donderdag 30 juni 2016

Ondernemingsrecht: bevoegdheden organen rechtspersonen; AvA, vertegenwoordiging en one-tier boards

Hoe kunnen de statuten bij de verschillende rechtspersonen worden gewijzigd?
Om het systeem van Boek 2 aan te houden:

Vereniging
Als in de statuten van de vereniging niets omtrent de statutenwijziging is bepaald, is een versterkte meerderheid van 2/3 vereist, zie art. 2:43 lid 1 BW. Normaliter is een gekwalificeerde meerderheid vereist op grond van art. 2:42 lid 1.

NV
De AvA is bevoegd de statuten te wijzigen, ex. art. 2:121 BW. Is de bevoegdheid tot wijziging, statutair uitgesloten, dan is wijziging mogelijk met algemene stemmen in een vergadering waarin het gehele kapitaal is vertegenwoordigd.

BV
De AvA is bevoegd de statuten te wijzigen, ex. art. 2:231 BW. Is de bevoegdheid tot wijziging, statutair uitgesloten, dan is wijziging mogelijk met algemene stemmen in een vergadering waarin het gehele kapitaal is vertegenwoordigd. Bepalen de statuten dat de houders van aandelen van een bepaalde soort het voorstel behoren te doen, dan is handeling in strijd met deze statutaire bepaling nietig, op grond van art. 2:14 lid 1. Het negeren van de statutaire bepaling levert in dit geval een fundamenteel totstandkomingsgebrek op, maar: bekrachtiging door de specifieke aandeelhouder is mogelijk.

Stichting
Wijziging van de statuten is slechts mogelijk, indien de statuten de weg voor wijziging openen, art. 2:293. De notariële akte is een vereiste; het ontbreken ervan levert nietigheid van de wijziging op. Op verzoek van een oprichter, bestuurder of het OM, kan de rechtbank de statuten wijzigen, ex. art. 2:294 lid 1 BW.

Wat houdt de wettelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuurders in?
In beginsel is de bestuurder van een bv of nv onbeperkt en onvoorwaardelijk bevoegd om transacties met derde partijen aan te gaan, zie art. 2:130/240 lid 3 BW. De bv of nv kan zich slechts jegens derden op de onbevoegdheid van een bestuurder beroepen, indien de beperking van de bevoegdheid uit de wet voortvloeit. Beperkingen die in de statuten worden opgenomen, kunnen dus alleen worden tegengeworpen aan de derde, indien de wet de beperking onderschrijft.

Welke beperkingen dit zijn, is uitgewerkt in lid 2: de statuten mogen op grond van de wet bepalen dat vertegenwoordigingsbevoegdheid toekomt aan één of meer bestuurders (uitsluiting van bestuurders); ook is mogelijk dat een bestuurder slechts gezamenlijk met een of meer ander(en) bevoegd is- de zogeheten "tweehandtekeningenclausule".

Let erop dat de tweehandtekeningenclausule alleen aan derden kan worden tegengeworpen, als deze in het handelsregister is ingeschreven, zie art. 2:6 lid 2 en art. 25 lid 3 Hrgw 2007. Was de derde partij echter op de hoogte van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bestuurder met wie hij de transactie aanging, dan wordt het ontbreken van de goede trouw mogelijk succesvol aan hem tegengeworpen.

Voor de gevallen waarin de statuten een niet uit de wet voortvloeiende bevoegdheidsbeperking bevatten, geldt de Bibolini-regel: in beginsel maakt het niet uit of een derde op de hoogte was van een interne bevoegdheidsbeperking die op de vennootschapsbestuurder rust. De derde handelt in strijd met de goede trouw, indien deze derde ondanks kennis van de interne bevoegdheidsbeperking, toch een transactie overeen is gekomen, waarbij gewicht toekomt aan de omstandigheden van het geval en de nadeligheid van de transactie voor de vennootschap.

Een uitvoerende bestuurder wordt benoemd tot voorzitter in het one-tier model. Is de benoeming geldig?
Nee; zie art. 2:239a lid 1 BW: voorzitterschap van het one-tier board kan niet worden toebedeeld aan een uitvoerende bestuurder. Nu er strijd is met een wettelijke bepaling, is het benoemingsbesluit nietig op grond van art. 2:14 lid 1 BW.

Kan de AvA bij een structuurvennootschap één of enkele commissarissen ontslaan?
Nee; zie art. 2:271a BW. De AvA kan bij volstrekte meerderheid (50% + 1, ex. art. 2:120/ 230 lid 1 BW), waarbij ten minste een derde van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, het vertrouwen in de gehele RvC opzeggen.

Kan de AvA van een nv een specifieke beperking aan de bestuurder opleggen?
Zie het Forumbank-arrest: binnen de grenzen van de wet en statuten, komt het bestuur autonomie toe. Aan het bestuur van een naamloze vennootschap kunnen slechts generieke instructies worden gegeven, ex. art. 2:192 lid 4 BW. In het geval van de bv, mogen zowel generieke als specifieke instructies worden opgelegd, zo bepaalt art. 2:239 lid 4 BW.

Onthoud het volgende. Zonder wettelijke of statutaire grondslag kan de AvA nooit een bindende instructie geven aan het bestuur. De ABN AMRO Holding-beschikking geeft duidelijkheid over de betekenis van de bestuursautonomie:
(i) het bepalen van de strategie van de vennootschap en de verbonden onderneming, is in beginsel aangelegenheid van het bestuur;
(ii) de RvC houdt toezicht;
(iii) de AvA kan haar inzichten uitdrukken bij wijze van de rechten die haar in de wet en statuten zijn toegekend.

Hoe verhoudt de bestuursautonomie zich tot het goedkeuringsrecht van de AvA bij ingrijpende wijzigingen?
Op grond van art. 2:107a BW zijn besluiten die het karakter van de vennootschap ingrijpend doen wijzigen, onderworpen aan de goedkeuring door de AvA. Het bestuur hoeft dit goedkeuringsrecht op grond van art. 2:8 BW niet te respecteren bij dreigend faillissement- snelle besluitvorming zou immers worden gehinderd. Toepassing van 2:107a is slechts aan de orde, indien de aandeelhouders kapitaal gaan verschaffen aan een (na wijziging) wezenlijk andere onderneming (ABN AMRO Holding-arrest).