woensdag 26 februari 2020

Schijnveiligheid

In een telefonisch gesprek met een agent vraag ik informatie over de aanwijzing van een gebied voor preventief fouilleren. Aangezien de APV op korte termijn zal worden aangenomen, leg ik mijn vragen voor over hoe de controles worden uitgevoerd en of iedere passant gedurende het komende  halfjaar kan worden gecontroleerd. Lees hier het verslag van dit wat wonderlijke gesprek, waarmee duidelijk wordt dat sommige mensen zo barsten van de aannames, dat communicatie onmogelijk is.

Agent van het centrale punt: "Welke APV bedoelt u? Oh, bedoelt u die APV naar aanleiding van al die schietpartijen? [het waren steekpartijen, M. Bouter] Dan ga ik u even doorschakelen met iemand die daar wat meer van weet."

De agent naar wie ik ben doorgeschakeld, vraagt waarvoor ik bel. Als ik zeg dat ik jurist ben, wordt dat gelijk negatief uitgelegd.

Agent: "..als juristen en politie staan wij natuurlijk lijnrecht tegenover elkaar. Ik ga voor de veiligheid van het grut, dat steeds agressiever lijkt te worden. Ze steken elkaar zomaar neer. Het aanwijzen van risicogebieden is belangrijk om van onze samenleving een zo veilig mogelijke samenleving te maken."

Ik geef aan dat de aanwijzing van risicogebieden schijnveiligheid oplevert, omdat de slachtoffers van de zaken die aanleiding hebben gegeven tot de te treffen maatregelen, al hebben aangegeven dat de verdachten en andere betrokkenen zich naar niet-risicogebieden zullen verplaatsen.

Agent: "Heb je zelf kinderen? Dan gaat het voor jou misschien ook leven. Als je kinderen hebt, dan weet je dat ze op de schoolpleinen al gevaar lopen. Ik wil dat zoveel mogelijk gedaan wordt om dit probleem te bestrijden, liever te vaak en onterecht gecontroleerd dan dat er één doorheen glipt. Ik sta aan de kant van het slachtoffer. Bent u er nog? Of vindt u het allemaal onzin?"

Mijn antwoord is dat ik het een onbegrijpelijke aanname van hem vind dat ik me lijnrecht tegenover de politie opstel, dat het onbegrijpelijk is dat de agent insinueert dat ik het voor daders opneem en dat het irrelevant is of ik wel of geen kinderen heb. Ik leg nogmaals uit dat het juist de slachtoffers zijn die laten weten dat de steekpartijen zich zullen verplaatsen, omdat de betrokkenen de risicogebieden gaan vermijden. Dat wordt weer beantwoord met een monoloog.

Agent: "De risicogebieden zijn naar voren gekomen door uitgebreid onderzoek. Als we daar gaan controleren, dan wordt het probleem bij de bron aangepakt. Als je de risicogebieden moet gaan uitbreiden, dan kun je alles wel verbieden. Ik kan wel van alles bedenken wat je moet gaan verbieden."

Ik besluit het gesprek ermee dat dát inderdaad een goed plan zou zijn.