De overheid heeft vanaf 2020 niet gekozen voor een beleid
gericht op preventie van transmissie van SARS-CoV-2 (in de volksmond “corona”
of COVID genoemd), maar voert een beleid van ongecontroleerd verspreiden op
basis van niet-gevalideerd onderzoek. De beleidsregels die sectorbreed worden
gevoerd, kunnen derhalve niet de wetenschappelijke toets doorstaan.
De pandemie is niet over en drogredenen “het virus gaat niet meer over” en “we moeten maar leven met SARS” zijn evident in strijd met de formele verdragsrechtelijke bepalingen die de overheid verplichten tot het bestrijden van pandemieën én het waarborgen van het recht op leven en de volksgezondheid van burgers (art. 22 Grondwet, art. 12 lid 2 onder c-d IVESCR). Het laten dragen van de ernstige gezondheidsrisico’s als consequentie van het impliciete verspreidingsbeleid van de Nederlandse overheid is pertinent in strijd met het recht op leven en bescherming van het gezin. Voor kinderen geldt in het bijzonder dat zij recht hebben op bescherming van het welzijn en gezondheid (art. 3 lid 2 resp. art. 24 Verdrag inzake de rechten van het kind).
Wetenschappelijk kader: aërogene transmissie is de
verspreidingsroute van SARS-CoV-2
SARS-CoV-2 wordt op aërogene wijze verspreid, hetgeen impliceert dat virale
infectieve partikels cumuleren in de lucht in een binnenruimte en daar tot 48
uur stabiel én besmettelijk blijven.[1][2]Afstandsregels
en regels die inhouden dat een mondneusmasker moet worden gedragen bij
verplaatsing, zijn pertinent inadequaat tegen een virus met een aërogene
transmissieroute. De virale lading bij asymptomatische kinderen met een
coronavirusinfectie is hoger dan de virale lading bij volwassenen die vanwege
COVID-19 in het ziekenhuis zijn opgenomen en reeds 7 dagen symptomatisch zijn (Pediatric Severe Acute Respiratory
Syndrome Coronavirus 2 (SARS-CoV-2): Clinical Presentation, Infectivity and
Immune Responses, Journal of Pediatrics Vol. 227, P45-52, 1 december 2020).
Medische implicaties voor kinderen
SARS-CoV-2 is een trombotische, systemische ziekte.[3]
In het klinische beeld van SARS-CoV-2 is een centrale plaats voor schade aan
het endothelium, gevolgd door coagulatiestoornissen en microtrombose in de
organen.[4]
Het virus is verantwoordelijk voor bloedstollingsstoornissen en neurologische
schade, ongeacht de leeftijd of medische voorgeschiedenis van de geïnfecteerde.
Het is bekend dat COVID-19 onder kinderen gedurende de infectieperiode of ná herstel van het virus een hyperinflammatoir syndroom kan veroorzaken, dat wordt gekenmerkt door symptomen die gelijkenis hebben met Kawasaki (SARS-CoV-2-Induced Kawasaki-Like Hyperinflammatory Syndrome: A Novel COVID Phenotype in Children, Pediatrics Vol. 146, Issue 2, 1 Augustus 2020; zie ook “An outbreak of severe Kawasaki-like disease at the Italian epicentre of the SARS-CoV-2 epidemic: an observational cohort study, Lancet Vol. 395, Issue 10239, P1171-1178, 6 Juni 2020”).
Internationale studies melden dat bij voordien gezonde
kinderen en jongeren Multisystemische Inflammatoire Syndromen met kenmerken van
Kawasaki of Toxic Shock Syndrome geassocieerd met COVID-19 werden gerapporteerd
(Multisystem Inflammatory Syndrome Related to COVID-19 in Previously Healthy
Children and Adolescents in New York City, JAMA 2020;324(3):294-296; zie ook
"Autoimmune and inflammatory diseases following COVID-19, Nature Reviews
Rheumatology2020, 4 Juni 2020: 1-2"). Dit syndroom, Multisystem
Inflammatory Syndrome in Children (MIS-C) is thans onderwerp van intensief
internationaal onderzoek; in de Verenigde Staten zijn op dit moment 1659
gevallen van MIS-C gemeld, waarvan 26 kinderen zijn overleden (Health
Department, Reported Cases of Multisystem Inflammatory Syndrome in Children in the
United States, CDC, 8 januari 2021).
COVID-19 wordt gekenmerkt door het optreden van (micro)trombose bij alle
leeftijdscategorieën. Een studie die is gepubliceerd in december 2020, toont
aan dat trombotische microangiopathie (TMA) kan optreden bij met SARS-CoV-2
geïnfecteerde kinderen, zelfs als het kind géén ernstige COVID-19 heeft. Bij
zowel kinderen met minimale COVID als ernstige COVID en bij kinderen met MIS-C
bleken markers voor trombose significant verhoogd te zijn. Complementactivering
is een belangrijke marker voor
trombotische microangiopathie bij kinderen. In het bijzonder worden
complementfactoren C5b-9 (MAC), die door het lichaam worden afgegeven om het
coronavirus te bestrijden, geassocieerd met trombose bij kinderen met COVID-19.
Kortom: ook bij kinderen die niet of nauwelijks last hebben van COVID-klachten,
kan trombose optreden (Evidence of thrombotic microangiopathy in children with
SARS-CoV-2 across the spectrum of clinical presentations, Blood Advances Vol.
4, Issue 23, December 08 2020).
Een eenmaal doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie biedt geen immuniteit tegen
infecties met een variant van SARS-CoV-2 (vgl. “SARS-CoV-2 variants, vaccines
and host immunity”, Frontiers in Immunology, Jan 2022).[5]
De verwerving van immuniteit tegen SARS is illusoir, omdat de Open Reading
Frames (ORFs) constant evolueren om het immuunsysteem van de geïnfecteerde te
omzeilen;[6]
bovendien gebruikt SARS, evenals HIV, wisselende receptoren om de gastheer te
infecteren, met endotheliumschade en coagulatiestoornissen tot gevolg.
Het is in het licht van het recht op bescherming van de gezondheid van het kind
tegen de genoemde gezondheidsschade en ter waarborging van het recht op het
gezinsleven, dat het bieden van alternatieve vormen van onderwijs de gepaste
methode is.
Toetsingskader veiligheid van het geboden onderwijs
Om te kunnen beoordelen of de school in staat is om veilig onderwijs ten
aanzien van de voortdurende SARS-CoV-2-pandemie te bieden, moet de wijze waarop
aërogene transmissie door de school wordt beperkt, worden getoetst.
In de eerste plaats hebben leerlingen in het Nederlandse onderwijs nooit een
mondneusmasker van de categorie > FFP2 hoeven dragen. Alleen bij
verplaatsingen dienen leerlingen een masker op te zetten. Als een vaste sta- of
zitplaats is aangewezen, hoeft geen mondneusmasker te worden gedragen.
Dergelijk non-beleid, gebaseerd op een aanname die in strijd is met de fysische
wetten, draagt bij aan de aërogene transmissie van SARS-CoV-2. Dit
SARS-coronavirus blijft stabiel in de lucht. In gesloten ruimten waar veel
mensen samenkomen, zoals scholen, cumuleren virale aërosolen. De kans op
succesvolle besmetting en clustervorming is groot door de combinatie van
inadequate ventilatie en een non-mondmaskerbeleid.
In de tweede plaats is de mechanische ventilatie op Nederlandse scholen niet
geschikt om transmissie van SARS-CoV-2 tegen te gaan. In de richtlijnen en
protocollen tot heropening van de scholen wordt gerefereerd aan het
Bouwbesluit. Het Bouwbesluit is niet bestemd om de verspreiding van virussen te
beperken, maar om een prettig leefklimaat te bevorderen. In de internationale
studie "Ventilation and air cleaning to limit aerosol particle
concentrations in a gym during the COVID-pandemic" wordt aangetoond dat
het Bouwbesluit absoluut onwerkzaam is voor het tegengaan van aërogene
transmissie in het Nederlandse gymonderwijs (Ventilation and air cleaning tot limit
aerosol particle concentrations in a gym during the COVID-pandemic, Building
and Environment Vol. 193, April 2021, 107659).
Geconcludeerd kan worden, dat de veiligheid van het onderwijs als bedoeld in het
Handelingskader van de Onderwijsraden en het Ministerie van OCW en de
protocollen van de Rijksoverheid, niet gewaarborgd is en noopt tot alternatieve
invulling van het onderwijs, zijnde onderwijs op afstand.