Ik heb een roerig leven. De dood heeft voor een ravage gezorgd in mijn kleine kring van naasten. Het is wrang, echt ellendig om te zien hoe mensen voortijdig worden afgesneden van hun leven.
Zoals de meeste lezers waarschijnlijk weten, ben ik in de afgelopen twee jaar mijn moeder verloren, ben ik daardoor als enige van deze familie achtergebleven, ben ik mijn huis uitgezet door onze verhuurder, heb ik net als de buren in mijn nieuwe wijk te maken gekregen en woon ik in een onleefbare omgeving, ben ik van baan veranderd en heb ik met een reorganisatie te maken gekregen.
Ik ben ontzettend flexibel. Niet alleen heb ik bijna alles zelf moeten doorstaan, ik heb tussendoor ook te maken gekregen met pesterijen en tegenwerking. Ik sta bekend als iemand die volhoudt. Het is niet zo dat ik vasthoud "om het vasthouden" en verbeten ben. Van koers veranderen of in een andere wereld stappen kan ik juist heel makkelijk; het duurt bij mij een dag om ergens overheen te komen en ik kan bijna overal vriendschappen aangaan.
Die flexibiliteit is aangeboren en waarschijnlijk etnisch; ik ben gebouwd op barre omstandigheden. Mijn recente voorouders moesten voortdurend verhuizen en opnieuw beginnen. Daardoor ben ik gemáákt voor roerigheid. Het enige gemis is dat ik soms vrienden achter moet laten. Professionele vriendschappen bijvoorbeeld; dat zijn de mensen met wie ik niet privé afspreek, maar die ik wel heel erg mis als ik ze niet (meer) zie. De negativiteit mis ik dan weer totaal niet.
Ik leg me echter niet zomaar neer bij pesterijen, die bijna iederéén raken! Mensen die met pesterijen te maken hebben gekregen zeggen meestal "Laat het achter je", "...Je kunt er toch niets aan veranderen". Die opgeversmentaliteit is begrijpelijk als een groep of organisatie bewust een pestcultuur in stand houdt, maar soms is doorpakken of méér te weten komen over de pester via een andere route (het hogerop zoeken), de meest gepaste tactiek.
Pesten is vaak instrumenteel. Pesten als instrument is anders dan het stereotype, iemand pesten omdat je hem of haar stom, lelijk, mooi of dom vindt of omdat hij/zij niet bij je groepje past.
Het is psychopathischer dan dat: mensen worden met valse aantijgingen tegen elkaar opgezet, geïsoleerd en verleid om uitspraken te doen over de ander.
Ik heb met veel mensen gesproken en kom tot de conclusie dat instrumenteel pesten zo wijdverbreid is, dat het vooral op de werkvloer bijna iedereen treft of heeft getroffen.
Instrumenteel pesten beoogt om het iemand zo onaangenaam of onleefbaar mogelijk te maken, zodat het slachtoffer zélf opstapt of ergens de brui aan geeft. In de woonomgeving wordt dit instrumentele geweld toegepast door terreurburen en op de werkvloer is het een angst- of chantagecultuur om de werknemer rechteloos te maken en van hem af te komen.
Op de werkvloer kan een chantagecultuur allerlei vormen aannemen: onterechte kritiek, het achterhouden van informatie, sabotage door belangrijke berichten weg te gooien of het werk onklaar te maken, valse aantijgingen, favoritisme om anderen te bevoordelen ten opzichte van het slachtoffer en "pacten tegen de werknemer", waaronder het maken van afspraken die niet worden nagekomen.
Ondertussen blijft het pesten op de werkvloer doorgaan. De spil blijft zitten op zijn of haar met chantage versterkte positie, slachtoffers, bevriende collega's maar ook marionetten zijn bang dat hun arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd, dat ze negatieve beoordelingen krijgen of dat ze een negatieve referentie ontvangen.
Als een organisatie een pester de macht en positie geeft om te blijven pesten, is daar inderdaad niet veel aan te doen- tenzij iedereen opstaat tegen de pester. Om de hiervoor vermelde belangen doen weinig mensen dat en hopen ze vooral niet het volgende slachtoffer te worden.
Soms wendt een pester voor dat hij/zij meer macht heeft dan werkelijk het geval is. In ieder geval is het goed om bij andere pestslachtoffers en een hogergeplaatste informatie in te winnen voor inzicht in en overzicht over het hele netwerk. Het kan zijn dat een andere plaats of positie voor het slachtoffer beter is. Het kan ook zijn dat de pester feitelijk helemaal geen zeggenschap heeft en net doet of hij/zij de hand had feiten die al voldongen waren.
Om op te staan tegen een instrumenteel pester, is ook van belang om collegiaal te zijn en te blijven/te blijven geloven in iemand die slachtoffer wordt. Sta diegene vooral bij.
Mochten slachtoffers van instrumenteel pesten denken dat pesten persoonlijk is: dat is het niet, het is zeer algemeen, maar de tactiek is om slachtoffers het gevoel te geven dat het hen persoonlijk treft. Het is ook zo slinks om je de indruk te geven dat je iets aan jezelf moet veranderen of had moeten veranderen, terwijl dat de essentie niet is.
De essentie is het grotere goed: je verworven rechten afpakken door je ertoe te bewegen om op te geven. Dát, terwijl je als slachtoffer niet mag praten over wat je overkomt, omdat je het dan "over jezelf afroept". Volgens de regels van het spel moet je doen of alles goed en leuk is en het spelletje meespelen. Praten over pesten is nog altijd taboe. Zolang niemand dat doet, denkt iedereen dat het een individuele kwestie is.
Ik ben zo iemand die dat feilloos doorziet, niet zwijgt over onrecht en anderen kan meegeven dat ze er écht niet alleen voor staan.