vrijdag 16 september 2022

#3 De misstanden bij UWV, beoordeeld door een rechtsgeleerde. UWV verkeert meer dan 6 maanden na het overschrijden van de uiterste wettelijke termijn in gebreke en brengt een schijnherbeoordeling uit zonder onderbouwing

In het drieluik over de misstanden bij UWV beoordeel ik als rechtsgeleerde met een opleiding in de neurowetenschappen, de rechtmatigheid van het handelen van UWV. Het is evident dat UWV de opdracht heeft om voorzieningen af te wijzen en duurzaam arbeidsgehandicapten en zieken met ongemotiveerde hypotheses vanuit financieel oogpunt richting de Participatiewet te redeneren. De wijze waarop dit gebeurt, rammelt zowel formeel als inhoudelijk (medisch) aan alle kanten.

Het door mij geanalyseerde dossier gaat over een persistente fysieke aandoening waar géén behandeling voor mogelijk is en die tot gevolg heeft dat WMO moest worden toegekend om de ADL te kunnen verrichten. Structureel blijkt UWV voor te wenden "niet op de hoogte te zijn van...". Dit slechte excuus wordt herhaald om de procedure te traineren. Betrokkene in dit dossier heeft echter alle juridische correspondentie met UWV voorzien van track & trace en kan zo nauwkeurig vaststellen wanneer UWV de medische dossiers, schriftelijke toestemmingen, het bezwaarschrift, klachtschriften aan de "Afdeling Klachtenservice" en de ingebrekestelling in ontvangst heeft genomen.

De feiten
In de bezwaarfase schakelt UWV een herbeoordelingsarts in. Net als in eerste aanleg, is er volgens UWV geen aanleiding om arbeidskundig onderzoek in te stellen, omdat de vragen over arbeidsvermogen integraal kunnen worden getoetst. De herbeoordelingsarts spreekt betrokkene uitgebreid, stelt relevante medische vragen en is op de hoogte van het gedetailleerde medisch dossier van betrokkene. Het herbeoordelingsgesprek vindt vóór de uiterste wettelijke termijn voor het nemen van het besluit plaats. Er is geen reden om aan te nemen dat UWV deze deadline niet kan halen, omdat het onderzoek op tijd is afgerond.

Een arbeidskundige neemt één week voor de uiterste termijn telefonisch contact op met de cliënt. Volgens de arbeidskundige was het arbeidskundig oordeel in eerste aanleg "per abuis" vergeten en moet deze procedure opnieuw worden gestart. De arbeidskundige geeft aan dat zij de persoon is, die binnen een maand het gesprek zal afnemen. Ondanks herhaaldelijk contact van de zijde van cliënt laat de arbeidskundige niets meer van zich horen.

Vervolgens komt er geen besluit. Betrokkene neemt herhaaldelijk contact op met UWV, schakelt de Ombudsman in en dient een klacht in bij UWV, maar krijgt niet te horen wanneer het rapport en de beslissing worden toegezonden. Men is zogenaamd niet op de hoogte van de herbeoordeling en weet niet wie de regie heeft over het dossier. UWV laat de wettelijke termijn zonder enige vorm van correspondentie verstrijken.

Maar liefst 5 maanden ná de wettelijke termijn melden zich een tweede herbeoordelingsarts en een nieuwe arbeidskundige tijdens een hoorzitting. De arbeidskundige stelt tijdens de hoorzitting géén vragen. De verzekeringsarts die met de tweede herbeoordeling is belast, is zogenaamd niet op de hoogte van het medisch dossier dat al tweemaal is opgenomen in de bestanden van UWV én tot in detail door de eerste herbeoordelingsarts is besproken. Hij vraagt het dossier voor de derde maal op.

Op het moment dat UWV de wettelijke termijn zonder opgaaf van reden met 6 maanden heeft geschonden, wordt de uitkomst van een "herbeoordeling" uitgebracht. Ik kom in de uitkomst van de "herbeoordeling" grote inconsistenties en onregelmatigheden tegen, die de onafhankelijkheid en deskundigheid van het oordeel aantasten en de rechtspositie van de belanghebbenden vernietigen. Zoals zal blijken, werd door UWV misbruik gemaakt van de procedure door, zonder reden, buiten de harde wettelijke deadline om een geheel nieuw onderzoek op te starten onder de noemer "herbeoordeling".

1. De gronden van het bezwaar worden geheel gepasseerd

Ten eerste voert de verzekeringsarts géén onderzoek uit, maar meent deze te volstaan met een verwijzing naar het oordeel van de verzekeringsarts in eerste aanleg. Onder de mededeling "geen noviteiten", worden de gronden van bezwaar geheel gepasseerd. In de overwegingen schrijft de herbeoordelingsarts dat er in de jaren voorafgaand aan de aanvraag géén sprake was van arbeidsongeschiktheid, dus dat dit gegeven moet worden doorgetrokken naar de situatie ten tijde van de volledige arbeidsongeschiktheid.

1.2 De grond voor afwijzing is de hypothese dat "de arbeidsongeschiktheid niet zonder meer kan worden geacht te blijven bestaan, als er ooit behandeling mogelijk is"

De belangrijkste grond voor afwijzing van het bezwaar is de stelling van de eerste verzekeringsarts, dat "volgens de richtlijnen een goede behandeling mogelijk is". In de betreffende medische richtlijn staat vermeld dat "geen behandeling mogelijk is en dat behandeling op termijn niet wordt verwacht". Zonder motivering stelt de herbeoordelingsarts de algemene hypothese "...als in de toekomst een adequate behandeling mogelijk wordt, de arbeidsongeschiktheid niet zonder meer kan worden geacht te blijven bestaan". Deze hypothese dient ter afwijzing.

2. De tweede herbeoordelingsarts vraagt in strijd met de KNMG-richtlijn aan een medisch specialist van betrokkene, om een arbeidskundig oordeel te geven
Opmerkelijk is dat de herbeoordelingsarts de behandeld arts van betrokkene met enkele suggestieve vragen benadert om een arbeidskundig oordeel van de behandeld arts los te krijgen. In directe bewoordingen vraagt de UWV-arts aan de medisch specialist om zijn oordeel over het arbeidsvermogen van de betrokkene te geven. De UWV-verzekeringsarts weet dat de medisch specialist, vanuit het oogpunt van vertrouwelijkheid in de relatie met de patiënt, op grond van de KNMG géén geneeskundige verklaring af mag leggen over de behandeling van de patiënt (KNMG-richtlijn, versie 15 april 2021). De enige uitzondering die een medisch specialist ten opzichte van verzekeringsartsen mag maken, wordt vermeld in de uitzonderingsgronden van paragraaf 1.5. van de KNMG-richtlijn. De behandelend arts mag slechts mededelingen doen over feitelijke medische omstandigheden (paragraaf 1.6., "Informatievoorziening aan derden").

2.2 De feitelijke medische mededelingen van de specialist worden zonder motivering terzijde geschoven

Uiteraard heeft de medisch specialist aan de UWV-verzekeringsarts/herbeoordelingsarts géén mededelingen kunnen geven over de arbeids(on)geschiktheid. De behandelend arts heeft wel feitelijke informatie verschaft: de betrokkene lijdt aan een medische aandoening waar volgens de stand der wetenschap géén behandelmogelijkheid bestaat. De behandelend arts geeft aan dat de aandoening ernstig invaliderend is. Dat wordt zonder motivering terzijde geschoven.

3. Een cirkelredenering dient ter afwijzing van de voorziening

Ondanks de volledige arbeidsongeschiktheid en het oordeel van de behandelend arts dat sprake is van ernstige belemmeringen door de fysieke aandoening waarvoor géén adequate behandeling bestaat, wordt de voorziening door UWV afgewezen. Het oordeel is volledig gebaseerd op een cirkelredenering: 'Als de belanghebbende 4 uur per dag belastbaar zou zijn, worden er geacht géén blijvende beperkingen te zijn'. 

Wat aan het licht is gekomen: UWV misbruikte de procedure door 6 maanden na de uiterste wettelijke termijn een tweede herbeoordelingsarts in te schakelen om het oordeel van de eerste herbeoordelingsarts te vernietigen
De truc die in dit dossier is uitgehaald, komt 6 maanden na het schenden van de wettelijke termijn aan het licht. De eerste herbeoordelingsarts heeft ruimschoots vóór de uiterlijke termijn een rapport uitgebracht. Zoals gezegd, dook de tweede herbeoordelingsarts 5 maanden na de uiterste termijn op tijdens een hoorzitting. Betrokkene heeft zowel tijdens de hoorzitting als in schriftelijke communicatie expliciet gevraagd om bekend te maken wat er met het rapport van de eerste herbeoordelingsarts is gebeurd. De aanwezigen (zowel de arbeidskundige als de verzekeringsarts) gaven aan, niet op de hoogte te zijn van het bestaan van het rapport van de eerste herbeoordelingsarts.

De tweede herbeoordelingsarts meldt in het rapport bij de afwijzing van de voorziening, dat hij wel degelijk op de hoogte was van het bestaan van dit rapport. De eerste herbeoordelingsarts blijkt geconcludeerd te hebben dat sprake was van volledige arbeidsongeschiktheid. Omdat dit oordeel niet welgevallig is, is de tweede herbeoordelingsarts is ingeschakeld om buiten de wettelijk toegestane termijn een geheel nieuw oordeel te fabriceren, zonder medische onderbouwing.

Hoe gaat dit verder?
UWV is in gebreke gesteld vanwege de zéér ruime schending van de wettelijke termijnen. Het UWV dient de boete uit te betalen. Recentelijk liet UWV weten niet over te gaan tot uitbetaling. UWV is zogenaamd niet op de hoogte van het rekeningnummer waarop de verbeurde sommen dienen te worden voldaan. Betrokkene heeft zoals gezegd álle correspondentie van track & trace voorzien, dus er doet zich een bizarre situatie voor. UWV blijft per post berichten dat het niet op de hoogte is van alle toegezonden documenten. In weerwil daarvan is betrokkene via de schriftelijke notificatie iedere keer op de hoogte gebracht op het moment dat de afdeling B&B van UWV de bescheiden in ontvangst nam. 

Hoe het ook zij, het is een zinloze aangelegenheid als UWV de uitbetaling van de verbeurde sommen blijft verhinderen. Bij een harde wettelijke plicht als het voldoen van verbeurde dwangsommen legt de rechter wél aan de betalingsplichtige partij op om onverwijld over te gaan tot uitbetaling, bovendien kan hier een veroordeling in de proceskosten aan worden verbonden.