Europese Hof voor de Rechten van de Mens, ECLI:CE:ECHR:2021:0408JUD004762113
In 2021 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
uitspraak gedaan in een langlopende zaak over "vaccinatieplicht" in Tsjechië. De
zaak gaat níet over COVID-vaccins, maar heeft betrekking op het
Tsjechische Rijksvaccinatieprogramma van vóór de SARS-CoV-2-pandemie.
De
uitspraak in dit arrest kan en zal als controversieel worden uitgelegd
door wie niet goed begrijpend leest. Dat komt door de Nederlandse
vertaling, die in de titel suggereert dat een vaccinatieplicht kan
worden opgelegd (ik gebruik om die reden aanhalingstekens).
Een
vaccinatieverplichting kan de toets van het recht op eerbiediging van de
fysieke integriteit (art. 8 lid 2 EVRM) wel doorstaan, mits er een
wettelijke basis is en voldaan is aan de eisen van strikte
noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit. De bescherming
van het leven van andere burgers (art. 2 EVRM) en de bescherming van de
wezenlijke belangen van kinderen (art. 3 IVRK) zijn dringende
maatschappelijke redenen die maken dat een vaccinatieplicht
proportioneel kan worden geacht. Daarbij geldt dat géén andere, minder
ingrijpende middelen kunnen worden ingezet, dat de overheid rekening
dient te houden met groepen die het vaccin niet mogen krijgen vanwege
medische problemen, dat streng toezicht moet worden gehouden op
eventuele bijwerkingen en dat burgers die het vaccin niet mogen krijgen
vanwege medische factoren, moeten worden beschermd. Ieder individueel
geval moet op mogelijke contra-indicaties bij toediening van het vaccin
worden onderzocht. Ook de benodigde dekkingsgraad van het
vaccinatieprogramma wordt betrokken in het oordeel over de
proportionaliteit van een eventuele vaccinatieplicht.
Hoewel een
vaccinatieplicht volgens het Hof van de Rechten van de Mens geen
inbreuk op de fysieke integriteit oplevert, wordt dwang door het Hof
juist als controversieel beschouwd.
Context: er is geen sprake van een vaccinatieplicht
Waarom
is het wederom een kwestie van goed begrijpend lezen en interpreteren?
Het arrest van het EHRM stelt vast dat in Tsjechië géén sprake is van
een af te dwingen vaccinatieplicht. De vraag in de Tsjechische zaak was:
mag een kind dat niet is gevaccineerd, worden uitgesloten van deelname
aan voorschoolse opvang?
Zoals hiervoor kort benoemd, wordt het
recht op eerbiediging van de fysieke integriteit (art. 8 EVRM) afgewogen
tegen het recht op bescherming van het leven van andere burgers (art. 2
EVRM). Ook de bescherming van de wezenlijke belangen van kinderen
(bescherming van de gezondheid, art. 3 IVRK) moet worden afgewogen tegen
de persoonlijke vrijheden en fysieke integriteit van andere burgers. De
plicht van staten om kinderen die níet gevaccineerd mogen worden te
beschermen, is een prominente verplichting. In de Tsjechische zaak
hebben ouders zonder goede reden geweigerd om hun kinderen te laten
vaccineren, waarop de kinderen de toegang tot voorschoolse faciliteiten
is ontzegd. De weigering van opvang van ongevaccineerde kinderen is géén
inbreuk op de fysieke integriteit en persoonlijke vrijheden (art. 8
EVRM), omdat het de consequentie is van een beslissing van de ouders om
hun kind niet te laten vaccineren. Om de veiligheid van jonge kinderen
die niet gevaccineerd zijn vanwege
een medisch risico te beschermen, mag de voorschoolse opvang in dit
verband dan ook ongevaccineerde kinderen de toegang ontzeggen.
Ouders kunnen niet worden geforceerd om hun kind te laten vaccineren. In Tsjechië kan voor weigering wel eenmalig een relatief lage boete worden opgelegd. Dit geeft volgens het EHRM geen aanleiding om aan te nemen dat een vaccinatieplicht kan worden afgedwongen. Dat een vaccinatieplicht de toets van art. 8 EVRM zou kunnen doorstaan (mits aan alle waarborgen en wettelijke criteria is voldaan), maakt nog niet dat een vaccinatieplicht in de praktijk kan worden opgelegd. De medisch-ethische toets moet daarvoor ook worden doorstaan.
Conclusie Tsjechische zaak: het recht op vrijheid is niet absoluut, de Staat dient de rechten van álle burgers op leven te beschermen. Evenwel is dwang controversieel en dient een plicht eerst de medisch-ethische toets te doorstaan
Hoewel
een vaccinatieplicht volgens het Hof de toets van art. 8 EVRM
(eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en fysieke integriteit)
zou kunnen doorstaan, wordt dwang door het Hof als controversieel
beschouwd. In de Tsjechische zaak gaat het om een vraag binnen een
andere context, namelijk: kan een ongevaccineerd kind worden geweigerd
door de voorschoolse opvang? Zonder dat sprake is van een
vaccinatieplicht, mag de voorschoolse faciliteit een zonder goede reden
ongevaccineerd kind weigeren om de veiligheid te beschermen van kinderen
die om medische redenen geen vaccin hebben gekregen. In het bijzonder
heeft de overheid te plicht om het recht op leven van andere burgers
(art. 2 EVRM) te beschermen. Dat een ongevaccineerd kind geen toegang
krijgt tot de voorschoolse opvang, is de consequentie van de beslissing
van ouders om (zonder motivering) te weigeren om hun kind te laten
vaccineren. Dit betekent niet dat er een vaccinatieplicht kan worden
afgedwongen. Of een vaccinatieplicht in de praktijk kan worden opgelegd,
hangt ervan af of de medisch-ethische toets wordt doorstaan.