donderdag 15 november 2018

Inleiding aanpak woonoverlast door psychiatrisch patiënten


Hoe kan woonoverlast door psychiatrisch patiënten worden aangepakt?
Stelt u zich het volgende voor.[1] U krijgt een nieuwe buurman en buurvrouw. Aangezien u iedere dag vroeg de deur uit moet om te werken en te studeren en vaak laat weer thuis bent, hebt u slechts sporadisch contact met deze nieuwe buren. U groet elkaar en maakt soms een praatje. Na enige tijd staan de buren bij u op de stoep. U maakt nader kennis met elkaar en zij vertrouwen u toe dat zij onder een psychiatrische aandoening lijden; zij hebben last van psychoses, waarvoor zij met regelmaat voor langere duur behandeld moeten worden. U toont begrip en zegt toe dat zij een beroep op u kunnen doen als hun huisdieren moeten worden verzorgd. Uw buren geven aan dat zij al op korte termijn opgenomen zullen worden. Er verstrijken maanden voordat de buren terugkeren in hun woning.    


Vanaf dat moment is het iedere avond en nacht onrustig. Midden in de nacht, meestal even na drieën, worden er muziekinstrumenten bespeeld. Er wordt rond hetzelfde tijdstip soms zelfs gevoetbald. Iedereen in de buurt wordt er wakker van. U gaat naar uw buren toe en verzoekt ze om ofwel ’s nachts te stoppen met het bespelen van muziekinstrumenten, of een koptelefoon te gebruiken, zodat de buurt er geen hinder van ondervindt. Het komt u op een woedende reactie te staan. Niet alleen blijft de nachtelijke overlast voortduren, u wordt ook geconfronteerd met pesterijen, die een zodanig karakter aannemen, dat u kunt spreken van burenterreur: er is geen sprake van een geschil, maar van eenzijdige, grievende acties die uw woongenot en bewegingsvrijheid aantasten. U meldt de pesterijen bij de woningcorporatie en de politie. Van genoemde instanties verneemt u, dat de buren valse klachten jegens u hebben ingediend. Uw voorstel om binnen een neutrale, dus onpartijdige setting, met een erkende mediator een traject aan te gaan, wordt direct van de hand gewezen door uw buren. U weet dat de psychische stoornis van de wederpartij een contra-indicatie is voor het aangaan van een succesvol mediationtraject, maar dat neemt niet weg dat u de hoop had dat er tijdens een dergelijk traject afspraken tot stand zouden komen.   

Al vanaf het moment dat uw buren woedend hebben gereageerd op uw verzoek om ’s nachts geen muziekinstrumenten meer te bespelen, lijkt het u raadzaam om deze buren te negeren. Dat doet u dan ook. Negeren blijkt echter niet afdoende te zijn. U wordt meegesleept in een ongewenste polemiek; maar liefst drie keer staat de politie bij u op de stoep, omdat uw buren valse klachten tegen u hebben ingediend. Uw buren hebben er, via hun rechtsbijstandverzekering, zelfs voor gezorgd dat de woningcorporatie een onderzoek tegen u heeft ingesteld, teneinde u uit de woning te kunnen plaatsen. U ontvangt het resultaat van dit “onderzoek” van uw woningcorporatie. Er is slechts één valse klacht binnengekomen, die door uw buren geschreven blijkt te zijn en door een andere buur is ondertekend- zo heeft laatstgenoemde aan u bekend.
   
U bent genoodzaakt om aangifte te doen van alle valse klachten en de laster die door uw buren wordt verspreid, alsmede van ernstige bedreigingen aan uw adres. Dikke dossiermappen tonen aan dat de burenterreur nooit adequaat is aangepakt. De woningcorporatie typeert de terreur door uw buren als een “conflict tussen twee buren”. Door de pesterijen op die wijze af te doen, meent de corporatie geen actie te hoeven ondernemen om de burenterreur te doen eindigen. U hebt een brief ontvangen waarin de woningcorporatie met zoveel woorden aangeeft dat u de consequenties van de burenterreur zélf dient te dragen.
  
Het ontbreken van een adequate integrale aanpak op strafrechtelijk, bestuursrechtelijk en civielrechtelijk gebied is debet aan het duurzame karakter van overlast, bestaande uit belaging, bedreiging, vervuiling van de leefomgeving, huisvredebreuk, laster en diverse vormen van intimidatie. Als zowel autoriteiten als woningcorporaties weigeren om de bestaande problematiek aan te pakken en eenzijdige pesterijen typeren als “conflicten” tussen buren die door de partijen zelf dienen te worden afgehandeld, dan blijft de aanpak van de overlast door psychiatrisch patiënten langdurig tot permanent in de fase van dossieropbouw steken. De kans op beslechting van het zogenaamde “conflict” is kleiner tot nihil als één van de partijen een ernstig psychiatrisch ziektebeeld heeft; de duur van de overlast is bovendien een factor die aan een succesvolle oplossing van de problematiek in de weg staat.
           
De zojuist geschetste situatie vormt het uitgangspunt van dit onderzoek naar de aanpak van woonoverlast door psychiatrisch patiënten. Is het signaal dat de woningcorporatie blijkens woorden en gedragingen afgeeft, namelijk dat de corporatie niet verantwoordelijk is voor het effectief beëindigen van ernstige overlast door psychiatrisch patiënten, juridisch houdbaar? Hoe kan worden voorkomen dat een overlastsituatie onaangeroerd blijft, omdat deze, ondanks een onvermijdelijke overlap van rechtsgebieden, herhaaldelijk afgeschoven wordt op een ander (deel)terrein van het Nederlands recht?

Updates:
'Hoe kan woonoverlast door psychiatisch patiënten worden aangepakt? (Deel I)', 6 december 2019;
'Hoe kan woonoverlast door psychiatrisch patiënten worden aangepakt? (Deel II)', 11 december 2019.


[1] Gebaseerd op interviews met betrokkenen. Op verzoek van de betrokkenen worden in dit relaas géén namen weergegeven.