dit impliceert dat geïnfecteerde personen het virus verspreiden vóórdat zij klachten ontwikkelen (“SARS-CoV-2 transmission from people without COVID-19 Symptoms, JAMA Infectious Diseases 2021; 4(1)”, zie ook “Asymptomatic patients as a source of COVID-19 infections: A systematic review and meta-analysis, International Journal of Infectious Diseases Vol. 98, P180-186, September 01, 2020”).  De virale infectieve lading is vóór het optreden van symptomen het hoogst en wordt bemeten in de nasopharyngeale holte; concreet betekent dit dat de ademhaling en spraak verspreidingsroutes zijn en wel zonder dat sprake is van gezondheidsklachten.

Op dag 5 vóórdat zich symptomen openbaren, is de infectieve lading op het piekpunt. Dat houdt in dat mensen binnen de eerste vijf dagen vanaf het moment van de infectie (in de incubatietijd) geïnfecteerd kunnen raken (High infectiousness immediately before COVID-19 symptom onset highlights the importance of continued contact tracing, eLife 2021). In 2020 en 2021 is deze bevinding herhaaldelijk bevestigd (Detection of air and surface contamination by SARS-CoV-2 in hospital rooms of infected patients, Nature communications, 29 mei 2020; Transmission of 2019-nCoV infection from an Asymptomatic Contact in Germany, NEJM 2019-20 (2020)). Uit de review van JAMA van januari 2021 blijkt dat asymptomatische personen verantwoordelijk zijn voor de helft van het aantal infecties met SARS-CoV-2 (SARS-CoV-2 Transmission From People Without COVID-19 Symptoms, JAMA Network Open 2021 Jan; 4(1)).