Voor de zoveelste keer ging een gesprek plotseling over families, gezinnen en vakanties.
Ik snap dat mensen elkaars achtergronden willen begrijpen, maar ik heb geen trek om deze onderwerpen met iedereen te bespreken. Begrijp me goed! Ik vind het prima om over andermans reizen te horen en ben daar ook oprecht in geïnteresseerd. Van mijn beste vriendin en een vriend hoor ik ook graag over de reizen die ze hebben gemaakt. Maar zij voelen niet de plicht om "de wedervraag" te stellen en minder bekenden van me doen dat wel.
Ik heb geen familie, ik heb geen gezin, geen thuis, ik ben een vermogen kwijt geweest omdat ik na de dood van mijn moeder uit ons huis ben gegooid, ik ben in een verschrikkelijke woning in het centrum gedumpt waar de ernstige overlast van passanten en hooligans iedere nacht tot 05:00 doorgaat en ik wíl niet op vakantie omdat ik geen naasten heb.
Er zit geen verandering in die situatie en ik ben niet een naïef wezen dat gelooft dat in de toekomst alles ineens anders wordt. Dat is geen optimisme, maar hopeloos wensdenken en dat ligt niet in mijn aard, wensdenken.
Ik geniet niet van het leven zonder mijn naaste. Geen vakantie, geen groepsreis, geen feest kan iets afdoen aan het nare gevoel dat ik nooit meer mijn naaste kan aanraken, niet meer kan delen, geen thuis meer heb. Ik mis de gezelligheid intens- want die was er altijd. Mijn naaste had hetzelfde bioritme, dezelfde humor en iets unieks: dezelfde heldervoelendheid. Dat is iets wat ik niet met een ander deel. Al het andere is slechts tijdelijk.
Als mensen het over vakanties en gezinnen hebben, houd ik me bewust afzijdig. Mensen die goed zijn in subtiele signalen lezen, begrijpen dat ze niet door horen te zagen. Maar dat doen ze toch als ik er voor de zoveelste keer niet op inga.
Mensen kennen geen etiquette meer! Ik heb geen moeite om over eenzaamheid, de dood en al het onaangename te praten en zou best het bovenstaande kunnen zeggen, maar dan zou de sfeer gelijk beladen zijn. Mensen willen immers dat alles maar leuk en lieflijk is en dat alles goedkomt, want realiteitszin gooit hun hang naar "leuk" overhoop. Denkt iemand dat het goed wordt ontvangen als ik mensen die boven hun bord met boterhammen hangen, eerlijk ga zeggen dat mijn leven kaal is na de dood van mijn meest belangrijke persoon?
Wat ik vooral niet wil, is dat mensen aankomen met medelijden en ongevraagde adviezen. Ik heb in de context van ziekte en verlies heeft niemand een boodschap aan:
"Komt goed", "Alles gebeurt met een reden", "Je kunt ook dit doen om niet alleen te hoeven zijn", "Heb je dit al geprobeerd?", "Wat niet is kan nog komen", "Je kunt in de toekomst gelukkig worden". De nuance: ik kan er niet tegen als mensen anderen laten barsten en zeggen "Komt goed!".
Mensen met ongevraagd advies volgen hun eigen advies nooit op. Deze goedbedoelde opmerkingen kun je vooral niet maken tegen heldervoelenden. Die ervaren wat andere mensen niet opmerken.
Daar hoort bij dat mensen zoals ik een groot realiteitsbesef hebben en niets hebben met "in de toekomst kan alles beter worden". Ik leef niet in de toekomst.
Ik ben van een helderziende moeder en oma. Zij wisten wat hun toekomst voor ze betekende. Ze wisten ook al jong dat ze niet oud zouden worden. Het beheerste niet hun dagelijks leven, maar waarnemen van details over een moordzaak of zien aankomen wanneer de dood van kennissen zou plaatsvinden, is iets naars dat je met niemand kunt delen. Ik heb mijn helderziende momenten gehad en ben heldervoelend.
Voor mij betekent het, dat ik binnen enkele seconden kan aanvoelen hoe de sfeer ergens is en hoe de mensen over elkaar denken. Ik heb nooit koudwatervrees en vind nooit iets spannend; ik kan accuraat invoelen hoe de hiërarchie en patronen zijn binnen groepen.
Ik voel ook de werkelijke emoties van anderen die ze proberen te verbergen, zoals schuldgevoelens, onvrede, twijfel en wroeging. Daar kan ik me doorheen navigeren, maar ik heb geen zin in de spelletjes die ze opwerpen om hun gevoelens te verbergen.
"Hoe gaat het?"
Ik heb moeite met "Hoe gaat het"-vragen in de context van een oppervlakkig praatje. Niet omdat ik chitchat schuw- ik ben een geweldig leeghoofd en kan uren over niks praten. De hersenen hebben kennelijk de behoefte om over niksigheden te ventileren. Wat ik wél schuw aan chitchat, is geveinsde interesse. Geveinsde interesse is een belediging. In mijn land van oorsprong wordt het zelfs als onbeleefd beschouwd om interesse of een glimlach te veinzen- en terecht.
Oost-Europese directheid
Mijn oorspronkelijke cultuur is er één van directheid: je zegt gewoon in iemands gezicht wat je vindt, maar gaat niet achter de rug om over iemand kletsen. Dat zijn ze in de Nederlandse cultuur van de meeste dorpen en steden niet gewend, die directheid. Anders dan het cliché wil, zeggen veel Nederlanders absoluut niet waar het op staat. Ik heb het er met mijn mede-Oost-Europeanen weleens over. Zij zeggen: 'Veel Nederlanders vinden ons apert en temperamentvol'.
Mijn vrienden wonen aan de andere kant van het land. Als we bellen is het altijd gezellig. Ze hebben een gezin waar ze het druk genoeg mee hebben, dus er is niet altijd tijd voor contact. Dat begrijp ik.
Mijn buren, met wie ik goed kan opschieten, zitten ieder weekend bij familie. Ik geef ze geen ongelijk, wonen in dit centrum is niet leefbaar en niet gezellig. Als ik nog naasten had, zou ik hier geen moment blijven of ook zoveel mogelijk bij familie rondhangen.
Mensen schijnen het nogal confronterend te vinden dat ik eenzaamheid erken en aanvaard als onderdeel van mijn bestaan. Als ik open praat over mijn leven, gaan mensen al snel van "Hoe gaat het?" naar ongevraagde tips als "Je kunt je ook aansluiten bij een club voor alleenstaanden" of "Heb je al aan een hobby gedacht?"
Het is een beladen term, maar: ik ben hoogbegaafd. Van het hyperactieve, heldervoelende type. Ik heb het tot vorig jaar nooit gezegd, omdat ik het vervelend vind dat mensen willen testen of ik wel hb ben. Mijn medestudenten merkten in het eerste blok van mijn eerste jaar dat ik een fotografisch geheugen had en ze probeerden me voortdurend op een misser te betrappen. Zelfs mijn cijfers werden in de gaten gehouden. Dat komt door de mythe dat hoogbegaafdheid uitsluitend over excellente cognitieve prestaties gaat. Onderbelicht is wat ik heb: ik voel andere mensen aan, ik hoor en bemerk iedere nuance in de atmosfeer die ze beïnvloeden.
Ik heb daarom niets aan "zoveel mogelijk mensen ontmoeten". Ik heb meer mensen nodig die bij mijn type aansluiten. Dat betekent niet dat zij ook hoogbegaafd moeten zijn! Het betekent dat ik behoefte heb aan mensen die tegen mijn hyperbeweeglijkheid kunnen en die zelf ook van praten, delen en snel schakelen houden. Aan mensen die van ironie, sarcasme en droge humor houden. Als ik die mensen niet om me heen heb, krijg ik vooral commentaar op wat anderen als "onrust" zien.
Ik heb het vooral nodig om mensen om me heen te hebben die zich niet van aannames bedienen. Niet alles in het leven valt te verbeteren- eigenlijk hebben mensen niet de controle over hun levensloop die ze dénken te hebben.
Ik vind het altijd een verademing als ik mensen spreek die niet gelijk de (simplistische) drang voelen om te fixen. Ik kan botte eerlijkheid en harde, wrange humor waarderen. Maar dat "alles willen fixen" verdraag ik niet. Het is beledigend en kwetsend.
Goed om te weten: ik voel aan wie wel en niet is te vertrouwen. Sinds mijn kindertijd heb ik meerdere mensen ontmaskerd die door anderen als charmant en innemend werden gezien, maar psychopaten bleken te zijn. Hoewel niet iedereen een goede aard heeft, gaat mijn radar niet voortdurend af. Dit zegt dat de meeste mensen geen kwaad in de zin hebben, maar gewoon bezig zijn met hun dagelijks leven.