De patiënt wordt door de manier waarop de verwijzing is vormgegeven, de toegang tot noodzakelijke medische zorg ontzegd
Ondanks de invoering van het elektronisch patiëntendossier en in weerwil van uitdrukkelijke toestemming van de patiënt voor correspondentie tussen zorgverleners, is het aan de orde van de dag dat patiënten de dupe worden van gebrekkige communicatie in de verwijzing en triage-procedure.
In schrijnende medische casus is het meer dan slechts incidenteel dat de behandeling van de patiënt wordt afgewezen tijdens de triage, zonder dat de patiënt op de hoogte wordt gebracht van de afwijzing en de reden van afwijzing. De reden voor weigering van de toegang tot de zorg ligt buiten de invloed en informatievoorziening van de patiënt.
Ernstig is dat de patiënt in de regel maanden na van het kastje-naar-de-muur gestuurd te zijn, er via een verborgen aantekening in de anamnese achter moet komen dat de behandeling van de hand wordt gewezen om een reden die geheel buiten de patiënt om gaat: de manier waarop de verwijsbrief is geformuleerd, wordt aangegrepen om de patiënt de toegang tot noodzakelijke zorg te ontzeggen. Aangezien de verslaglegging van de afwijzing in de triage-procedure ontbreekt, kan de patiënt er niet achter komen waarom de toegang tot de zorg wordt ontzegd.
Hoe verder na een afwijzing door de triage-arts, zonder dat inzicht is gegeven in de reden? De patiënt wordt teruggewezen naar een andere specialist of naar de huisarts, om vervolgens weer te moeten worden aangemeld voor de triage-procedure, gevolgd door een afwijzing op de luttele grond dat "de aanvraag eerder is afgewezen", om de patiënt daarmee zonder gegronde reden het recht op adequate zorg te ontnemen. Zorgverleners wijzen naar elkaar en hoewel de patiënt niet klem hoort te komen zitten tussen verwijzers die in het geheel niet corresponderen, is het wel de realiteit dat de patiënt er continu zelf voor moet waken dat de verwijzing op de juiste wijze verloopt.
Dit heen-en-weer-wijzen van verwijzer naar triage-arts leidt tot onmogelijke situaties voor patiënten die direct medische zorg nodig hebben en tot talloze zinloze verwijzingen die duizenden tot zelfs tienduizenden euro's meer kosten, dan het bieden van toegang tot de juiste zorgverlener.
Hoe komt zo'n onmogelijke situatie (waarin de patiënt zonder gegronde reden de zorg wordt ontzegd in de triageprocedure) tot stand?
In de medische praktijk wordt de NHG HASP-richtlijn als model aangehouden voor het aanpassen van de verwijzing aan de eisen van de triage-procedure.
1. Omissie. De verwijzende arts of instantie neemt niet alle relevante passages uit de consultverslagen in de verwijsbrief op
Een kapitaal criterium is dat alle relevante passages en zorgvragen uit de consultnotities/consultverslagen en anamnese in de verwijsbrief dienen te worden opgenomen. De triage-arts leest de consultnotities níet, maar gaat af op de onderbouwing van een aanvraag in de verwijsbrief. De patiënt zal tergend lang (maanden) tussen verwijzer en zorgverlener heen en weer worden gesleept zonder dat er zicht op behandeling komt, omdat er een omissie van cruciale consultaantekeningen in de verwijsbrief. Alle relevante passages uit het consultverslag dienen ter onderbouwing in de verwijsbrief te staan, omdat de triage-arts alleen de verwijzing beoordeelt.
2. De onderbouwing in de verwijsbrief is te algemeen ("Algehele malaise" of "vermoeidheid" is nietszeggend)
Niet alleen de omissie van belangrijke consultnotities/passages uit het consultverslag in de verwijsbrief leidt tot afwijzing van de patiënt in de triageprocedure. Ook als de verwijzende (huis)arts de onderbouwing van het verzoek tot behandeling te algemeen formuleert, is dit een reden om de triage ten nadele van de patiënt uit te laten vallen, zelfs als de patiënt concreet en duidelijk is geweest in het beschrijven van symptomen en disease burden.
3. Zorgverleners communiceren niet en leggen geen verantwoording af over de genomen beslissingen
De patiënt en de verwijzer krijgen geen inzicht in de reden van afwijzing en de patiënt raakt zelfs niet op de hoogte van de uitkomst van de triage, als het patiëntendossier géén correspondentie bevat. Het vergt voor de patiënt zelf onnodig veel moeite en onmogelijke bureaucratische hordes om erachter te komen wát de uitkomst van de triage is en waarom de patiënt het recht op noodzakelijke (en zelfs urgente) zorg wordt onthouden. Het elektronisch patiëntendossier is al jaren een feit en patiënten kunnen met één druk op de knop toestemming geven voor de uitwisseling van gegevens, maar als zorgverleners weigeren om er gebruik van te maken, heeft het EPD geen enkel nut.
Hoe moet het dan wel?
1. Hoe de kern van het verwijsbericht wordt ingekleed,
is belangrijk voor de kans van slagen van het behandeltraject en
bepalend voor het besluit om tot
behandeling over te gaan. De reden en context voor de verwijzing moeten voldoende worden
onderbouwd (Richtlijn informatie-uitwisseling tussen huisarts en
specialist (Richtlijn HASP, herziene versie december 2020). De huisarts dient bij
verwijzing de vanuit het Huisartsinformatiesysteem (HIS) automatisch
gevulde rubrieken op juistheid te controleren (Richtlijn HASP, p. 19);
2. De verdeling van de verantwoordelijkheid, die eenvoudig te vinden is op de HASP-kaart van december 2017 via
de hoofdpagina van de NHG, dient duidelijker te worden gemaakt jegens
de patiënt. De patiënt is er niet bij gebaat om van verschillende
actoren in het zorgproces te horen dat een andere zorgverlener
verantwoordelijk is. De huisarts is verantwoordelijk voor de medische
klacht tot aan het eerste medische consult van de specialist en de
verantwoordelijkheid voor de overige zorg blijft bij de huisarts
(Richtlijn HASP, herziene versie december 2017, p. 72). De specialist
neemt niet alleen kennis van de inhoud van de verwijzing door de
huisarts, maar dient ook gebruik te maken van eigen bronnen ter
beoordeling van de zorgvraag door de patiënt (Gedragscode HASP);
3. De tabel diagnostische bepalingen, versie 31 (11 juli 2019) maakt het gemakkelijk om in één klik over de juiste gestandaardiseerde documentatie te beschikken;
4. De huisarts overweegt een update als er zaken zijn die het beleid van
de geconsulteerde kunnen doorkruisen (Richtlijn HASP, p. 71).
Verbeter de correspondentie richting andere zorgverleners en patiënten
1. Maximeer de tijdsduur voor informatie-uitwisseling over een afwijzing.
Ten
aanzien van de tijdigheid van de berichtgeving stel ik voor om een
maximale tijdsduur te stellen aan de informatie-uitwisseling over de
afwijzing van de behandeling door de medisch specialist. In de Richtlijn
is hierover niets te vinden ('Model van informatie-uitwisseling',
Richtlijn HASP december 2017, p. 14);
2. Vaar niet op standaardinvullingen om de context voor een verwijzing te geven.
Ten
aanzien van de informatie-uitwisseling van de huisarts ten opzichte van
de specialist is het begrijpelijk dat een standaard is opgenomen, maar
deze standaard moet per geval kritisch worden beschouwd. Mijn voorstel
is om niet standaard 'ter geruststelling van de patiënt' als invulling
van de context op te geven. De praktijk heeft ook te maken met bewuste
patiënten die niet op zoek zijn naar geruststelling, maar voor een
specifieke ziekte verwezen dienen te worden naar een specialistisch
ziekenhuis;
3. Motiveer de reden van afwijzing, zodat deze transparant is jegens de patiënt.
Ook de reden van de afwijzing van een behandeling door het
gespecialiseerde ziekenhuis moet beter worden onderbouwd jegens de
patiënt. Een vermelding onder het kopje 'beleid', bestaande uit de zin
"huisarts gebeld, patiënt wordt doorverwezen naar de
tweedelijnsziekenhuis" (letterlijk citaat, M.B.), zonder nadere
motivering, maakt het voor de patiënt niet inzichtelijk waarom het
specialistische/academische ziekenhuis een afwijzing geeft.