maandag 18 juni 2018

Scriptiesuggesties voor rechtenstudenten

Nederlandse universiteiten lopen uiteen als het om scriptietrajecten en onderzoeken gaat. Op sommige universiteiten mogen studenten één tot twee jaar over de afstudeerscriptie of het onderzoek doen en een onbeperkt aantal woorden gebruiken, op andere universiteiten moet een scriptie of onderzoek binnen anderhalve maand worden geschreven en is het aantal woorden beperkt. Het gewicht van het onderzoeksresultaat valt niet af te meten aan het aantal ECTS, het aantal pagina's of woorden. De kwaliteit van een onderzoek is evenmin af te meten aan de omvang: een uitvoerig onderzoek van 1200 pagina's kan overbodige details of herhaling bevatten, terwijl een beperkt onderzoek de scribent of promovendus dwingt om alleen de meest relevante punten te bespreken.

Belangrijke aspecten voor de opzet van het onderzoek zijn dat probleemstellingen of hypotheses moeten kunnen worden geformuleerd, dat relevante literatuur beschikbaar is, dat een opzet voor bijvoorbeeld empirisch onderzoek uitvoerbaar is en dat de gegevens die uit het onderzoek voortkomen, valide zijn. Bijkomend aspect is dat het onderwerp bij voorkeur zo actueel mogelijk is en dat de scriptie niet over platgetreden paden gaat. De aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap, de vergoeding van immateriële schade en Haviltexachtige perikelen zijn te vaak onderzocht en worden vaak niet meer geaccepteerd door rechtenfaculteiten. Voor wie binnenkort aan een onderzoekstraject of scriptie begint, heb ik een aantal suggesties.

1. De spilfunctie van de curator in faillissementszaken
Verbetert de gewijzigde Faillissementswet de informatiepositie van de curator bij de bestrijding van fraude?


Dit onderwerp is actueel en rijk gedocumenteerd. Het parlementair dossier bevat meerdere aanknopingspunten voor een juridisch onderzoek. Dit onderwerp kan in goederenrechtelijke zin (handelen te kwader trouw door natuurlijke personen) óf in ondernemingsrechtelijke zin (tekortschieten nakoming door de bestuurder van de vennootschap) worden uitgewerkt.

2. Verantwoord ondernemerschap in de BV
Hoe kan het fenomeen “Corporate Governance” (en in het bijzonder de aanstaande Corporate Governance Code 2017) bijdragen aan verantwoord ondernemerschap?


Ook bij dit onderwerp is aan de relevantie voldaan. In een onderzoek naar de effectiviteit van de Corporate Governance Code kan aandacht worden besteed aan de voorgangers van de Code. De principes die in de Code zijn opgenomen, zijn concreet uitgewerkt in 'best practice'-regelingen van beursgenoteerde vennootschappen. Hoe aan deze best practice-regelingen gevolg wordt gegeven, is een belangrijk aspect om in het onderzoek te betrekken.

3. Kapitaal en vermogen van de besloten vennootschap: de uitkeringstest
Is de uitkeringstest (specifiek in de BV) in het Nederlandse regime in overeenstemming met  Europese en internationale bepalingen en zo nee, dient dit regime daarmee in overeenstemming te worden gebracht?


Een extern rechtsvergelijkend onderzoek met een normatief element. Het vooronderzoek is voor deze probleemstelling cruciaal: moet het eerste deel van de probleemstelling met 'ja' worden beantwoord, dan kan aan het normatieve deel geen aandacht worden besteed. Voor het presenteren van de normatieve vraag moet het eerste deel van het onderzoek (1/3 tot 1/2) dus al voltooid zijn.  

4. Wijziging Wet op het financieel toezicht en de deskundigheid van de burgerlijke rechter
Draagt het voorgestelde art. 1:23a Wijzigingswet financiële markten bij aan de deskundigheid van de overheidsrechter inzake burgerlijke beleggingsgeschillen?


5. Aansprakelijkheidsregimes in het (internationaal) handelsrecht: wordt de vervoerdersaansprakelijkheid ontlopen door pragmatisch gebruik van versnippering in het aansprakelijkheidsregime?
Bestaat behoefte aan uniformering in het aansprakelijkheidsregime voor wegvervoerders? 


De problematiek van uiteenlopende aansprakelijkheidsregimes in de internationale handel is een goed uitgangspunt voor een rechtsvergelijkende studie, waarin Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en de internationale regelingen CMR en AVC aan een kritische beoordeling kunnen worden onderworpen. Het is de bedoeling om bij de beantwoording van deze probleemstelling oplossingen aan te dragen of aanbevelingen te doen voor nader onderzoek.